U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Semantisch zoeken

Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Advertentie huize Landzicht uit 1864

Een advertentie van huize Landzicht uit 1864 laat zien dat men zo'n anderhalve eeuw geleden in Deurne niet alleen een ruimere blik had maar ook iets andere opvattingen over de vraag op het zicht op de passerende treinen de waarde van een huis vermeerderde.

UIT DE HAND TE KOOP om dadelijk te kunnen aanvaarden, nu eerst het grootste gedeelte vernieuwd:
Het welgelegen HEERENHUIS LANDZIGT, gelegen in het houtrijk en welvarend dorp Deurne, bij Helmond (Noord-Brabant), gelegen 5 minuten van de kom en ongeveer 5 minuten van het Stationterrein van den Staatsspoorweg van Helmond naar Venlo.
LANDZIGT is een hoog uit den grond gebouwd Heerenhuis met een Bordes, een breede Gang, 5 Benedenvertrekken, alle nieuw behangen, 4 Boyenvertrekken, Meiden- en Provisiekamer, esn heldere Zolder met hooge borstwering, een Keuken met pomp, fornuis, bakoven en kasten, een heldere steenen Kluiskelder, 48 voet lang, een klein Koetshuis met nog twee Zolders, een beste Moestuin met fijne Fruitboomen, in den Tuin een Eendenvijver met Visch, zamen ruim 1 Bunder; het Huis staat om zoo te zeggen in een Lusthof, want van alle kanten heeft men de schoonste gezigten, van het Huis en Tuin heeft men het volle gezigt op het Station en op het terrein dat 60 El breed en 400 El lang is; van de Beneden-Tuinkamers kan men den trein op eene andere plaats zien passeren, en al wat van en naar het spoor gaat moet voor Landzigt passeren, men heeft een R.C. en Prot. Kerk en goede Scholen; bij verkiezing kan het grootste gedeelte der koopsom op hypotheek gevestigd blijven.
NB. Een mensch wil bezigheden hebben, die kan men hier met groote verdiensten bekomen, in een grooten omtrek liggen duizende bunder Veengronden, die van tijd tot tijd in eene groote hoeveelheid voor 10 jaren verpacht worden, om Boekweit te zaaijen; die met f 10,000 begint kan jaarlijks op eene verdienste rekenen van f 4000 tot 7000 of meer, men kan met minder beginnen en later met meer, daar zijn Heeren die 50 a 100 a 150 en meer dan 250 Bunders alle jaren bezaaijen, die groote kapitalen hebben verdiend.
Men is hier in de gelegenheid om Dennen- en Mastenbosschen aan te leggen, die men hier in menigte ziet liggen, die gronden koopt men goedkoop, al het Hout wast hier weelderig, dat is zigtbaar. Deurne verbergt zich in het hout.
Aanvrage het liefst in persoon.
Adres franco brieven aan den Eigenaar den Heer J. VAN BAARS, te Deurne bij Helmond.

Bron: advertentie in Algemeen Handelsblad van 9 december 1864.

Auto-ongeluk 1919

Dat het eerste autoverkeer in onze regio niet zonder gevaren was blijkt uit onderstaand krachtenbericht:

Vlierden - Toen zondagmiddag 'n auto ons dorp passeerde kwam juist de prachtige jachthond van den heer M. Verstappen naar buiten en geraakte onder het gevaarte, zoodat het morsdood werd gereden. Daar het keurig afgerichte jachthond was is het voor den heer V. een heel schadepostje.[1]
Bronnen, noten en/of referenties
  1. 29-11-1919 Zuidwillemsvaart nr 2096

Bijzondere veldwachters

Bijzondere veldwachters waren wachters die aangesteld waren door bijzondere personen.


Het was vroeger particulieren of openbare instellingen toegestaan om “bijzondere veldwachters” aan te stellen om hun eigendommen, vis- en jachtterreinen, domeinen, gebouwen of installaties etc. te bewaken. Onderstaande tekst is overgenomen van de brief die Jan van de Griendt op 12 december 1835 vanuit Den Bosch stuurde aan “Het gemeente Bestuur van Deurne en Liessel”:


"Edel Achtbare Heeren !
In het belang van de veiligheid en van tijd tot tijd daarvan de noodzakelijkheid al meer en meer gevoelende, heb ik voor mijne veenderij onder Deurne en Liessel zekere Kartner[1] door den Heere Minister van Justitie ten mijnen koste als Rijksveldwachter laten benoemen.
Deze persoon heeft reeds in handen van den Kantonregter te Asten zijn eed afgelegd en zal binnen enkele dagen in dienst zijn. Ik neem de vrijheid Uw Edelachtbare hier van kennis te geven onder bedoeling van gezegden Veldwachter voor zooverre in mijne magt is, in bijzondere gevallen wel ten dienste van UWEdelachtbare te willen stellen en daarover vrijelijk te laten beschikken.
Met ware Hoogachting heb ik wel de eer te zijn.


UWEdelachtb. D.W. Dienaar.
J. van der Griendt."

Bron

"Benoeming rijksveldwachter" in: Paraat (personeelsblad Gemeentepolitie Deurne) – jaargang 1978, nr. 5. blz. 7

Referenties

Blauwpijpje legt eieren in februari

Prunella modularis-crop.jpg

In het Nieuwsblad van Deurne van zaterdag 10 februari 1923 stond onder het nieuws uit Liessel het volgende berichtje:

Door een schooljongen alhier werd dezer dagen in een haag een nestje van een z.g. blauwpijpje gevonden met 2 eitjes. Blijkbaar was het vogeltje ook met de natuur in de war.

Blauwpijpje is een andere benaming voor de heggenmus.

Canadaganzen in Deurne

1963: Canadaganzen op de Liesselseweg in Deurne. Foto ter beschikking gesteld door Pierre van de Meulenhof

De Grote Canadese Gans (ook wel Canadagans genoemd) werd in 1963 waargenomen in Deurne.


In januari 1963, toen Nederland een strenge winter kende met veel sneeuw, kreeg Kees van de Kerkhof, correspondent van het dagblad Oost-Brabant een tip dat er aan de Liesselseweg nabij het Vreekwijk, enkele honderden meter voorbij café De Reizende Man enkele tientallen ganzen van een onbekend ras waren neergestreken.

Als fotograaf voor die krant kreeg Pierre van de Meulenhof de opdracht om deze ganzen te gaan fotograferen. De foto’s werden later aan een vogelkenner voorgelegd en die gaf aan dat het een exoot betrof, namelijk de grote Canadese gans, ook wel Canadagans genoemd.[1]

Typisch voor deze soort zwarte ganzen is de witte band van de keel tot over de wangen. De zwarte hals gaat over in een witachtige borst. De Canadaganzen zijn normaal gesproken in Europa niet te zien. Dat ze toen in Deurne werden gezien was vermoedelijk te wijten aan de vele sneeuw die er al weken lang lag waardoor de ganzen op zoek moesten naar voedsel en zodoende in Deurne terecht gekomen waren.

Bron

Dit historisch feit werd opgetekend uit een interview met Pierre van de Meulenhof die een en ander als voormalig persfotograaf uit ervaring kon verhalen.

Externe link

Referenties
  1. De grote Canadese gans staat op de IUCN Red List of Threatened Species.

De Deurnese voorouders van Dries van Agt

Dries van Agt en burgemeester Van Genabeek bij de opening van het verbouwde gemeentehuis in 1986.
foto collectie gemeente Deurne
foto collectie gemeente Deurne
Dries van Agt met prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven tijdens Koninginnedag 1986
foto collectie gemeente Deurne

Andreas Antonius Maria (Dries) van Agt (Geldrop 2 februari 1931 - Nijmegen 5 februari 2024), onder andere minister-president van Nederland (1977-1982) en commissaris van de koningin in Noord-Brabant (1983-1987), had Deurnese voorouders.


Zijn moeder Anna Frencken was een kleindochter van de Vlierdense en tegelijk Astense burgemeester Godefridus Frencken. Burgemeester Frenken was weliswaar bijna 50 jaar burgemeester van Vlierden, maar woonde er geen dag; hij verrichte al zijn ambtelijke taken pendelend vanuit Asten. De vrouw van burgemeester Frencken, Anna Christina Goossens, was een kleindochter van de in Deurne geboren Meijelse jeneverstoker Theodorus Goossens (1758-1839). De voorouders van Theodorus Goossens kwamen uit Deurne.


Andreas A.M. van Agt (Geldrop 1931-2024 Nijmgen)
 
 
Anna G.W. Frencken (Princenhage1902-1978 Eindhoven)
 
 
Johannes L.J.W. Frencken (Asten 1871-1940 Helmond)
 
 
Godefridus Marcellus Frencken (1818-1907)
 
 
Anna Christina Goossens (Meijel 1828-1879 Asten)
 
 
 
Jan Bartel Goossens (Meijel 1790-1845 Meijel)
 
 
Theodorus Goossens (Deurne 1758-1839 Meijel)
 
 
Joannes Goossens (Deurne 1723-1783 Deurne)
 
 
Elisabeth van den Boomen (Deurne 1718-1804) Deurne
 
 
 
Eimericus Goossens (Liessel circa 1686-1743 Deurne
 
 
Wilhelmina Berkers (Liessel circa 1690-circa 1763 Liessel)
 

De Zaanse gemeenschap

Versiering van het gemeentehuis i.v.m. ontvangst van de deputatie van "De Zaanse Gemeenschap".
Foto: collectie gemeente Deurne
Vooraanzicht van de granaathuls die werd geschonken aan alle deelnemers.
Onderaanzicht van de granaathuls.
Foto's: collectie Purmerends Museum

Een deputatie, die De Zaanse gemeenschap vertegenwoordigde, bracht op uitnodiging van de gemeente Deurne op zaterdag 13 en zondag 14 oktober 1945 een bezoek aan de gemeente.[1]


De Zaanstreek bood direct na de Tweede Wereldoorlog in allerlei vorm hulp bij het weer een beetje bewoonbaar maken van de zwaar verwoeste delen van Deurne, Helenaveen, Neerkant en Liessel.

Het was een kleine dankbetuiging met een uitgebreide koffietafel en in de avond een gezellige bijeenkomst in het verenigingsgebouw van de Nederlandse Hervormde kerk waarvan een belangrijk gedeelte werd gevuld door Toon Kortooms. Op de tweede dag was er een rondrit door de geteisterde kerkdorpen zodat de deputatie kon zien waarvoor men zich in de Zaanstreek had ingezet. Tijdens de rondrit werd er regelmatig gestopt om met de bewoners te kunnen praten, dat werd wederzijds gewaardeerd. ’s Avonds bracht pater Henri de Greeve zijn "Vierde Beest" ten gehore.

De deputatie kwam met twee auto's naar Deurne. Ter hoogte van de boerderij van ex-wethouder Jan van Deursen aan de Helmondseweg 65 was een ereboog geplaatst met het opschrift: "Welkom aan Zaanstreek en Waterland". Op deze plek werd de groep ontvangen en welkom geheten door burgemeester Lambooij en de wethouders Antoon Swinkels en Van den Eijnden .

Na het welkomstwoord ging het gezelschap vanaf de ereboog, onder begeleiding van de Deurnese harmonie en zes herauten te paard van rijvereniging Rust Roest richting gemeentehuis aan de Markt. Op de Markt was de ingang van het gemeentehuis sober versierd met groen en oranje en er was een pad met lichtzuilen en boven het balkon stond in grote letters tegen de muur: Deurne dankt u.

In de avonduren werd dit geheel mooi verlicht met ingebouwde lampen. Het was het begin van een langdurige uitwisseling van contacten op cultureel en sportief gebied. Deze contacten verwaterden later.

Op zondag stond een bezoek aan Helenaveen op het programma en werden er in noodrestaurant Van Horen broodjes gegeten. Vervolgens ging men via de Kanaalstraat naar Neerkant, Liessel, Vlierden en tenslotte werd de maaltijd gebruikt in Sancta Maria in Deurne.

Een citaat uit het boek

Oorlogsjaren 1940 – 1945 Gemeente Deurne (blz. 183 e.v.):

In het kader van de aktie `Noord helpt Zuid' bood de Zaanstreek, met plaatsen als Zaandam, Purmerend, Edam, Volendam en Monnickendam, hulp in de vorm van goederen. Meubilair, lampen, keukengerei, aardewerk en textiel werden ginds ingezameld voor de Deurnese bevolking.
In een artikel uit `Ons Streekblad’ (uit de Zaanstreek) van 20 oktober 1945 werd beschreven, hoe een bezoek aan Deurne van afgevaardigden uit bovengenoemde gemeenten verliep. Zij bezochten hier alle kerkdorpen en zagen hoe verschrikkelijk het in sommige gebieden was. (...)
In Helenaveen bezichtigden we verder de ruïnes van de kerk, het klooster en de meisjesschool, die door de vertrekkende Duitsers in brand waren gestoken. Tevens zagen wij, welke toestanden er op het ogenblik nog in deze plaats aangetroffen worden. Er is geen waterleiding; men drinkt slootwater. Electra is eerst drie jaar geleden aangelegd. Het veen ter plaatse is zo goed als afgegraven, zodat het geen bestaan meer oplevert. (...)
Wij gingen ook eens enkele getroffen woningen binnen, waarin nog mensen woonden. Voor zover de muren intact waren, zijn de ramen dichtgespijkerd met planken, waardoor het echter ontzettend tocht, terwijl er steeds duisternis heerst in deze kleine vertrekken. Hoe deze mensen in de aanstaande winter hun vertrekken moeten verwarmen is onbegrijpelijk. Waar de mensen hun levenslust vandaan halen, is nog onbegrijpelijker. (...) in Liessel werden enkele tankruïnes bekeken. De Schotten leverden hier een hevig gevecht met de Duitse tanks en konden deze terugdrijven. Door deze slag zijn de dorpen Neerkant en Liessel totaal vernield. Op het graf van 30 Schotten legde de Heer De Vries uit Purmerend een krans ...
Bij het vertrek van de delegatie kregen alle deelnemers een gepolijste granaathuls aangeboden met de inscriptie: 'De Zaan en Waterland. Uw hulp, onze redding. Deurne 1945'. Verder bestond de attentie nog uit een zak koffiebonen en twee potjes jam.
De bezoekers hadden het genoegen gehad te zien, dat hun goederen in Deurne goed terecht gekomen waren bij de dankbare ontvangers. Aangezien in een latere periode brandstofgebrek heerste in de Zaanstreek bracht Deurne, als een verlate dankbetuiging, er turf naar toe.
Een half jaar na de oorlog komen de meer officiële cijfers over de materiële schade in de hele gemeente. Geheel verwoest zijn: 226 gebouwen, waaronder 3 kerken, 1 school, 2 fabrieken, het kasteel van Deurne, 157 boerderijen en 62 burgerwoningen. Zwaar beschadigd zijn: 394 gebouwen, waaronder 3 kerken en 1 kapel, 4 kloosters, 2 scholen, 2 fabrieken, 203 boerderijen en 170 burgerwoningen. Licht beschadigd tenslotte zijn: 472 gebouwen, waaronder 2 kerken, 3 kloosters, 5 scholen, 2 fabrieken, 195 boerderijen en 265 burgerwoningen.
Bronnen, noten en/of referenties
  • De vlaggen uit!”, een oproep van burgemeester Lambooij in Het Licht van zaterdag 13 oktober 1945
  • Deurnesche Courant van 19 oktober 1945
  • Zaan- en waterland in Peelland”, Oorlogsbrand - Noodtoestand, Hulp uit Zaan- en Waterland, Het Licht van zaterdag 20 oktober 1945
  • Zaan- en waterland in Peelland”, Autotocht door het getroffen gebied, Het Licht van zaterdag 27 oktober 1945
  • Ook De Typhoon, een dagblad verschijnend in de Zaanstreek, besteedde meermaals en uitgebreid aandacht aan het bezoek en de bevindingen van de Zaanse delegatie.
  • Oorlogsjaren 1940 – 1945 Gemeente Deurne

  1. De N.V.H.-HARK uit de adopterende plaatsen waren Zaandam, Purmerend, Beemster, Wormer, Den Ilp, Kwadijk, Middelie, Warder, Ilpendam, Edam, Volendam, Monnikendam, Broek in Waterland, Katwoude en Koog-Zaandijk
Bronnen, noten en/of referenties

De behekste koe van Simon Huijbrecht van den Boomen

Met deze regels begon Simon van den Boomen alias Scusters het schepenprotocol van Someren in 1580.
Onderaan op de titelpagina zette hij deze regel in rebusvorm: Ten teijde leer ick die werelt kennen.

De historie van de behekste koe van Simon Huibrecht van den Boomen alias Scusters speelt zich weliswaar niet in Deurne af, maar omdat vele honderden Deurnenaren, waaronder de bekende schrijver Toon Kortooms, rechtstreeks van hem afstammen verdient die toch een plaatsje in DeurneWiki. Overigens is Toon Kortooms niet de enige Deurnenaar of met Deurne gerelateerde persoon die van hem afstamt; in de genealogische databank van de heemkundekring staat de teller van het aantal nakomelingen van hem voorlopig op 11.299.


Simon van den Boomen was in 1580 secretaris in Someren en was later landbouwer in Lierop, waar hij de hoeve Ten Boomen pachtte. Daar had hij een koe die de naam Non droeg. Na een korte ziekte van twee dagen stierf deze koe op raadselachtige wijze. Simon gaf aan zijn knecht Willem, die samen met ene Jan Neesen de koe zou villen, opdracht om daarbij te kijken wat de mogelijke oorzaak van het snelle overlijden van het beest zou kunnen zijn geweest.

Bij het opensnijden van de koe constateerde Jan Neesen dat het hart van de koe twee keer zo groot was als normaal. Ze troffen in het hart een nest haren aan en iets was leek op een beitel, besmeurd met bloed. Ook zagen ze nog iets smerigs dat de vorm had van een slang of hagedis. En dan te weten dat de hagedis hét heksensymbool bij uitstek was! Een heks zou het, vanwege de naam van de koe, op het beest gemunt hebben. Dat opgeteld bij de verdenking dat de vrouw van Simon van den Boomen door de vermeende heks Marie van Mierlo zou zijn ziek gemaakt, waardoor ze later ook overleed, maakte dat de schrik voor heksenwerk er in Lierop goed in zat.[1]

Had Toon Kortooms kennis gedragen van dit voorval bij zijn verre voorvader, dat in de officiële schepenregisters van die tijd staat opgetekend, dat had hij daar zeker inspiratie voor een verhaal uit gehaald.

Onderstaand staat in schemavorm de relatie tussen Simon Huibrecht van den Boomen en Toon Kortooms.

Simon Huibrecht van den Boomen alias Scusters circa 1557-circa 1605)
gehuwd met
Luitgardis Joosten (circa 1570-voor 1625)
 
 
Johannes van den Boomen (1599-1663)
gehuwd met
Angela Eijsbouts (1605-1662)
 
 
Jacobus van den Boomen (circa 1641-circa 1712)
gehuwd met
Elisabeth Verhees (circa 1642-na 1715)
 
 
Andreas van den Boomen (circa 1675-voor 1705)
gehuwd met
Catharina Martens (circa 1674-1742)
 
 
Nicolaus van den Boomen (1701-1751)
gehuwd met
Johanna Peters (1703-1781)
 
 
Gertrudis van den Boomen (1734-1809)
gehuwd met
Joannes Gielens (1734-1804)
 
 
Christina Daendels (1767-1844)
gehuwd met
Adrianus van Lierop (1779-1831)
 
 
Petrus van Lierop (1807-1853)
gehuwd met
Maria den Ouden (1807-1879)
 
 
Christina van Lierop (1848-1882)
gehuwd met
Hendricus Kortooms (1842-1911)
 
 
Wouterius Kortooms (1880-1955)
gehuwd met
Anna Carolina Tebaerts (1884-1956)
 
 
Antonius Johannes Kortooms (1916-1999)
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Johan Otten - Duivelskwartier (2015) blz. 163 en 357.

De eerste herbergier van Helenaveen

Gedachtenisprentje collectie Bidprentjes van heemkundekring H.N. Ouwerling

Wie was de eerste herbergier van Helenaveen? Het antwoord op die vraag werd gevonden toen het bijgaande bidprentje aan de heemkundekring werd aangeboden van Petrus Zwanenberg en nadere gegevens over hem gezocht werden. In de bronnenverzameling van de heemkundekring komt de naam Zwanenberg een aantal keren voor:

  • In oktober 1862 verzocht M. Zwanenberg, sub-ontvanger op het gehucht Helenaveen, om verhoging van zijn salaris.
  • A. Zwanenberg was een van de leerlingen die zich in Helenaveen in de maanden april-juni 1863 onderscheidden door goed gedrag en vlijt en die geregeld de school bezochten.
  • In juli 1863 was M. Zwanenberg ook een van de ondertekenaars van een rekest om een nieuwe school in Helenaveen.

Bij raadpleging van het bevolkingsregister zie website RHC-Eindhoven van die periode blijkt dat als hoofdberoep van Marinus Swanenberg (1814-1880) wordt vermeld: tapper. Hij mag dus met recht beschouwd worden als de eerste Helenaveense herbergier.

In april 1868 hield Marinus Zwanenberg het in Helenaveen voor gezien en vertrok hij met zijn gezin naar 's-Hertogenbosch.

De trein vergat te stoppen

In 1891 kon het nog gebeuren dat het treinpersoneel vergat de trein te laten stoppen op het station waar dat volgens het spoorboekje hoorde. Nog merkwaardiger is de oplossing van het probleem: terugrijden!


Het Venloosch Weekblad van 7 november 1891 meldde namelijk het volgende:

Trein 74, welke Zondag-avond van hier naar Boxtel vertrok, reed het station te Deurne voorbij. Eerst bij wachtpost 27 maakten de noodseinen het treinpersoneel attent. De trein ging eventjes terug.[1]
Bronnen, noten en/of referenties

Een Duits-Deurnese boef

De 42-jarige Jan Eijgelaer, ook genoemd Randeveger, was in Creijnstadt Bohemen geboren. Hij trouwde 1720 in Deurne met Anneke Nooijen. Deze Anneke werd bij dit huwelijk jongedochter genoemd, maar had al vier voorechtelijke kinderen. Drie waren verwekt door Everardus Munsters en een kind door Mathias Princen. Of onze Randeveger lief is geweest voor zijn vrouw is niet bekend, maar hij was wel erg stout naar anderen mensen. Dit kun je lezen in onderstaand verhaaltje.

Eerste boevenstreek:

Soldaat Christiaan Poliger van de blauwe garde zat een keertje bij onze Duits-Deurnese boef lekker jenever te drinken. Na enige borreltjes kwam het tot een ruzie. Onze boef sloeg zijn gast bont en blauw. Jan maakte Cristiaan uit voor “kalvevilder” en gaf hem een oorvijg waardoor hij in een moespot viel.

Tweede boevenstreek

Claas Goorts, een 16-jarige jongen, was onderweg van Budel naar Asten. Onder de gemeente Someren werd hij aangevallen door onze boef. De boef zat verstopt in een sloot en sprong plotseling op hem af met een mes in de hand. Hij dreigde met “sa geeft uw gelt aff”. Toen Claas zei dat hij geen geld had sneed onze boef met zijn mes over diens linker arm en maakte een puinhoop van zijn kleren. Vervolgens trok hij Claas met de haren op de grond en dreigde met een pistool. Hij haalde al dreigende met een pistool diverse munten uit zijn kleren. Claas smeekte hem te laten leven. Jan Randveger werd voor deze beroving vastgezet bij de president-schepen Dierck van Driel in Someren. Johannes Huijs, chirurgijn te Someren, kwam op een morgen bij de president-schepen aldaar. Onze boef riep toen tegen hen: “Ick sal op U en president vreken ende de geheele gemeente van Someren sal het moeten besnieten’

Derde boevenstreek

Gijsbert Peters Hoefnagels uit Bakel, die bij zijn schoonvader woonde, vertelde de rechter dat onze boef daar een slijpsteen had gestolen.

Vierde boevenstreek

Jan Willems, wonende op Brugge te Deurne, gaf aan dat de boef bij hem een schaap had gestolen. Cornelis Hikspoor en Matteus Teunis zagen dat dit schaap door hem en zijn vrouw Anneke Nooijen was geslacht. Ze zagen in huis de kop en de darmen van het schaap liggen en de rest van het schaap stond in een pot te koken.

Op 20 oktober 1727 werd in Den Bosch de doodstraf over hem uitgesproken.

Voor zijn ophanging werd hij ook nog gemarteld.

Een bijzondere service

Brievenbus bij het postkantoor aan de Markt die in 1969 in gebruik was voor post naar binnen en buitenland

Op donderdag 18 december 1969, een ijsdag met gemiddelde temperatuur van
-4.3°C postte Emilie Motké een tiental kerstkaarten in de brievenbus bij het Postkantoor (Markt) in Deurne.

’s Avonds rond 22.00 ging bij haar ouderlijk huis aan de Stationsstraat 25 de voordeurbel. Daar stond de dienstdoende postbeambte met al haar kerstkaarten in zijn hand. Bij het sorteren was ontdekt dat de kaarten allen ongefrankeerd in de brievenbus waren gegooid.

Op een van de briefkaarten had men de handtekening van haar vader Henk Motké herkend en de beambte kwam de kaarten met een aantal postzegels van 12 en 15 cent terugbrengen. Hij wachtte geduldig op zijn geld en Emilie voorzag de kaarten en enveloppen van postzegels. De beambte nam de kaarten mee terug zodat deze nog met de laatste lichting meekonden. Zelfs voor die tijd een service van de bovenste plank.

Bron

Een bijzondere weddenschap.

Op 18 maart 1606 ging Evert Gorissen (van Haendel) uit Deurne een bijzondere weddenschap aan met Jan Visser.

Evert verkondigde dat hij een vrouw zou kennen, die bij één man maar liefst 32 kinderen kreeg. Elke jaar een kind. Hij ging daarover met zijn maten een weddenschap aan met als inzet een ton bier.
Voor de schepenbank van Deurne legden vier maanden later de 40-jarige Nicolaas Eversen en de 24-jarige Thomas Janssen hierover een verklaring af.

Thomas meldde dat de ton bier inderdaad als gevolg van deze weddenschap was getapt en opgedronken, maar waarschijnlijk nog niet betaald. Evert Gorissen had het bier ook mee helpen opdrinken maar was nog steeds niet met harde bewijzen gekomen voor zijn boude bewering.

Een brutale inbraak door een achtjarige

In de krant De Standaard van 8 mei 1877 lazen we het volgende opmerkelijke Deurnese bericht.

Een achtjarige knaap had de stoutheid, om te Deurne bij een horlogemaker, die met zijne vrouw naar Helmond was, in te breken en wel op het midden van den dag in eene druk bezochte straat. Hij sloeg eene ruit in en nam vier zilveren horloges mede. Hij schijnt hier wat te veel aan gehad te hebben, want hij gaf aan twee andere kinderen elk een ervan cadeau. Thans zijn er drie van terecht, als een van hem zelf en deze twee, doch No. 4 is nog zoek. Het knaapje is door de marechaussee van Helmond in arrest genomen.

Een dood lichaam zonder hoofd of handen

In het overlijdensregister van Deurne staat onder 28 juni 1741 de volgende aantekening:

is begraven een doot lighaam sonder hooft of handen, gevonden doot in den koornacker van de hoeve op Brugge. Nevens hem lag een witte rok met roode opslagen en had aan een rood camisool. Bij hem gevonden twee paspoorten, beijde op naam van Lodewijk Bronsel, soldaat onder de compagnie van cap(itein) Grimpse int regiment van den generaal majoor baron van Eck van Phantaleon. Datum Gorinchem, den 23 meij 1740 en de tweede van 14 feb. 1741, get, d'eerste M. van Heuckelom Mart. Mekern anddeur, de 2e A. van der Plaat Mart. Mekern anddeur.

Een gevaarlijk sujet per fiets gevangen

Een gevaarlijk sujet per fiets gevangen

Het is bekend dat Driekske Althuizen een hele goede wielrenner was. Dat het wielrennen bij de Althuizens in het bloed zat, bewees de Deurnese veldwachter Althuizen samen met zijn collega Huizing bij de achtervolging van een ontsnapte gevangene, zoals blijkt uit onderstaand bericht.

In De Zuid-Willemsvaart van 1 april 1899 stond onder Helmond het volgende bericht:

De alhier van diefstal verdachte L. Smits wist Woensdagmorgen tusschen 11 en 12 uur uit de gevangenis te ontsnappen. Nadat door den inspecteur van politie alhier in verschillende richtingen was getelegrafeerd en de politieagent H. Althuizen naar Deurne was gezonden om in vereeniging met de aldaar gestationneerde Rijksveldwachters Huijsing en Althuizen[1] den ontvluchte op te sporen, mocht het dezen gelukken den vluchteling tusschen Deurne en Venray, per fiets in te halen en hem weder naar Deurne terug te brengen.
Aldaar aangekomen werd hij direct door H. Althuizen als den ontsnapten herkend en voorloopig in het bewaringslokaal gebracht. Met den trein van 5 uur werd hij door den Brigadier Huijsing en H. Althuizen naar hier getransporteerd en wederom in het lokaal, waaruit hij ontvlucht was, opgesloten, echter met zulke voorzorgsmaatregelen, dat hem den lust om weder te ontvluchten geheel ontnomen werd.
Uit op hem bevonden brieven is de Inspecteur gebleken, dat hij uit de gevangenis van Düsseldorf op 16 dezer was ontslagen, en direct daarna naar die in Werrisheim was overgebracht, waar hij eveneens wegens misdrijf met anderen wordt vervolgd.
Uit een en ander valt dus op te maken, dat hij vermoedelijk onder het transport aan de Duitsche politie of wel uit de gevangenis is ontsnapt en alzoo de politie alhier een gevaarlijk sujet heeft gevangen genomen.
Na nogmaals verhoord te zijn, bleef hij alle schuld van diefstal, alsmede de verbreking van het bewaringslokaal ontkennen en weigerde zelfs op vragen, die hem minder gepast voorkwamen, te antwoorden. Hedenmorgen is hij naar Roermond getransporteerd.
De Rijkspolitie van Deurne alsmede de gemeente-politie alhier heeft eer van haar werk.
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Hoogstwaarschijnlijk is hier veldwachter Pieter Francois Althuizen, een oom van Driekske, bedoeld. De vader van Driekske was ook veldwachter, maar hij was in 1899 niet meer in dienst.

Een gewapende overval in 1797 in Liessel

Commies Peter Boers was slachtoffer van een gewapende overval in 1797 in Liessel.


Op 7 februari 1797 nam de in Liessel wonende commies Peter Boers een kar, bespannen met een paard en de lading van die kar in beslag. De voerman van die kar was Hendrik Smits uit Venray. Op de kar lagen vier vaten boter twaalf pakken of balen met niet nader gespecificeerde goederen. Tien dagen later, op zaterdagavond 17 februari, kwamen tegen 8 uur 's avonds twee fatsoenlijk in linnen kielen geklede mannen bij Boers aan huis om een paspoort vragen. Terwijl Boers daarmee bezig was, kwamen nog drie manen, allen gewapend met een pistool, de kamer binnen en eisten de in beslag genomen goederen op. Mocht Boers het wagen om zich te verzetten dan zouden op hem schieten dat de damp hem de keel uit vliegt. De overvallers haalden alle in beslag genomen goederen uit de kamer waarin die was opgeslagen en verdwenen spoorloos in de duisternis. Ze spraken een dialect uit de omgeving van Weert.[1]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. RHCe toegang 13183 Archief Schepenbank Deurne inv.nr. 148 folio 17 verso

Een gewelddadige lift van Helmond naar Deurne

Een gewelddadige lift van Helmond naar Deurne

Rutger Rutten en Gijsbert Verdellen uit Horst moesten in februari 1629 van Helmond naar Deurne. In Helmond ontmoetten ze Aert Jan Eerkens en Wilbert Janssen, die ook die kant op moesten. Rutger en Gijsbert vroegen of ze op de kar mee mochten, omdat het tussen Helmond en Deurne in de buurt van De Bottel nogal slijkerig en moeilijk begaanbaar was.
Dat mochten ze wel, maar dan moesten ze de liftgevers wel eerst een paar potten bier geven. Maar het verliep niet zo gunstig voor de twee lifters.

Toen ze ter hoogte van De Bottel kwamen, kregen de twee partijen een woordenwisseling en Wilbert Janssen trok de lifters met een houweel van de kar. Inzet van de ruzie was het gratis meerijden. De voerlui wilden namelijk opnieuw op bier getrakteerd worden. Gijsbert zei daarop dat ze in Helmond hun al voor een paar stuivers een “stoep”[1] bier hadden gekregen.

De voerlui echter wilde van hun nog een stoop bier. Het ging zelfs zover dat Eerkens en Janssen dreigden dat de lifters er niet levend vanaf zouden aankomen als aan hun verzoek niet werd voldaan. Gevolg was dat er, met gebruikmaking van het houweel door de voerlui, flink gevochten werd.

Later toonde Gijsbert Verdellen zijn verwondingen aan de schepenen van Deurne: een wond aan zijn rechteroor, een blauw gezwollen rechterschouder en verder verwondingen over heel zijn lichaam.[2]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Een stoop is een oude inhoudsmaat en staat gelijk met twee en 'n halve liter.
  2. Het relaas is terug te vinden in het Rechterlijk Archief van Deurne RHCe toegang 13183 inv.nr. 41 d.d. 8 februari 1629

Een hemelse nieuwsflits

Een hemelse nieuwsflits

door Anton Vissers

Franciscus Antonius Bernardus van Baars (1859-1927), kapelaan te Balgoij, logeerde enige dagen te Deurne bij zijn broer Johannes Theodorus Henricus van Baars (1853-1929), hoofd der openbare school aldaar.

Op woensdag 3 juni 1891 zat de kapelaan in het huis van zijn broer bij het raam te lezen terwijl buiten een onweersbui woedde. Opeens sloeg de bliksem door de schoorsteen, zonder brand te veroorzaken, maar trof wel de kapelaan aan zijn schouder en been.

Toch kwam de geestelijke er redelijk goed van af en genas later van zijn verwondingen.

Bron: De Gelderlander van 7 juni 1891

Een historisch feitje

Een historisch feitje is een van de rubrieken op de hoofdpagina van deze DeurneWiki.

Tevens is er een categorie met de naam historisch feitje, waarin allerlei gebeurtenissen worden ondergebracht niet moeilijk in een andere categorie zijn onder te brengen. Een van de artikelen die onder deze rubriek vallen, wordt vermeld op de hoofdpagina. Het verdient de voorkeur om daarvoor een recente "ontdekking" te gebruiken of een artikel dat aansluit bij de actualiteit.

Een jankende hond

Op 7 juli 1632 was tijdens Deurne-kermis de schutterij in actie bij de herberg van Jan Peter Goossens. Dat men daarbij nogal nonchalant met het vuurwapen omging blijkt uit het feit dat een van de schutters, Jan Janssen den Decker, met zijn roer uit pure baldadigheid naar de hond van Claes Evers van Doerne schoot.
Willem Swerius de pottenbakker was er getuige van dat de hond jankte van pijn. Het beestje was er zo erg aan toe dat het moest worden afgemaakt.

Claes Evers van Doerne was zo zeer gehecht aan zijn viervoeter dat hij voor schepenen van Deurne verklaarde dat hij het beestje voor geen paar mudde rogge wilde missen. Hij eiste daarom van de dader een schadevergoeding van tien gulden.

Een klagende haas

Dirk Hikspoor hoorde in een heg naast de hof van Jan Flipsen een haas "klagen" die daar in een strik zat. Dirk bevrijdde de haas uit zijn benarde positie en gaf het dier de vrijheid terug. Hij had daarvoor een goede reden want als pachter van de wildbaan wilde hij het beestje later liever zelf in het vizier krijgen.
Toen Dirk de volgende morgen op die bewuste plek ging kijken, zag hij Dries Jan Flipsen bij de strik bezig. Dirk zei toen dat hij hem bij de schepenen van Deurne zou aanklagen. Het verhaal zou nooit de annalen gehaald hebben als Jan Jan Fipsen, de vader van Dries, Dirk meerdere keren geld aanbood om de zaak niet aanhangig te maken.

Dit alles gebeurde in de maand juni 1729.

Een kusje voor een varkensschenk

Een kusje voor een varkensschenk

In de nacht van 12 juli 1644 kwamen twee ruiters bij het huis van Cornelis Aert van Riel. Ze bonsden met veel geweld op zijn deur. Cornelis hoorde de twee ruiters schreeuwen dat ze een “verckenschenck” van hem wilden.
Omdat Van Riel, de zaak niet vertrouwde en vreesde voor geweld, gaf hij hun een stuk varkensvlees door via het raam. De twee herriemakers rukten het hem uit zijn handen en vluchtten snel weg.
De vrouw van Cornelis van Riel, Sophia Aert Smits, verklaarde voor de schepenen van Deurne dat later een van de ruiters, Roeff Jan Geven, bij haar was gekomen om zijn spijt te betuigen en vroeg haar of hij het kon goedmaken met een “kuscken”.

Omdat Sophia hem niet een van de “quaetsten” vond heeft ze toegestaan dat Roeff haar toen een kusje gaf. Jan de Bottel was hiervan getuige.

Een pijnlijk zaakje

Een pijnlijk za(a)kje deed zich voor in de avond van 25 april 1920 in de herberg van Joachim Swinkels aan de (inmiddels Oude) Liesselseweg. De 52-jarige Deurnese metselaar Raijmundus Theodorus Swinkels (1868-1948), geen familie van de herbergier, kwam die avond dronken de herberg binnen, samen met Dunk, zijn grote doghond. Hij zocht ruzie met de vrouw van de herbergier en werd daarom door de kastelein verzocht om de herberg te verlaten, hetgeen hij weigerde. Toen de herbergier hem bij zijn mouw greep om hem buiten te zetten bood Raijmundus weerstand en riep tegen zijn hond: “Dunk, vat hem”, waarna Dunk de herbergier stevig en pijnlijk in zijn balzak beet en zodanig verwondde dat de rechter teelbal bloot kwam te liggen. Dokter Wiegersma moest het z(a)akje weer dichtnaaien. Later kwam Wiegersma voor de rechtbank getuigen dat het om een flinke scheur van 4 à 5 cm lengte ging en dat het flink bloedde. Raijmundus moest ‘n half jaar het gevang in.

Een zonderling voorval (wonder)

Op 17 april 1862 schoot er bij zuster Bernarda [1] in de kloosterkapel van Huize Sint-Jozeph tijdens het knielen een naald in haar knie. Te hulp geroepen geneesheren konden de naald niet vinden. Er werd een noveen gehouden. Onder het lezen van de officie werd de zuster eene trilling gewaar in het been en de naald en de pijn waren verdwenen.

In het kloostmemoriaal wordt het voorval als volgt beschreven [2]:

Den 17den April had er in het Gesticht een zonderling geval plaats. Zr. M. Bernarda knielde in de Kapel neer en gevoelde dat eene naald in haren knie schoot. Met de spoedigste hulp van een Geneesheer was er nog geene mogelijkheid er de naald uit te trekken. De Dokter van Venray werd gehaald, wendde, met den Geneesheer van het huis tevergeefs alle mogelijke middelen aan, zoodat beiden bekenden dat er menschelijke wijze geene mogelijkheid meer bestond om de naald te achterhalen. De goede Zuster had met eene voorbeeldige kloekmoedigheid de pijnlijke operatie geleden.
De Zusters van het Moederhuis, zoowel als die van dit Gesticht, door medelijden bewogen, besloten met veel vertrouwen gezamenlijk eene Novene te beginnen, die den 1sten Mei zou eindigen.
Den avond waarop de Novene eindigde, vraagde de lijderesse verlof om het Goddelijk officie mede in de Kapel te gaan lezen; dit werd haar vergund. Onder het lezen werd zij eene trilling gewaar in het been, en gevoelde ook dat de knie minder stijf was; na de Getijden gelezen te hebben, kwam zij zonder eenig steunsel, tot verwondering van allen, die haren toestand kenden, den refter binnen.
Des anderendaags ging zij naar de kerk en ontving de H. Communie om den Goeden God en Zijne H. Moeder, voor die buitengewone gunst te bedanken.
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Bedoeld is vermoedelijk zuster Bernardina, Maria Elisabeth van Hoof (1822-1883).
  2. Kloosterarchieven St. Agatha - Memoriaal in het archief van de zusters Franciscanessen inv.nr. 579

Eerste vliegtuig boven Deurne

Fokker in zijn Spin Dutch aviation pioneer Fokker in his first aircraft.jpg

Het eerste vliegtuig boven Deurne werd op 8 september 1913 gesignaleerd.

Na de eerste vlucht van de gebroeders Wright op 17 december 1903 zou het nog een geruime tijd duren voordat het eerste vliegtuig boven Nederland vloog. Op 27 juni 1909 vloog de Franse luchtvaartpionier Charles de Lambert zijn eerst rondje, zijn vlucht duurde slechts drie en 'n halve minuut, in de buurt van Etten-Leur.

Dank zij een bericht in het Helmondsch Nieuwsblad weten we exact wanneer het eerste vliegtuig boven Deurne vloog, namelijk op 8 september 1913 om tien minuten voor acht 's morgens. Het Helmondsch Nieuwsblad van de volgende dag gaf het volgende verslag:

Gisterenmorgen, ca 10 minuten voor acht, werd veler aandacht zowel binnen- als buitenshuis gaande gemaakt door hevig motergesnor, dat maar steeds aanhield. Waar bleef toch die auto, waar kwam die stoomfiets. Toen men van vaste bodem niets gewaar werd, richtte men het oog naar boven, en ziet een statige vlucht, op slechts geringe hoogte stevende de eerste vliegmachiene over Deurne. Zij vloog Oostelijk naar Westelijke richting. Boven den Vlierdenschedijk, nam zij plotseling ene wending, naar Vlierden en ging enorm omhoog. Eerst kon men de twee inzittende duidelijk onderscheiden. Zoo'n heerlijk tochtje bij zulke prachtige Septemberochtend. 't Was heus om te watertanden.

Er wordt nog te veel gedaan aan de pruuf

Er wordt nog te veel gedaan aan de pruuf

Het woord preujve, in de betekenis van sterke drank drinken, wordt in het Deurnese dialect nog weinig gehoord. In 1903 hield pastoor Roes (toen nog pastoor in Kessel) in een stampvolle zaal van de Boerenbond in Deurne een lezing over moderne landbouwmethoden, waarbij hij ook de kwalijke gewoonte het preujve aan de orde stelde.

Hij gaf daarbij een opsomming van de uitdrukkingen en gezegden die gebruikt werden om toch nog maar eentje te pakken:

  • Het eerste glaasje wordt genomen om de pieren te verschrikken.
  • Bij no. 2 hoort men: op één been kan men niet lopen.
  • Bij no. 3 alle goede dingen in drie.
  • Het vierde om de kinderachtige smaak te verdrijven.
  • Het vijfde omdat het zo koud is.
  • Het zesde om 't zweet wat in te drogen.
  • Het zevende, omdat het voor de ganzen niet gebrouwen is.
  • Het achtste, omdat het zo lekker is.

In het verslag van deze avond in de regionale kranten werden nog de volgende woorden van pastoor Roes geciteerd:

Neen, als ge er maar op aan drinkt en schenkt, als de glaasjes dikwijls van de schouw of uit de kast moeten komen, als de kinderen er maar op uitgestuurd worden om wat in 't fleschke te halen, boert niet vooruit hoor!

Gelddief op de Meulenhof

Gelddief op de Meulenhof

De 18-jarige Nicolaas Duppen uit Venray werkte in het jaar 1756 als boerenknecht op de Meulenhof. Voor de open deur van de boerderij van Gijsbert Manders zat daar een meisje van tien jaar aardappelen te schrapen. Maar Nicolaas kon stiekem naar binnen sluipen en graaide er een zakje geld weg.
Een dag later zag Gijsbert Manders de dief in een herberg te Deurne, waar die aan het kaartspelen was.

Gijsbert meldde het de vorster van Deurne, die vervolgens de dief arresteerde en tijdelijk onderbracht in herberg De Zwaan om hem te fouilleren. Maar Nicolaas moest plots erg plassen en ging naar het huiske (de wc). Bij het passeren van het varkenskot gooide hij het gestolen zakje geld in het kot en vervolgens sloeg hij op de vlucht. Maar de vorster wist hem weer in de kraag te grijpen. Nicolaas Duppen werd later door de scherprechter gegeseld en verbannen uit Deurne.

Gezonde Peellucht in 1924

In het streekblad De Zuid-Willemsvaart van 28 februari 1924 stond onder Provinciaal Nieuws het volgende:

DEURNE. Als bewijs welken weldadigen invloed de peellucht uitoefent op den duur van het menschelijk leven, diene dat in onze gemeente 58 personen ouder zijn dan 80 jaar, onder deze zijn er 4, die in de negentig zijn en 3, die dit jaar nog 90 worden. Bovendien zijn er nog 14 personen die dit jaar 80 jaar worden.[1]

De oudste inwoner van Deurne was op dat moment de 92-jarige Joanna Maria Manders (1831-1924).

De uiting in de krant is opvallend, omdat in die periode boslucht gezond werd geacht, getuige de bouw van sanatoria in dergelijke gebieden, terwijl veengebieden juist tot de ongezondere landschappen werden gerekend.

Bronnen, noten en/of referenties

Heroprichting Jeugdverenigingen Deurne

Toespraak van voorzitter Kees van den Broek. Rechts achter hem vlnr: Ricus Goossens, kapelaan van der Steen en Annie van den Broek
Foto: collectie Ton Hartjens

Begin 20e eeuw werden er in Deurne, mede door pastoors en kapelaans, veel katholieke jeugdverenigingen opgericht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd op last van de bezetter het hele verenigingsleven stilgelegd.


Ontstaan verenigingen

Begin 20e eeuw was een bloeitijd voor de katholieke verenigingen. Het patronaatsgebouw Rust Roest was toen altijd druk bezet door verenigingen zoals onder andere:

Oorlog

Een enkele vereniging had al last gehad van de mobilisatie 1914-1918 toen er veel Deurnenaren door het leger opgeroepen werden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden deze verenigingen echter door de bezetter verboden. Na de oorlog kwam het verenigingsleven geleidelijk aan weer goed op gang en tot bloei waarbij enkele personen nadrukkelijk het voortouw namen.

”Heroprichting”

Op 22 februari 1959 werd in het patronaatsgebouw Rust Roest aan de Kruisstraat het feit herdacht dat de Deurnese rk jeugdverenigingen, twaalf en een half jaar na de Tweede Wereldoorlog, zoals dat genoemd werd, “heropgericht” waren. Voor deze herdenking was zelfs een feestcomité gevormd waarvan Cornelis van den Broek (1897-1981) de voorzitter was. Onder zijn leiding had men in het Patronaat een herdenkingsfeest georganiseerd. In zijn toespraak bedankte Kees van den Broek de betrokkenen voor het werk dat er gedaan was voor de heroprichting direct na de oorlog.

Annie van den Broek kreeg het gouden waarderingsteken voor haar werk bij de Gidsen. Piet van Hoek (1917-1986) werd door de Heer Boumans, commissaris van district de Peel, tot Ere-hopman van de verkennerij benoemd. Verder schonk het herdenkingscomité twee cIubvlaggen, een voor de gidsen en een voor de verkennerij.

Verwarring

Achteraf gezien heeft deze gang van zaken tot veel verwarring geleid. Enerzijds omdat deze verenigingen de zogenaamde “heroprichtingsdatum” als nieuw startpunt zijn gaan hanteren en de achterliggende historie van de vereniging daarbij helemaal uit het oog verloren terwijl andere Deurnese verenigingen zoals bijvoorbeeld de Oranjevereniging (1911) en Harmonie Deurne (1874), die tijdens de oorlog onder dezelfde omstandigheden verkeerden, de oorspronkelijke oprichtingsdatum en oprichters zijn blijven koesteren.

Staand: Ere-hopman Piet van Hoek (links) en Bouwmans (rechts). Zittend uiterst links Adriaan Moonen (1904-1967) en daarnaast Ko Vermeer
Foto: collectie Gerard van Hoek

Het Dorp van Ouwerling

De heraldiek op de tentoonstelling te Arnhem LR.jpg
Ex libris ouwerling 1884.jpg

Iedereen kent Het Dorp van Wim Sonneveld, waarvan Friso Wiegersma de tekst produceerde. In februari 2017 schonk de oud-Deurnenaar Gerard Koster aan de bibliotheek van het heemhuis een boekwerkje uit 1879, getiteld De heraldiek op de tentoonstelling te Arnhem. Op zich niets bijzonders maar wel de naam van de vroegere bezitter die tot twee keer toe voor in het boekje is geschreven, namelijk van de naamgever van onze heemkundekring H.N. Ouwerling. Ook zit voor in het boek het ex libris van Fré Ouwerling, de jongste broer van Hendrik.

De schenking is extra bijzonder omdat daarin ook een tweetal cahierblaadjes zaten, waarop Ouwerling enkele aanzetten tot een gedicht schreef. Een daarvan gaat over zijn mijmeringen over het dorp van zijn jeugd, in dit geval Woensel waar Ouwerling van zijn zesde tot zijn vijftiende jaar woonde.

Ouwerling verwoordde zijn gedachten over zijn jeugddorp als volgt:

Terwijl ik nederzit in diep gepeins verzonken
Komt mij weer duidelijk het dorpken voor de geest
Waar vreugde en rein genot mij alom tegenblonken
Waar ik, jongling, zoo gelukkig ben geweest
En schoon het stadsgewoel mij golft en bromt langs de ooren
Keer ik in zoeten droom vaak naar dat plekje weer
Bezoek er zijne kerk, bezie er blij zijn toren
En kniel voor 't houten kruis op 't groene kerkhof neer
Dan komt een vreemd gevoel zich van mij meester maken
Dat mij geheel en al verre met zich voert,
Dat menig sluimrend beeld van vroeger doet ontwaken
Dat menigmaal een snaar van menschenharte roert
De vrienden zich dan weer uit mijne kindsche jaren
Zij scharen zich om mij, zooals zij vroeger deen
en vloog de tijd voorbij zij bleven, wat zij waren
Eenvoudig rein van hart en vol beminn'lijkheen.

Hoofdpagina


DeurneWiki

de historische encyclopedie voor de gemeente Deurne

LEESMIJ EERST
Hulp en contact

DeurneWiki telt op dit moment 15.907 artikelen, 60.369 afbeeldingen en 820 geregistreerde gebruikers.
 
 
Icoon

Nieuwste DeurneWiki Pagina's en willekeurig plaatje

 
 
Icoon

Uitgelicht

Zelf informatie aan DeurneWiki toevoegen of corrigeren?

Wist u dat iedereen (ook u) artikelen kan aanpassen of aanmaken in DeurneWiki? Doet u dat vooral ook zodat DeurneWiki nog rijker wordt aan informatie. Klik op "bewerken" bovenaan de pagina om een pagina aan te vullen of te corrigeren.
Vind u de codes of opmaak nog lastig? Zie dan de minicursus DeurneWiki voor beginners
Lees Hulp en contact om meer te weten over het beleid en hoe pagina's aan te passen. Kijk ook eens op de helppagina!

Zoeken in het fotoarchief in DeurneWiki

U kunt het fotoarchief door middel van een zoekterm (alleen hele woorden) doorzoeken. Door in het scherm Speciaal Zoeken de zoekterm in te vullen en op Foto's te klikken (NIET op Zoeken dus).

De schoenendoos van oma

De schoenendoos van oma is vaak een onuitputtelijk bron van informatie. Grootmoeder stopte daar van alles in: ansichtkaarten, krantenknipsels, jubileumboekjes en de oude (vergeelde) foto’s van toen. Laat ze niet verloren gaan, breng ze NIET naar de stort maar naar het heemhuis svp!
 
 
Icoon

Wie wat waar?

Bestand:24.111.jpg

Foto 24.111 - De Katholieke Jonge Vrouwen (KJV). Zij marcheren (in een optocht bij een priesterfeest?) over de Molenstraat bij het kruispunt met de Veldstraat richting Zeilberg.

Een van de vrouwen is Maria Huberdina Janssen, dochter van Lambertus Johannes Janssen (1873-1955), later gehuwd met Johannes Antonius Josephus Goossens (1910-1995).

Op de achtergrond vlnr: de huizen van Van Essen (waarvan één dochter trouwde met de kantonnier Franciscus van de Kruijs (1906-1985)) en van Munsters "den Boterkletser" (die werkte op het stoomzuivelfabriek). [1]


Bronnen, noten en/of referenties
  1. Met dank aan Harrie Aarts, Cis Goossens-de Vet en Wim Kivits, die na een oproep in de rubriek "Wie wat waar" reageerden en de gewenste informatie en namen in december 2015 aanleverden.



Indien u meer kunt vertellen over de foto(’s) in de rubriek Wie wat waar dan vragen wij u vriendelijk, onder vermelding van het relevante fotonummer, contact op te nemen met Hans of Anneke van Hoek e-mail: hoek300@ziggo.nl.
 
 
Icoon

Oude filmverslagen over Deurne

Heeft u nog oude filmbeelden over Deurne of haar kerkdorpen? Heemkundekring H.N. Ouwerling wil graag een (digitaal) kopie ervan in haar filmarchief opnemen en eventueel gebruiken voor DeurneWiki en andere publicaties.

Korte videoverslagen kunt u laten uploaden naar het YouTube kanaal van de werkgroep Beeld en Geluid van heemkundekring H.N. Ouwerling. Contact opnemen met leden van de werkgroep Beeld en Geluid kan via info@heemkundekringdeurne.nl.
 
 
Icoon

Een historisch feitje

Ondertrouw

Ondertrouw in de periode laat 19e- vroeg 20e eeuw ging vaak gepaard met “wapengekletter” en een overhoring door de pastoor.


Als het aanstaande bruidspaar in die periode op het raadhuis hun voorgenomen huwelijk kenbaar ging maken, ging aantekenen, was het de gewoonte om ter ere van de aanstaande bruid en bruidegom vuurwapenen af te schieten. Op de Beersdonk in Vlierden werd daarbij op 20 oktober 1893 iemand ernstig gewond aan het been.[1]

De pastoor voelde de trouwlustigen daarna nog eens flink aan de tand door hen de katechismus te overhoren!

Literatuur

Tentoonstellingsgids Levensloop 1840-1940, heemkundekring H.N. Ouwerling Deurne


Referenties
  1. 3 november 1893 "Nieuws van de Week"
 
 
Icoon

Colofon

DeurneWiki

  • DeurneWiki is een digitale historische encyclopedie over de gemeente Deurne.
  • DeurneWiki is een publicatie van heemkundekring H.N. Ouwerling.
  • Technisch gerealiseerd december 2009 door Joost de Haan.
  • Is gebaseerd op database webapplicatie MediaWiki 1.39.6.
  • Is gelanceerd op internet op 11 april 2010.
  • Beheer en coördinatie:
    • Leden van de werkgroep Beeld en Geluid van heemkundekring H.N. Ouwerling schrijven, redigeren, plaatsen foto’s en updaten de teksten in de database en instrueren personen die aan deze activiteit deel willen nemen.
    • Technische beheer, opleidingen, training en advies: Joost de Haan
    • Duurzame digitale opslag, VPS: YourHosting

Contact

Algemeen

DeurneWiki huldigt het principe dat iedereen, waar ook ter wereld, alles en altijd kan wijzigen. Mogen bijdragen aan DeurneWiki is geen recht, maar een voorrecht. Wie dit voorrecht misbruikt kan geblokkeerd worden.

Disclaimer

Ofschoon alle teksten en afbeeldingen zorgvuldig gecontroleerd worden neemt het bestuur van heemkundekring H.N. Ouwerling geen verantwoording voor eventuele fouten, onvolledigheden of schending van auteursrechten in DeurneWiki. Zodra blijkt dat auteursrechten aantoonbaar geschonden zijn zal het betreffende stuk door de beheerders verwijderd of aangepast worden.

We doen ook ons uiterste best van alle betrokkenen toestemming te verkrijgen voor publicatie van gegevens over nog levende personen. Staan uw gegevens op deze website en hebt u daar bezwaar tegen, dan horen wij dat graag en zullen wij deze zonder navraag naar redenen verwijderen.
P Photography.png

Fotoarchief

Mens en Maatschappij
Mens en Maatschappij
Kcoloreditnl.png

Cultuur

Geschiedenis, Landen & Volken, Taal

Geschiedenis

Persoon

Persoon

P geography.png

Geografie

De fraaie hardstenen trottoirbanden ter hoogte van huize Landzicht

In 1919 kreeg Deurne zijn eerste trottoir. Piet Coopmans en Van de Mortel, twee bewoners van de Stationsstraat, wilden de grond voor hun huis gratis afstaan aan de gemeente Deurne en Liessel als die ervoor zou zorgen dat er trottoirs kwamen. Een extern ingenieursbureau werd in de arm genomen en maakte een betegelingsplan. Het raadslid Ouwerling, die zelf een fervent wandelaar was, vond de plannen prachtig en riep uit: “Hoe mooier Deurne gemaakt wordt hoe liever ik het heb!”. Er werd besloten om duurdere hardstenen randen te gebruiken. Men kon toen nog niet weten dat het einde van het miljoenenparadijs nabij was. In de Stationsstraat zijn de hardstenen trottoirbanden uit 1919 nog steeds te bewonderen.

Verdienen deze hoogbejaarde fraaie trottoirbanden niet een beschermde status als gemeentelijk monument?

In 1924 werd antiek aardewerk gevonden in Vlierden

In 1924 werd antiek aardewerk gevonden in Vlierden. Zo meldde het Eindhovens Dagblad van 12 februari 1924 het volgende:

VLIERDEN. Bij het opgraven der fundeeringen voor het bouwen eener boerderij werden alhier een drietal ronde vazen van bruin aardewerk gevonden, voor het meerendeel nog ongeschonden. Een er van was versierd met kunstig gevormd beeldwerk en droeg het jaartal 1596, terwijl een ander vaasje voorzien was van drie ooren. Naar we vernemen is het gevondene reeds door liefhebbers van antiek aardewerk aangekocht.[1]

Volgens de lijst van bouwvergunningen Vlierden 1903-1925 werden in 1924 bouwvergunningen aangevraagd voor zeven woningen in Vlierden.

Bronnen, noten en/of referenties

Jongetje van 10 jaar schiet een schutter dood

In 1797 vond een tragisch ongeval plaats in Deurne. De plaats van handeling was het veld van Christiaan Leonhardi. Leonardi woonde destijds op de hoek van de huidige Heuvelstraat en de Helmondseweg, ongeveer waar nu een chinees restaurant is.

Op 11 december van dat jaar waren daar rond twee uur 's middags Jan en Antonie Strijbosch, Jan Hendrik Munsters en Albertus Gerardus Groeneman samengekomen. Er was een weddenschap afgesloten over de vraag of men wel of niet door een hoed kon schieten en deze samenkomst moest daarover uitsluitsel geven. De gepensionneerde beroepsmilitair en jager Leonhardi bezat uiteraard een geweer. Diens 10-jarige zoon George Christiaan[1] ging binnen het (geladen) geweer halen en wilde het overhandigen aan Groeneman. Daarbij ging er iets mis, het geweer ging af en de 33-jarige Jan Hendrik Munsters werd dodelijk in de hartstreek getroffen.

Jan en Antonie Strijbosch verklaarden later dat er absoluut geen sprake was van ruzie maar dat het een triest en onbedoeld ongeluk was.[2]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Hij huwde later met Marie Sophia Deloije en overleed te Bergen op Zoom op 9 mei 1859.
  2. RHCe Recht.Arch. Deurne inv.nr. 148 folio 107.

Karthuizerklooster in de Peel

Plannen tot stichting van een Karthuizerklooster in de Peel werden in 1926 gemaakt maar nooit gerealiseerd.


Een van de wensen van burgemeester Van Beek, die mede als initiator van de vereniging Peelbelang nauw betrokken was bij het wel en wee van de Peel, was dat hier eens midden in de uitgestrekte ontgonnen gebied een klooster zou verrijzen.

Daartoe stuurde hij op 15 januari 1926 zowel een brief naar pater prior van de Karthuizers in Chartreuse te Valsainte près Bulle in het kanton Freiburg in Zwitserland als naar mr. Scholtens in Houten.

Hij was dan ook aangenaam verrast toen de in Aarle-Rixtel geboren Bossche monseigneur C.C. Prinssen hem in februari 1926 de volgende brief schreef.

Van invloedrijke zijde worden pogingen aangewend om de verkrijgen in Nederland de vestiging van een abdij der groote Chartreuse. Er zijn reeds vele aanbiedingen voor kloosterterreinen verzameld. Eene beslissing of men zich in Nederland zal vestigen zal genomen worden op het generaal-kapittel der orde dat omstreeks Paschen zal gehouden worden te Lucca In Italië. Toen ik een en ander vernam, kwam de gedachte bij mij op: zou de Deurnesche Peel niet een geschikt terrein zijn om daar een Chartreuse te vestigen; het zou een middelpunt kunnen vormen van de ontwikkeling die de Peel wellicht in de naaste toekomst tegemoet gaat. Mag ik daarop uwe aandacht eens vestigen en indien de zaak u interesseert zou u zich kunnen wenden tot mr. Scholtens, burgemeester van Houten (prov. Utrecht) die in de commissie van voorbereiding zitting heeft.

De brief van monseigneur Prinssen was voor Van Beek aanleiding om nogmaals schriftelijk contact op te nemen met mr. Scholtens. Daarin schreef hij onder meer Ik geloof niet dat men elders gronden heeft van zo gunstige ligging voor een klooster als in de Peel onder Deurne.

Al op 24 februari kreeg Van Beek antwoord van mr. Scholtens. De terreinen in de Peel onder Deurne zouden inderdaad zeer geschikt zijn. Zowel de eenzame ligging als de kwaliteit van de grond zijn voortreffelijk. De definitieve keuze van de vestigingsplaats moest op dat moment nog gemaakt worden en zou, als alles meezat, dat. voorjaar plaatsvinden. Maar mr. Scholtens waarschuwde Van Beek dat het vooral een kwestie van geld was. Als Deurne een goede kans wilde maken, er was in een aantal andere plaatsen grote belangstelling, dan zou ze een complex woeste grond van zo'n 80 hectare beschikbaar moeten stellen, liefst gratis of anders tegen een geringe vergoeding van bijvoorbeeld 3.000 gulden. Scholtens gaf nog de suggestie om een weldoener te vinden, die bereid was om "stichter" van het klooster te worden door aan de orde een dergelijk complex te schenken.

Van Beek liet zich niet ontmoedigen door deze brief van mr. Scholtens en stelde in de vergadering van B en W van 25 februari 1926 voor om de mogelijke vestiging van het klooster voor te leggen aan de gemeenteraad.

Op 10 maart was de laatste vergadering waarin de gemeenteraad voor de fusie met de gemeente Vlierden bij elkaar kwam. In het verslag dat in de krant verscheen over deze vergadering werd met geen woord gerept over de mogelijke komst van een klooster. Twee dagen later schreef Van Beek aan zijn college Scholtens dat het onderwerp in die vergadering wel degelijk besproken was - mogelijk in het geheime gedeelte - en dat de raad in de oude samenstelling niet onwelwillend tegenover het idee stond en omarmde men eenparig het plan om daarmee de nieuwe raad, die daarover uiteindelijk moest beslissen, te influenceeren. Ook wees Van Beek nog op het feit dat via een smalspoor de bouwmaterialen snel en goedkoop met een smalspoorlijn vanaf het stationsemplacement (De Halte) naar de bouwlocatie konden worden gebracht.

In mei 1926 ontving de bisschop van Roermond dat men de plannen voor de Nederlandse vestiging, vanwege de economische malaise, voorlopig inde ijskast zette. Mochten er betere tijden aanbreken dan zou volgens de krant Deurne een grote kans maken als vestigingsplaats.[1]

Daarna bleef het lange tijd stil rond de mogelijke vestiging van de Karthuizerabdij. In september 1927 vernam de burgemeester dat ook Uden nog in de race was voor het klooster. Hij meldde mr. Scholtens dat de gemeente Deurne nog steeds wel genegen was om zo'n 80 hectare grond gratis of tegen zeer geringe vergoeding beschikbaar re stellen. Scholtens antwoordde dat de geruchten over de mogelijke vestiging in Uden hoogst voorbarig waren en dat een definitieve beslissing nog wel enkele maanden op zich zou laten wachten.

Uiteindelijk zag de orde af van vestiging in Nederland en kwam er dus geen Karthuizerabdij in Deurne.

Bronnen, noten en/of referenties
  • RHCe toegang 13180 Gemeentearchief Deurne 1813-1950 inv.nr. 29/58

Kind vermist

Kind vermist

Op donderdag 4 augustus 1927 naderde de D-trein vanuit Duitsland het station in Deurne. Enkele honderden meters voor het station moest er een noodstop worden gemaakt omdat men meende dat er een wagon was warm geloopen. De trein werd opgetrokken naar het station Deurne, waar het probleem nader werd onderzocht; het bleek een defecte rem te zijn en toen het euvel was verholpen kon de trein weer vertrekken.

Maar de trein had nog maar een paar honderd meter gereden of er werd aan de noodrem getrokken. Wat was er aan de hand? Een Engelse gezin, dat met die trein reisde, merkte tot hun grote schrik dat een van hun kinderen ontbrak. Na wat zoekwerk bleek het kind, dat bij de reparatie in Deurne was uitgestapt, bij het vertrek in een andere coupé te zijn ingestapt. Na de gezinshereniging kon de trein met de nodige vertraging de reis voortzetten.[1]

Bronnen, noten en/of referenties

Kinder- en/of vrouwenmishandeling

Kinder- en/of vrouwenmishandeling

Maria, de dochter van Frans Willem Gielens de Smed, werd ook wel Meriken Kebbels genoemd en was een potige dame. Ze leefde ongeveer tussen 1620 en 1680 in Deurne en was gehuwd met de uit Meijel afkomstige Jan Hermans.
Rond 1660 liep ze in Deurne op straat en zag voor het huis van Jan Willems een vierjarig kind spelen. Het is niet duidelijk wat er precies gebeurde, maar Meriken zou het kind flink hebben geslagen. Het kind gilde en schreide in ieder geval verschrikkelijk. De vader, die binnen zat te eten, hoorde dat en kwam naar buiten met in zijn hand een stuk hout waarmee hij in zijn pap had geroerd.
De vader vertelde later aan de schepenen van Deurne dat Meriken zijn kind zo hard had geslagen dat ze daarvoor moest worden berecht.
Van haar kant daagden Meriken en haar man de vader voor het Deurnese gerecht. Ze was volgens haar door Jan Willems zo furieuselijcken ter aerden nedergeworpen, geslagen en gestooten, dat ze thuis eenen merckelijcken tijt het bed moest houden.
Van zijn kant verklaarde Jan later dat hij Meriken niet met zijn paproerhout had geslagen.

Of en zo ja welk vonnis er geveld werd door de schepenbank is helaas uit de bewaard gebleven archiefstukken niet op te maken.

Mestprobleem

De mesthoop bij het huis van Wout Kuijpers aan de Vestingweg.

Het mestprobleem van de Deurnese boeren is niet van vandaag of gisteren; gaat het nu om een mestoverschot, vroeger ging het om de vraag hoe aan mest te komen en daarmee het land vruchtbaar te houden.

Rond 1870 hadden de Deurnese boeren een nijpend mestprobleem. Er was toen niet te veel maar te weinig mest. Bij een publieke verkoop van een mesthoop werd er grif negen gulden voor geboden.

Op 23 februari 1870 werd Martinus Meulendijks voor dat bedrag de trotse nieuwe eigenaar van een mesthoop. En dat in een tijd dat een koe 102 gulden kostte en men voor een kar ruim elf gulden neertelde.

Ondertrouw

Ondertrouw in de periode laat 19e- vroeg 20e eeuw ging vaak gepaard met “wapengekletter” en een overhoring door de pastoor.


Als het aanstaande bruidspaar in die periode op het raadhuis hun voorgenomen huwelijk kenbaar ging maken, ging aantekenen, was het de gewoonte om ter ere van de aanstaande bruid en bruidegom vuurwapenen af te schieten. Op de Beersdonk in Vlierden werd daarbij op 20 oktober 1893 iemand ernstig gewond aan het been.[1]

De pastoor voelde de trouwlustigen daarna nog eens flink aan de tand door hen de katechismus te overhoren!

Literatuur

Tentoonstellingsgids Levensloop 1840-1940, heemkundekring H.N. Ouwerling Deurne


Referenties
  1. 3 november 1893 "Nieuws van de Week"

Otter

European otter 02.jpg

Dat vóór 1905 ook Deurne tot het leefgebied van de otter hoorde, werd bewezen door jachtopziener Petrus Bartels. Het arikel dat hierover in De Zuid-Willemsvaart van 24 maart 1906 verscheen, geeft een aardige inkijk hoe men destijds over "wildbeheer" dacht.

Liessel. Dezer dagen werd door den jachtopziener Bartels, buitengewoon onbezoldigd rijksveldwachter op het jachtterrein van den WelEdelen Heer van Loon te 's-Gravenhage, in het riviertje de Aa met een klem een prachtige vischotter gevangen. Het in deze streken bijna onbekend dier woog 16 halve kilo's. Dit prachtexemplaar is opgezonden aan bovengenoemden Heer van Loon. Voor de huid alleen werd te vergeefs door een huidhandelaar 12 gulden geboden. Sedert den korten tijd dat Bartels hier dienst doet, heeft hij het jachtterrein van zijn Heer ijverig en met uitstekend gevolg besurveilleerd, getuige de groote wildrijkheid der jacht, waarvan de laatste drijfjacht kan getuigen; ijverig en bewakend maakt hij toch geen procesverbaal, of hij moet alles goed gezien en gehoord hebben. Sedert hij hier in dienst is, heeft hij een vossennest met 7 jongen weten te bemachtigen, enorm bunsings en wezels gevangen, daarbij nog vele roofvogels geschoten, waaronder één valk van het grootste soort. Zulk een ijverig, plichtvervullend beambte is op een jachtterrein een flinke bezoldiging waard.[1]
Bronnen, noten en/of referenties

Oude Jaap verliet Liessel in 1921

De Zuid-Willemsvaart van 15 april 1921 meldde het volgende:

LIESSEL.
Een der oudste inwoners onzer parochie, huizende op de Leizing is vertrokken. Reeds vroeger zijn meerdere pogingen aangewend om hem tot vertrek te bewegen, maar die bleken steeds tevergeefs. Nadat onze Burgemeester hem Woensdag met een bezoek had vereerd en Sinjeur was gefotografeerd, schijnt de zaak veranderd. Zoo juist passeerde hij door ons dorp op de kar van voerman Dielissen. Uit ieder huis kwamen belanghebbenden en nieuwsgierigen om Jaap van de Leizing goeden dag te zeggen. Bij het Boerenbondsgebouw werd door Meester van Helden en Engels het signalement vastgesteld. Wigvormig, hoog 1.80 M. breed 1.20 M., dik ruim 60 c.M., gewicht 1780 kilo's Men beweert dat de reuzenkei in de Ardennen is geboren.[1]
Bronnen, noten en/of referenties

Oude meesters op de Hazeldonk

Op 11 oktober 1853 liet de Deurnese notaris Van Riet een advertentie plaatsen in de Noord-Brabanter, waarin hij aankondigde dat een week later op de Hazeldonk (in de advertentie stond Hazendonk) een publieke verkoop zou worden gehouden. Onder de te veilen goederen bevonden zich ook een aantal schilderijen van voorname meesters. Vier van deze meesters werden in de advertentie ook met name genoemd: Van Dijk, Jordaans, Martin de Vos en Cirquosi.

Als het hier om originele schilderijen van de Vlaamse kunstschilders Anthony van Dyck, Jacob Jordaens en Martin de Vos ging, dan mocht inderdaad gesproken worden over voorname meesters.

De notariële akte van deze verkoop is bewaard gebleven. Op de Hazeldonk woonde destijds vrouwe Helene Honorine Coelina Amenaïde Pappaert, die in opdracht van haar echtgenoot jonkheer Rutger Bangeman Huijgens van Löwendal een groot aantal roerende goederen verkocht. De totale verkoop, uitgesmeerd over twee dagen, leverde bijna 2.200 gulden op. De voorname meesters brachten, samen met een groot aantal andere schilderijen, ruim 87 gulden op. Duidelijk is wel dat museum De Wieger vóór de uitverkoop in 1854 een voorganger had in het voormalige doktershuis van d'Aumerie aan de Hazeldonk.

Jammer genoeg werden de verkochte schilderijen niet met de namen van de kunstenaars erbij genoemd. Wel weten we wie de kopers van de schilderijen en welke bedragen er werden neergeteld. Het geeft een aardig overzichtje van de kunstminnende elite in de omstreken van Deurne.

  • schilderijen, Theodor Willem Passtoors, doctor te Deurne, fl. 0,50
  • schilderijen, Bernhard Martzeller, doctor te Asten, fl. 13,15
  • schliderijen, Hein van Baar, secretaris te Deurne, fl. 11,25
  • schilderijen, Willem Wesselman, advocaat te Helmond, fl. 3,75
  • schilderijen, Maria Hummelinck, rentenierster te Asten, 4,65
  • schilderijen, Daniël van Perls, commies te Someren, fl. 4,60
  • schilderijen, Leonardus Thunus, koopman te Helmond, 1,90
  • schilderijen, Daniël van Lierop, slager te Asten, fl. 1,20
  • schilderijen, Johannes Wasserman, ontvanger te Asten, fl. 2,80
  • schilderijen, Marten Kooij, ambtenaar te Asten, fl. 1,25
  • schilderijen, Piet de Jong, notaris te St.-Oedenrode, fl. 5,25
  • schilderijen, Wouter van Deventer, voerman te Deurne, fl. 2,60
  • schilderijen, Hendrik Kemps, pastoor te Asten, fl. 4,25
  • schilderijen, Piet Prinssen, molenaar te Asten, fl. 10,30
  • schilderij, Cornelis te Wit, schoenmaker te Asten, fl. 1,50
  • schilderijen, Louis Sala, koopman te 's Bosch, fl. 8,50
  • schilderijen, Jan van den Heuvel, koopman te Stiphout, fl. 3,00
  • twee schilderijen, Hein van Baar voornoemd, fl. 2,70
  • twee schilderijen, Hein van Baar voornoemd, fl. 3,00
  • een schilderij, Hein van Baar voornoemd, fl. 1,50
  • een schilderij, Bernhard Martzeller voornoemd, fl. 3,50
  • een schilderij, Bernhard Martzeller voornoemd, fl. 9,00
  • een schilderij, Bernhard Martzeller voornoe fl. 7,00
  • een schilderij, Arnoldus van Hoek, opziener der jacht te Deurne, fl. 8,50
  • een schilderij, Arnoldus van Hoek voornoemd, fl. 8,25
  • een schilderij, Daniël van Perls voornoemd, fl. 10,00
  • een schilderij, Bernhard Martzeller voornoemd, fl. 8,00
  • een schilderij, Bernhard Martzeller voornoemd, fl. 19,50
  • een schilderij, Bernhard Martzeller voornoemd, fl. 11,00
  • een schilderij, Hein van Baar voornoemd, fl. 3,00

    Over-in-kas

Op 10 februari 1921 informeerde voorzitter Van de Vranden het bestuur van de Boerenleenbank Deurne over het feit, dat door de gewezen kassier Hannes Wijlen aan de bank een bedrag van f. 272,42 was afgedragen. Dit bedrag had hij in de loop van het vorig boekjaar, 1920, als `te veel in kas' bevonden. Naar de herkomst kon hij slechts gissen. Het bestuur besloot het bedrag te boeken op naam van N.N. en af te wachten of er nog enige opheldering te krijgen was. Op 3 juli 1927 nam het Bestuur een definitief besluit over wat was gaan heten het "over-in-kas", inmiddels zijnde f. 331,73. Tot die datum had zich nog steeds niemand gemeld. Bij bestuursbesluit van 6 juni 1927 was aan de geestelijk adviseur gevraagd een gesprek te hebben met Wijlen. Deze ging akkoord, zo deelde pastoor Roes mee, met het voornemen van het bestuur om hem, Wijlen, van het bedrag "over-in-kas" met de daarop gekweekte rente een kwart terug te betalen. De overige gelden gingen naar goede doelen. De kerk van de Sint-Jozefparochie, de Sint-Vincentiusvereniging Deurne en de Sint-Vincentiusvereniging Zeilberg ontvingen ieder ongeveer f. 83,-.[1]

Referenties

Overval op Boerenleenbank Deurne

Kiske Verberne omschreef in een brief van 19 april 1955 aan C. van Gog in nieuw Zeeland welke hachelijke momenten hij, twee zonen van Van Gog en enkele onverwachte bezoekers aan de bank hadden meegemaakt bij een “Overval” op Boerenleenbank Deurne aan de Stationsstraat 103.


Hij schreef in zijn brief hetvolgende:
Hebben Uw zonen niet geschreven over den “overval” op de Boerenleenbank in Deurne welke ze hebben mee gemaakt? Toch hebben die voor vier weken terug op ’n vrijdagavond hier enkele benauwde ogenblikken meegemaakt. In Deurne is nl. ’n korps vrijwillige politie. Deze moeten in dienst komen ingeval van oorlog, mobilisatie, luchtaanvallen, enz. Die lui hebben zo af en toe natuurlijk ’n oefening en zo kwam ’t hoofd van den Politie ‘ns hier aan of ik m’n medewerking zou willen verlenen met ’n oefening, waarbij ’n overval op de Bank werd gefingeerd.
Zo gedaan. Op de bewuste vrijdagavond precies ’n paar minuten voordat de overval dan zou plaats hebben, komt Piet Jegerings nog ’n boodschap doen. Ik dacht eerst direct, Piet komt zo ‘ns poolshoogte nemen. Zeker dacht ik dat toen hij zei: “Nu zou ik de geldtrommel maar eens klaar zetten, want nu zul je er aan moeten geloven”. Jullie Bert en jullie Johan stonden nl. samen in de wachtkamer. Toen Piet Jegerings uit ’t loketje ging en zich omdraaide, stonden er twee gemaskerde kerels binnen met ieder een groot cylinderpistool. “Nu zal ’t nog menens worden ook”, zei Piet nog. :”Achteruit” zeiden die kerels. Nou Piet en jouw 2 zoons, die gingen heel kalm de deur in van de gang naar de achterdeur. Ik dacht die zitten daar goed. Intussen was een van de bandieten in ’t loket gekomen en hadden wij de alarminstallatie aangezet, ’n andere jongeman, ’n zoon van Driekske Althuizen, stond eerst ook nog in ’t loket en werd met de handen omhoog ook naar de gang gedreven. Daar zag hij toen Piet Jegerings en Uw beide zoons staan en hij dacht, dat dit ook nog inbrekers waren en hij begon om hulp te roepen. Toen hebben ze de ruit uit de deur geschopt. De deur was nl. op slot en zo zijn ze buiten gekomen.
Piet heeft toen de politie op willen bellen, maar dit toestel was bezet, toen heeft hij de politie in Helmond opgebeld en die kwamen direct met ’n overvalwagen met 5 man sterk op Deurne aan. Naderhand hebben we er om gelachen, maar die vier hadden geweldig in de piepzak gezeten. Het was trouwens ook ’n angstig gezicht om in de loop van ’n revolver te moeten kijken.

Postiljon zinkt weg peelmoeras

In december 1735 werd de postiljon Elias van Koten te paard naar Venlo gestuurd om daar een zogenaamd depêche of telegram te bezorgen. Onderweg verdwaalde hij 's nachts in de Peel en zonken paard en ruiter in het moeras. Het paard liet daarbij het leven en de postiljon kon met moeite het vege lijf redden. Door de daarbij geleden kou aan zijn benen en voeten en de daarop volgende verkoudheid was hij weken lang niet in staat om te werken en dus zonder inkomen. In maart 1736 vroeg hij met succes een schadevergoeding bij de hoge overheid: hij ontving 150 gulden.[1]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Het relaas is te vinden in het Brabants Historisch Informatiecentrum, Resoluties van de Raad van State, toegangsnummer 178, inventarisnummer 325, folio 246 verso - de resoluties van vrijdag 23 maart 1736

Schietincident in 1906 tijdens de hoogmis

Een opmerkelijk schietincident deed zich voor op zondag 22 juli 1906 toen een jongeman, volgens het krantenbericht over het voorval nauwelijks de korte broek ontgroeid, in de kerk tijdens de hoogmis met een zakrevolvertje aan het spelen was dat ook nog eens per ongeluk afging. De kogel trof een andere kerkganger in de wijsvinger. Dokter Crobach, toevallig ook een van de kerkgangers, verwijderde de kogel en verzorgde de wond van het slachtoffer.[1]


Bronnen, noten en/of referenties

Spoorwegongeval van 15 januari 1901

Het ongeluk van 15 januari 1901 nabij de spoorwegovergang bij wachtpost 23 liep wonderwel zonder veel lichamelijk letsel af.


Op 15 januari 1901 was rond kwart voor elf 's avonds de nauwelijks 16-jarige hulpwachter Christiaan Kortooms (1885-1962) vergeten de bomen van de overweg te sluiten toen de trein uit Venlo passeerde. Hij was nog maar elf dagen daarvoor als hulpwachter aangesteld. Weliswaar was hij door het bloksein gewaarschuwd toen de goederentrein nr. 2206 vanaf Halte Helenaveen vertrok, maar hij was in slaap gevallen. Toen de trein de overgang passeerde, waren daar ook net Antonius van Rooij en Johannes Pijnenburg met twee karren en paarden. Van Rooij zat in de voorste kar als voorman onder de huif. Ook Pijnenburg zat achterop de eerste kar en hield met een touw zijn paard met kar vast.
Bij de botsing raakte Van Rooij bewusteloos en toen hij weer bij kennis kwam, hoorde hij gehinnik van paarden, zag hij het paard en kar van Pijnenburg, en even later ook zijn eigen paard, maar zijn kar was verdwenen. Ook Pijnenburg raakte bij de botsing enige tijd bewusteloos, maar behalve enkele lichte verwondingen hielden beiden geen letsel over aan het ongeluk. De machinist, conducteur en remmer op de trein zagen het ongeluk aankomen maar konden de trein niet tijdig stilzetten. De wrakstukken van de kar zaten vast aan de locomotief en de huif hing over een van de lantaarns van de trein.
Met een boete van drie gulden kwam de hulpwachter er zeer genadig af.

Bij het onderzoek door de officier van de arrondissementsrechtbank in Roermond bleek dat het herhaaldelijk voorkwam dat dergelijke jeugdige personen soms tot diep in de nacht (de laatste goederentrein passeerde om twee uur 's nachts) dienst moesten doen..[1]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Archief arrondissementsrechtbank Roermond inv.nr. 90 vonnis 178 Rechtbankzitting 20 februari 1901.

Spoorwegovergang aan de Vlierdenseweg

Spoorstraat begin 1900, ter hoogte van de Vlierdense overweg.
Foto: collectie Thom van der Straaten
Spoorstraat ter hoogte van de Vlierdense overweg, Wachtpost 25 is verwdenen.
De overweg na 1963.
Een ansichtkaart
08.005.jpg

De spoorwegovergang aan de Vlierdenseweg, ook wel de Vlierdense overweg genoemd, stond herhaaldelijk ter discussie.


Om vanuit de Sint-Jozefparochie in de Spoorstraat, de vroegere Stationsstraat. te komen kon men onder meer hier de spoorweg over. Bij die overweg stond aan de kant van de Spoorstraat een klein wacht- of seinhuisje waarin men de spoorbomen met de hand kon bedienen. Ook moest de dienstdoende wachter de wissels bedienen bij het rangeren van de goederenwagens op het Deurnese stations- rangeeremplacement. Dat dubbel bedienen van spoorbomen en wissels was niet altijd goed geregeld.

Hendrik Ouwerling schreef in de krant De Zuidwillemsvaart van 21 september 1901 het volgende:

Die sluitbomen kunnen niet altijd bewaakt worden, want de wachter moet bij het rangeren der treinen dienst doen als wisselwachter. Hij moet n.l. een wissel bedienen die een paar honderd meter van zijn post verwijderd is. Dat zo'n toestand gevaar oplevert kan door goede bewijzen gestaafd worden. Iedereen herinnert zich de gebeurtenis van Door van Bree uit Vlierden in 1881. Terwijl de wachter bij de wissel stond schoof Van Bree de bomen open en reed met zijn kar over de lijn terwijl de sneltrein in de onmiddellijke nabijheid was. Zijn kar en paard werden tegen de grond geworpen. De kar zwaar beschadigd en Door liep een proces op. Hij heeft voor, zijn proces maar een kleine boete opgelopen. En waarom? Omdat de hoofdschuldige niet Van Bree was, maar de spoorweg voor het opdragen van een dubbele bediening van de wachter. De toestand is niettemin blijven voortduren tot op de huidige dag.
In de dertiger jaren van de twintigste eeuw gebeurde op deze overweg, om dezelfde redenen, nog een ongeluk. Het personeel van stoomcarrousel Van Roels uit Bergen op Zoom was bezig met het lossen van zijn kermiswagens. Op het moment dat de chauffeur met zijn vrachtwagen de overweg opreed passeerde er een afgekoppelde wagon op deze plaats. Het gevolg was een flinke klap en deuken in de wagen met een scheldende bestuurder. Ook toen waren de bomen niet gesloten bij het rangeren.

Tante Nel schudt de erpels af

Het boerderijtje van Dorus Welten in de Berkenstraat. Coll. Theo Welten

Hoe ver draagt geluid? Met hulpmiddelen heel ver zoals sommigen tot hun verdriet moeten ervaren.


Soms komen we in de archieven vermeldingen tegen van menselijk stemgeluid dat tot in de verre omtrek te horen was. Zo ontstond er op vrijdag de dertiende augustus 1762 een knallende ruzie op de brug bij het kasteel tussen Maria Hampen en de vrouw van schutter Jan Wijnants. Zij schreeuwden zo hard tegen elkaar dat een toevallig passerende voerman vertelde dat hij hun getier en gescheld kon horen totdat hij aan de kerk was.

Het huis van Jan (Jacobus) Welten aan de Ferdinand Bolstraat.

Hoe ver het geluid vroeger kon dragen wordt geïllustreerd door een verhaal dat Piet Welten vertelde. Zijn oom Dorus Welten woonde met tante Nel in een oude boerderij in de Berkenstraat. Als Nel buiten de aardappelen, gekookt in een grote ijzeren ketel, ging afschudden dan droeg het geluid van het rammelend hengsel zo ver dat men in de Ferdinand Bolstraat wist en zei: "tante Nel schudt de erpels af".