Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Een Duits-Deurnese boef
De 42-jarige Jan Eijgelaer, ook genoemd Randeveger, was in Creijnstadt Bohemen geboren. Hij trouwde 1720 in Deurne met Anneke Nooijen. Deze Anneke werd bij dit huwelijk jongedochter genoemd, maar had al vier voorechtelijke kinderen. Drie waren verwekt door Everardus Munsters en een kind door Mathias Princen. Of onze Randeveger lief is geweest voor zijn vrouw is niet bekend, maar hij was wel erg stout naar anderen mensen. Dit kun je lezen in onderstaand verhaaltje.
Eerste boevenstreek:[bewerken | brontekst bewerken]
Soldaat Christiaan Poliger van de blauwe garde zat een keertje bij onze Duits-Deurnese boef lekker jenever te drinken. Na enige borreltjes kwam het tot een ruzie. Onze boef sloeg zijn gast bont en blauw. Jan maakte Cristiaan uit voor “kalvevilder” en gaf hem een oorvijg waardoor hij in een moespot viel.
Tweede boevenstreek[bewerken | brontekst bewerken]
Claas Goorts, een 16-jarige jongen, was onderweg van Budel naar Asten. Onder de gemeente Someren werd hij aangevallen door onze boef. De boef zat verstopt in een sloot en sprong plotseling op hem af met een mes in de hand. Hij dreigde met “sa geeft uw gelt aff”. Toen Claas zei dat hij geen geld had sneed onze boef met zijn mes over diens linker arm en maakte een puinhoop van zijn kleren. Vervolgens trok hij Claas met de haren op de grond en dreigde met een pistool. Hij haalde al dreigende met een pistool diverse munten uit zijn kleren. Claas smeekte hem te laten leven. Jan Randveger werd voor deze beroving vastgezet bij de president-schepen Dierck van Driel in Someren. Johannes Huijs, chirurgijn te Someren, kwam op een morgen bij de president-schepen aldaar. Onze boef riep toen tegen hen: “Ick sal op U en president vreken ende de geheele gemeente van Someren sal het moeten besnieten’
Derde boevenstreek[bewerken | brontekst bewerken]
Gijsbert Peters Hoefnagels uit Bakel, die bij zijn schoonvader woonde, vertelde de rechter dat onze boef daar een slijpsteen had gestolen.
Vierde boevenstreek[bewerken | brontekst bewerken]
Jan Willems, wonende op Brugge te Deurne, gaf aan dat de boef bij hem een schaap had gestolen. Cornelis Hikspoor en Matteus Teunis zagen dat dit schaap door hem en zijn vrouw Anneke Nooijen was geslacht. Ze zagen in huis de kop en de darmen van het schaap liggen en de rest van het schaap stond in een pot te koken.
Op 20 oktober 1727 werd in Den Bosch de doodstraf over hem uitgesproken. Voor zijn ophanging werd hij ook nog gemarteld.