Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Stationsstraat
Stationsstraat | ||
1913 | ||
Naam | Stationsstraat | |
Dorp | Deurne | |
Wijk | centrum | |
Historische namen | Boterpad, Spoorstraat | |
Aanleg | onbekend | |
Opheffing | - | |
Besluit vaststelling | 1920 |
De Stationsstraat[1], deze heette vóór 1920 de Spoorstraat, is een belangrijke ontsluitingsstraat van het centrum en een belangrijke winkelstraat van Deurne.
In de eerste helft van de negentiende eeuw was de Stationsstraat tussen de Markt en Lagekerk nog slechts een zandpad met nauwelijks bebouwing. Het westelijke deel, tussen Lagekerk en spoorlijn, was al wel de ontsluitingsweg van het dorp richting Vlierden.
Na de aanleg van de spoorlijn kreeg de weg de functie van verbindingsstraat tussen het station en de Markt.
In 1866 werd deze weg beklinkerd door de Helmondse fabrikant Rutger J. Holtus. De kosten daarvan waren 5.600 gulden.
In de raadsvergadering van 28 juni 1871 werd besloten om de straat van het centrum naar het station op te knappen. Door de Stationsstraatbewoner Antoon Johan Peereboom, die een financieel belang had in een steenfabriek in Heerewaarden, werd vervolgens een tweetal klinkermonsters aangeboden. De gemeente besloot om voor de verharding zogenaamde getrokken klinkers voor tien gulden per duizend stuks aan te schaffen.
Een belangrijk moment in de geschiedenis van de Stationsstraat was de aanleg van de kunstweg van Asten naar Boekel in 1881, waarvan de Spoorstraat onderdeel uitmaakte.
Aan de weg lagen omstreeks 1900 onder meer het hotel Van Baars, hotel Linders en de strohulzenfabriek van Johan Lohe. Tevens vinden we hier onder meer de voormalige rooms-katholieke pastorie Landzicht, het herenhuis Sint-Wilbertshove en de Boerenbond Deurne. Het aantal middenstanders en notabelen groeide na 1900 verder; onder meer Hendrik Wiegersma, Hub van Doorne, Jan Hanlo en Jan Casper van Beek woonden in deze straat, maar ook vonden hier de Boerenleenbank Deurne en de Deurnese bibliotheek hun eerste zelfstandige vestigingslocatie.
Het oostelijke deel ontwikkelde zich na 1900 van een pad met enkele herenhuizen, zoals Rozenberg en Petersburg tot straat waar zich middenstanders vestigden. Winkelpanden uit deze periode van transformatie zijn bewaard gebleven op de nummers 4a-6 en 40, respectievelijk een rijks- en gemeentelijk monument. Na de Tweede Wereldoorlog werd de winkelfunctie steeds belangrijker. Petersburg werd gesloopt en vervangen door een rij van 5 woon-winkelpanden, het eerste bouwproject van winkelpanden op deze schaal in Deurne en in de locale media wel aangeduid als de Kalverstraat van Deurne. Deze tendens zette zich in rap tempo voort, waardoor de Stationsstraat al decennia de voornaamste winkelstraat van Deurne is.
Een bijzonder overblijfsel uit vroeger tijden in de Stationsstraat zijn de fraaie natuurstenen trottoirbanden. Het gedeelte van de Stationsstraat tussen Landzicht en de Stationslaan werd in 1920 van trottoirs voorzien. Voor de toepassing van de nog steeds aanwezige hardstenen banden moest 900 gulden extra betaald worden maar Deurne was toen (nog wel) een miljoenenparadijs dus koos de raad destijds voor deze banden.[2]
Sinds de wijkindeling van de gemeente Deurne per 1 oktober 1930 begint de Stationsstraat bij de Markt en eindigt bij de Vlierdense overweg, waar de naam veranderde in Vlierdenschedijk, nu Vlierdenseweg. Deze weg loopt verder naar Vlierden en Ommel. Acht panden in de straat zijn beschermd als rijks- of gemeentelijk monument.
In 1998 was er al sprake om de straat autoluw te maken. Met name de politieke partij Deurne 19Nu was daar een voorstander van. Toch duurde het tot 2006 voordat het werkelijk zo ver was. Tussen de Markt en de Heuvelstraat werd deze straat afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Fietsers mochten wel gebruik blijven maken van de Stationsstraat en voor aanwonenden werd een aparte regeling getroffen. Dat betekende dat die straat tijdens winkeltijden uitsluitend voor bewoners, voor laden en lossen en voor hulpdiensten vanuit de Aaltje Reddingiusstraat met de auto toegankelijk was. Met de herinrichting werd eveneens de Markt autovrij op een rijstrook voor het gemeentehuis na.
Bewoners in 1955
Bronnen, noten en/of referenties |