Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Henricus Wilhelmus Roes (1864-1941)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hendrik Roes
28.080.jpg
Foto: collectie oude parochie
Persoonsinformatie
Volledige naam Henricus Wilhelmus Roes
Roepnaam Hendrik
Geboorteplaats Winssen
Geboortedatum 12 februari 1864
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 4 oktober 1941
Beroep(en) kapelaan en pastoor van Deurne
Bidprentje NBA
Pastoor Roes bij zijn 50 jarig priesterfeest.
Foto: collectie gemeente Deurne
Detailopname van het pastoor Roes-monument
Briefhoofd van pastoor Roes

Hendrik Roes (1864-1941) was kapelaan en pastoor van de Sint-Willibrordusparochie in Deurne. Tevens werd hij bekend als emancipator van de boerenstand in Peelland, net als zijn collega Gerlacus van den Elsen. Via zijn Landbouwblad Rust Roest brak hij een lans voor het gebruik van kunstmest.

Gezin en opleiding

Henricus (Hendrik) Wilhelmus Roes was een zoon van de Winssense notaris Bernardus Antonius Roes (1822-1904) en Johanna Maria van Koolwijk (1827-1876).

Zijn eerste onderricht ontving hij op de lagere school te Winssen. In 1876 vertrok hij naar Rolduc. In deze periode heeft hij vele van zijn latere medewerkers en vrienden leren kennen. Zijn besluit om priester te worden werd ook in deze periode geboren. Daarom vertrok hij naar Sint-Michielsgestel om het jaar daarop in 1883 naar het groot seminarie in Haaren te gaan. Op 15 juni 1889 werd hij door mgr. Godschalk in de St. Jan van Den Bosch tot priester gewijd.

Kapelaan en pastoor

Hij begon zijn geestelijke carrière als kapelaan in januari 1891 in Alphen aan de Maas. In die periode valt zijn pionierswerk voor het geestelijk lied in Nederland. Kapelaan Roes werkte hier bijna 10 jaar lang. Na een korte tijd in Sint-Michielsgestel werd hij per 23 mei 1902 als kapelaan benoemd te Deurne waar hij werkte in het pastorale team van pastoor Godefridus Albertus Arnoldus Bots (1855 -1918) en onder andere (geestelijk) adviseur van de Boerenbond Deurne werd.
Roes was tussen 1909 en 1919 pastoor in het Brabantse Kessel. In die periode ontstond de grote landelijke activiteit en initieerde hij het Landbouwblad Rust Roest dat landelijk uitgegeven werd.

Na 10 jaar Kessel werd hij benoemd tot pastoor van de Sint-Willibrordusparochie te Deurne, de parochie waar hij voordien als kapelaan werkte. Hij richtte er de huishoudschool Sancta Maria op en ging door met zijn activiteiten ter emancipatie van de boerenstand.

Voor zijn parochianen was hij conservatief, hield niet van veranderingen. Zo vond hij het bijvoorbeeld een verwarring der seksen als vrouwen broeken droegen, stond hij er op dat mannen en vrouwen gescheiden zaten in de kerk: de vrouwen links (Links bevond zich het beeld van de H. Maagd, de patroonheilige van vrouwen) en de mannen rechts. Hij stond ook niet toe dat mannen en vrouwen gezamenlijk een muziek- of toneeluitvoering bezochten

Hij stond op gespannen voet met dokter Hendrik Wiegersma.

Roes schreef diverse boeken over landbouwkundige zaken:

  • Landbouwboek, derde deel (1914)
  • Bemesting, veldvruchten-, groente- en ooftteelt (1922)
  • Bemesting op zandgrond

Hij was ook de grondlegger van het Deurnese Boerenbondsblaadje wat later uitgroeide tot Weekblad voor Deurne.

Armenzorg

In een doctoraalscriptie, die in 1979 verscheen, werden over pastoor Roes met betrekking tot de armenzorg in Deurne enkele opmerkelijke verhalen vastgelegd.[1]

Toen ik mijn plechtige communie deed, dan was het de gewoonte dat je nieuwe kleren kreeg. Enfin, ik kreeg een nieuw pakske, maar ja, er waren geen centen meer voor schoenen te kopen en toen trok mijn vader de stoute schoenen aan en ging naar de pastorie om een paar schoenen. Door pastoor Roes werden namelijk altijd wel een paar kinderen gekleed, schoeisel en al, die het niet zelf konden betalen. Ja, dan moest ik zaterdag naar het Liefdesgesticht komen bij de zusters en daar zou er dan wel voor gezorgd worden. Ik zaterdagmiddag er naar toe en ik kwam thuis met een pak en schoenen.'

Dat voor pastoor Roes de armenzorg hand in hand moest gaan met het geestelijk leven van de bedeelde blijkt uit het volgende verhaal.

Pastoor Roes, die wist ook wel die stille armen te zitten hoor. Want als ie op huisbezoek ging, en dat werd toen heel veel gedaan, dan ging ie zo terloops wel eens vragen stellen en de slaapkamer of zo in en of er nog wijwater in het wijwatervaatje zat en zo van die gekke dingen. En dan voelde hij zo in dat wijwatervaatje en dan zat er niks in en op hetzelfde moment had hij er een rijksdaalder ingelegd. En dan kwam hij er een week of 14 dagen later weer terug en voelde er weer of er wijwater in zat. Dus als ze dan water erin gedaan hadden, dan hadden ze die rijksdaalder gevonden. Maar het gebeurde ook wel eens, dat die rijksdaalder er nog in zat. Zulke geintjes had pastoor Roes wel.

Gedicht

Voor trouwlustige meisjes is een gedicht dat pastoor Roes publiceerde in zijn lijfblad Rust Roest.

50-jarig priesterfeest

Ter gelegenheid van zijn 50-jarig priesterfeest op 15 juni 1939 mocht pastoor Roes uit handen van mr. dr. L.N. Dekkers, in die tijd minister van Landbouw en voorzitter van het huldigingscommité, een herinneringsboek Rust Roest in ontvangst nemen. Uit diens handen mocht pastoor Roes tevens de onderscheiding van Ridder in de Orde van Oranje-Nassau ontvangen.

Nevenfunctie

  • Medeoprichter van het Wit-Gele Kruis Deurne en van 25 april 1928 tot 27 oktober 1941 geestelijk adviseur in het oprichtingsbestuur.
  • Oktober 1931: directeur-voorzitter van de r.-k. vereniging KJV
  • Oprichter van de Deurnese afdeling van de godsdienstige vereniging Derde Orde.
  • 1939 directeur-voorzitter Congregatie van Onze Lieve Vrouw

Kapelaans

In Het Nieuws van den Dag van 22 november 1913 verscheen dit bericht

Tijdens zijn pastoraat in Deurne werd hij bijgestaan door de kapelaans:

Zijn dood en begrafenis

Hendrik Roes overleed op zaterdag 4 oktober 1941 op 77-jarige leeftijd en werd begraven in een grafkelder op het kerkhof van zijn Sint-Willibrorduskerk. Hij werd er op een baar neergelegd. Bij de opening van het graf ter ruiming, in de negentiger jaren van de twintigste eeuw, werd zijn stoffelijk overschot ogenschijnlijk nog intact aangetroffen. Bij de eerste aanraking verging het lichaam echter tot stof. Het kostuum was daarentegen nog praktisch bruikbaar. Na ruiming werd de grafkelder verwijderd, doch de steen die de tombe afdekte, ligt nog op het kerkhof.

Roes werd als pastoor in Deurne opgevolgd door pastoor Witlox.

Monument

Exact tien jaar na zijn overlijden werd het plaatsen van een monument gezien als een noodzakelijke voltooiing en een kroon op het leven en werken van de Deurnese pastoor Roes. Het pastoor Roes-monument, gemaakt door Albert Termote, staat na diverse omzwervingen in het pastoor Roespark.

Pastoor Roespark

Van 1963 tot 1965 was er in de pastoorswijk in de Houtenhoek een straat naar hem vernoemd. Uiteindelijk werd die betreffende straat omgedoopt in Mozartstraat. Als hulde aan pastoor Roes is later het park tussen de Kerkstraat en de Kruisstraat naar hem genoemd: Pastoor Roespark.

Literatuur

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties