Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis
Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand.

Congregatie van Onze Lieve Vrouw

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een diploma uit 1916
collectie oudheidkamer heemkundekring
Een diploma uit 1942
Collectie oudheidkamer heemkundekring

De congregatie van Onze Lieve Vrouw, ook wel de Mariacongregatie genoemd, was een lekenvereniging onder regie van de plaatselijke kerkleiding. Waarschijnlijk hadden alle katholieke parochies binnen de gemeente Deurne in de 20e eeuw een Mariacongregatie.


De congregatie werd in de oude parochie van Deurne in 1861 ingesteld en heette officieel de congregatie der eerzame dochters van O.L. Vrouw. Deze congregatie stond onder medebescherming van de Heilige Moeder Anna. Uitsluitend ongehuwde vrouwen waren lid van de Mariacongregatie. Volgens Knippenberg zou er in 1510 in Deurne ook al een broederschap van Onze Lieve Vrouw zijn geweest.[1]

De meisjes en vrouwen kwamen als regel op zondagmiddag na het lof onder leiding van een geestelijke bij elkaar. Dat niet ieder geestelijk leider even populair was bij de dames blijkt uit een aantekening in het parochiememoriaal na het overlijden in 1918 van de deken-pastoor Bots: Duidelijk bleek dat de overleden herder niet had de algemene sympathie. In de congregatie beschouwden velen hem als een verklarende (sic) vijand.

Als men werd aangenomen als lid van de congregatie ontving men rond 1940 een door de directeur, de pastoor, ondertekend diploma met daarop ook de tekst van de akte van opdracht, die als volgt luidde:

Heilige Maria, Moeder Gods en Maagd, ik verkies U heden voor mijnde Moeder, mijne beschermster en mijne voorspreekster, ik neem vast voor, U nooit te verlaten, nooit iets tegen uwe eer te zeggen of te doen, noch te gedoogen, dat iets door mijne onderdanen daartegen gedaan worde. Ik smeek U dan, neem mij voor immer aan als uw kind, sta mij in al mijne werken bij en verlaat mij niet in het uur van mijnen dood. Amen.

Bij de viering van het gouden jubileum van pastoor Roes was hij volgens het feestnummer van het weekblad / Landbouwblad Rust Roest van 15 juni 1939 op dat moment directeur van de congregatie van de Oude Parochie met in totaal 300 leden.

Diverse gedachtenisprentjes in de verzameling van heemkundekring H.N. Ouwerling verwijzen naar het feit dat de overledene lid was van de congregatie.

Getuige deze briefkaart, waarmee men geacht werd verhindering vooraf te melden, was het lidmaatschap van de Mariacongregatie niet geheel vrijblijvend.
Het koor van de Mariacongregatie met pastoor Witlox in 1942.
foto collectie familie Wouters-Ketelaars

Reglement[bewerken | brontekst bewerken]

In het archief van de Sint-Willibrordusparochie bevindt zich een oud reglement, dat een aardige inkijk geeft in de activiteiten van deze vereniging.[2]

De congregatie der jonge dochters van O.L. Vrouw onder den titel harer onbevlekte ontvangenis en de medebescherming der H. Moeder Anna is kerkelijk opgerigt in de Parochiale Kerk der H. Willibrordus te Deurne den 8 September 1860.
De gewone ontvangsten der congregatie zijn de schaal, de offers bij uitvaarten, de offerkaarzen, verkochte boekjes.
De buitengewone ontvangsten alle vrijwillige giften in geld, die aan de congreganisten gedaan worden.
De gewone uitgaven der Congregatie zijn de boekjes, medailles, lint, missen voor de levende en overledene leden, kruizen op de graven der armen.
De buitengewone uitgaven zijn alle giften tot een goed einde en ongewone kosten.
Tot aanmoediging wordt aan de Congreganisten buiten het handboekje alles gratis gegeven, als medailjes, lint, maandbriefjes enz. hiervoor wordt in iedere congregatie een collecte gedaan.

Nota. Bovenstaande bepalingen zijn gemaakt bij de oprigting der Congregatie, bij het overlijden van haren eerste Direkteur den Weleerw. Heer J. Verhoeven, Pastoor, den 17 December 1873. Is door zijn opvolger den Weleerw. Heer W. Brox als bestuurder aangesteld den eerw. Heer J. Vermeer, Kapellaan, onder wien door den Raad der Congregatie de navolgende besluiten zijn genomen:

Besluiten

I. Tot beter overzigt en regeling zijn de leden der Congregatie verdeeld in 12 afdeelingen genomen volgens de plaatsen waar zij wonen; en aan het hoofd van elke afdeeling staat een lid van den Raad van Bestuur, zij zijn:
1ste Afdeeling. De Kom der gemeente begrensd door den Visser, de oude Brouwerij, oude Pastorij, den molen, de nieuwe Pastorij
2e “ Lage Kerk, Stationsstraat
3e “ Kruisstraat, Hulterenhoek
4e “ Terpe
5e “ Vreek, Breemortel
6e “ Hanenberg, Zeilberg
7e “ Kulert. Merchelberg
8e “ Haageind, Langstraat
9e “ Walsberg, Milheezensche Dijk
10e “ Kerkeind, Koudenhoek, Voort, Kol, Brugge
11e “ Groote en Kleine Bottel. Huizen ten Westen van den Vlierdenschen dijk
12e “ Vloeieind, Heieind, huizen ten Oosten van den Vlierdenschen Dijk.

II Van al de leden is een dubbel register opgemaakt in alphabetische naamlijst en één volgens de verschillende afdeelingen.

III Wanneer iemand de Congregatie verlaat, of van de eene afdeeling naar de andere overgaat, moet zij daarvan aangifte doen aan de Prefekte of aan het lid van den raad en dezeaan de secretaresse, die zulks in het register aantekenen

IV Wanneer iemand naar elders vertrekt en daar als lid van de Congregatie wil aangenomen worden, kan zij een bewijs vragen bij de Prefekte of den eerw. Heer Direkteur.

V Als wie in de congregatie verlangt aangenomen te worden moet zich bij de Prefekte aanmelden, zie verder art. 18 van de regelen; om de opdragt te mogen doen moet men 15 jaar (later doorgehaald en gewijzigd in 14 jaar) geworden zijn.

VI Gehuwden en weduwen worden in de congregatie niet aangenomen; de weduwen die thans in de congregatie zijn kunnen blijven, nogtans de congreganisten zijn niet gehouden bij hun overlijden de uitvaart bij te wonen; maar tot lafenis hunner ziel de profundis of een Vader ons en Wees gegroet 8 dagen te bidden, één H. Mis te hooren en één H. Communie op te dragen.

VII Wanneer een lid der Congregatie komt te overlijden, dan zullen die afdeelingen waartoe zij behoorde het lijk van af het sterfhuis naar de kerk volgen. De overige leden worden tot de uitvaart uitgenoodigd maar zijn vrij om al of niet te komen, terwijl de eersten bij afwezigheid kennis moeten geven aan het lid van den raad onder wie de afgestorvene behoorde. De afdeelingen zijn zoo bij elkandergeplaatst dat er telkens zo omtrent 40 min of meer bij zijn. De Kom der Gemeente alléén 1 Afdeeling - De Lage Kerk, Hei- en Vloeieind en Bottel 2, 11, 12 Afdeeling - Terpe alléén 4 Afdeeling. Vreek en Breemortel 5 Afdeeling - Hanenberg, Zeilberg, Kulert, Merchelberg 6, 7 Afdeeling - Haageind, Langstraat, Walsberg, Milh.Dijk 8,9 Afdeeling - Kruisstraat, Heuvel, Kerkeind c.a. 3.10 Afdeeling.

VIII De O.L.Vrouwe draagsters zullen het lijk dat van buiten de kom der gemeente wordt aangebragt, in den omtrek der kerk afnemen en kerkwaarts dragen, na de lijkdienst zullen zij het grafwaarts brengen.

IX De zangeressen zullen bij elke uitvaart tegenwoordig zijn, bij goed weder zullen zij den priester volgen naar het kerkhof, bij slecht weder zullen zij hun liedjes onder de begrafenis in de kerk zingen.

X Voor elke afgestorvene medelid wordt door den eerw. Direkteur, behalve de goede werken die de leden voor elkaar verpligt zijn te te doen, nog een H. Mis tot zielerust opgedragen, die hij na voorafgaande afkondiging aan de vergadering der Congreganistenbij de eerste gelegenheid zal doen, het zij dan een lezende of zingende mis, het stipendium ontvangt hij van de Congregatie en is bepaald à f 1,- gulden.

XI De aspiranten krijgen bij hunne opdragt de medailles en de linten gratis tot meerdere aanmoediging; de boekjes betalen zij (tot gemoetkoming wordt er naar beliefte geofferd wanneer zijn hunne opdragt doen).

XII De gewone ontvangsten van de Congregatie zijn de gelden van de schaal en den offer bij opdragten. De buitengewone zijn vrijwillige giften en bijdragen.

XIII De gewone uitgaven zijn voor boekjes, medailjes, lint, kaarzen, stipendium voor de mis bij overlijden. De buitengewone uitgaven zijn voor aankoop van grootere zaken voor de Congregatie of liefdadige giften. Wanneer iemand komt te overlijden wordt het boekje aan de Congregatie teruggegeven voor behoeftigen bij aldien het door den zieke niet aan een ander wordt geschonken.

XIV Op den feestdag van O.L. Vrouw onbevlekte ontvangenis, den 8 December, heeft er elk jaar eene algemeene Communie plaats van al de Congreganisten, dan moeten zij de medaille omhangen en er wordt verlangd dat zij een witten doek aandoen, onder de mis communiceren zij en zingen twee liedjes.

XV Met vastenavond nemen zij ten getale van 6 beurtelings deel aan het veertigurengebed en bidden gedurende 1 uur in die 3 dagen voor het Allerheiligste, een naamlijst tot dat einde opgemaakt wordt in de kerk aan de vergadering te voren afgelezen en aangeplakt, en geeft de namen der Congreganisten voor dat jaar aan, met het uur van aanbidding.


Bronnen, noten en/of referenties
  1. W.H.Th. Knippenberg - Broederschappen in Noord-Brabant in: Noordbrabants Historisch Jaarboek 1986 blz. 1-19
  2. Archief van de Sint-Willibrordusparochie Deurne inv.nr. II.II.F.2