Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Groot Kasteel: verschil tussen versies
Regel 128: | Regel 128: | ||
Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] bood baron De Smeth op het kasteel nog enige tijd gastvrijheid aan de leerlingen van de [[Huishoudschool Sancta Maria|huishoudschool]] nadat het leslokaal aan de [[Visser]] door de Duitsers was gevorderd. | Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] bood baron De Smeth op het kasteel nog enige tijd gastvrijheid aan de leerlingen van de [[Huishoudschool Sancta Maria|huishoudschool]] nadat het leslokaal aan de [[Visser]] door de Duitsers was gevorderd. | ||
Op [[brand van 24 september 1944|24 september 1944]] werd het Groot Kasteel door geallieerd vuur in puin geschoten met Armor-Piercing-granaten, | Op [[brand van 24 september 1944|24 september 1944]] werd het Groot Kasteel door geallieerd vuur, 3rd Royal Tank Regiment (B Sqn.), in puin geschoten met Armor-Piercing-granaten. Men vermoedde dat zich daar Duitsers verschanst hadden, deze bevonden zich echter achter het kasteel en waren voornamelijk bewapend met Nebelwerfer(raketwerpers). Deze granaten drongen allereerst door de muur heen, om daarna pas tot ontploffing te komen. Toen ontstond er een kasteelruïne. | ||
Bij de brand ging de volledige inboedel, die juist kort ervoor weer naar het Groot Kasteel was gebracht, verloren. Hieronder bevonden zich vermoedelijk schilderijen van Antoon van Dyck en Peter Paul Rubens. <ref>In de film [[De bevrijding van Deurne]] wordt uitvoerig ingegaan op het hoe en waarom van de beschieting.</ref> Een goed overzicht van wat er verloren ging bij de brand is er niet. De weinige foto's van het interieur laten een groot aantal schilderijen zien, die leden van de familie De Smeth zouden zijn. Inderdaad is bekend dat een portret van [[Theodorus de Smeth (1779-1859)]] bij de brand verloren is gegaan. Twee krantenartikelen uit 1926 loven de renaissancebetimmering aan de wanden van de eetzaal met zijn vele details. Het plafond van de eetzaal was ''spaarzaam met een klein schelpornament ingezet''. Op dat moment was het kasteel al langere tijd onbewoond en lagen er lakens over de meubels. Centrale verwarming was toen al aanwezig. De auteur van het stuk, Joh. D. Looyen, liet ook een tekening van de lambrisering en de vensters met glas-in-lood afbeelden. De voordeur had ''Lodewijk XV-vormen'' en erachter ging een ''majestueuse'' eikenhouten trap schuil, die naar de woonverdieping leidde. De boog daarachter was met eikenhout omtimmerd. De trap was duidelijk het hoofdelement van de ''hall''. Beneden lagen de dienstvertrekken, keuken, provisie- en bergruimten. Gewelfkelders trof Looyen niet aan, hetgeen merkwaardig is, omdat we nu weten dat er nog altijd twee kleine gewelfkelders aanwezig zijn. Boven lagen zoals gezegd de eetzaal (in het oude deel) en de grote zaal met zijvertrekken (in de 17e-eeuwse uitbreiding, volgens Looyen als bouwconstructie door lokale ambachtslieden uitgevoerd). Looyen stipt aan dat de middeleeuwse kruisvensters afsteken tegen de verder 18e-eeuwse (Lodewijk XV-)sfeer binnen. Uit een interieurfoto uit de collectie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed weten we, dat in 1700 een deel van de stucplafonds vernieuwd moet zijn. Looyen schatte in dat dit niet door plaatselijke ambachtslieden uitgevoerd kon zijn. Exterieur en interieur moest van andere hand zijn.<ref>Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 3 april 1926 en 8 mei 1926</ref> | Bij de brand ging de volledige inboedel, die juist kort ervoor weer naar het Groot Kasteel was gebracht, verloren. Hieronder bevonden zich vermoedelijk schilderijen van Antoon van Dyck en Peter Paul Rubens. <ref>In de film [[De bevrijding van Deurne]] wordt uitvoerig ingegaan op het hoe en waarom van de beschieting.</ref> Een goed overzicht van wat er verloren ging bij de brand is er niet. De weinige foto's van het interieur laten een groot aantal schilderijen zien, die leden van de familie De Smeth zouden zijn. Inderdaad is bekend dat een portret van [[Theodorus de Smeth (1779-1859)]] bij de brand verloren is gegaan. Twee krantenartikelen uit 1926 loven de renaissancebetimmering aan de wanden van de eetzaal met zijn vele details. Het plafond van de eetzaal was ''spaarzaam met een klein schelpornament ingezet''. Op dat moment was het kasteel al langere tijd onbewoond en lagen er lakens over de meubels. Centrale verwarming was toen al aanwezig. De auteur van het stuk, Joh. D. Looyen, liet ook een tekening van de lambrisering en de vensters met glas-in-lood afbeelden. De voordeur had ''Lodewijk XV-vormen'' en erachter ging een ''majestueuse'' eikenhouten trap schuil, die naar de woonverdieping leidde. De boog daarachter was met eikenhout omtimmerd. De trap was duidelijk het hoofdelement van de ''hall''. Beneden lagen de dienstvertrekken, keuken, provisie- en bergruimten. Gewelfkelders trof Looyen niet aan, hetgeen merkwaardig is, omdat we nu weten dat er nog altijd twee kleine gewelfkelders aanwezig zijn. Boven lagen zoals gezegd de eetzaal (in het oude deel) en de grote zaal met zijvertrekken (in de 17e-eeuwse uitbreiding, volgens Looyen als bouwconstructie door lokale ambachtslieden uitgevoerd). Looyen stipt aan dat de middeleeuwse kruisvensters afsteken tegen de verder 18e-eeuwse (Lodewijk XV-)sfeer binnen. Uit een interieurfoto uit de collectie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed weten we, dat in 1700 een deel van de stucplafonds vernieuwd moet zijn. Looyen schatte in dat dit niet door plaatselijke ambachtslieden uitgevoerd kon zijn. Exterieur en interieur moest van andere hand zijn.<ref>Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 3 april 1926 en 8 mei 1926</ref> |
Versie van 14 aug 2019 19:13
Groot Kasteel | ||
Het Groot Kasteel in juli 1944, kort voor de verwoesting | ||
Locatie | Haageind | |
Gebruik | jongerensociëteit | |
Start bouw | voor 1397 | |
Gereed | voor 1397 | |
Status | kasteelruïne | |
Bouwstijl | gothiek, classicisme | |
Monument status | Rijksmonument |
Het Groot Kasteel is een 14e-eeuws kasteel aan het Haageind 37 in Deurne. Sinds 1944 is het een ruïne met geconsolideerde muurresten.[1]
Ligging, eigendom en gebruik
Het kasteel, gelegen aan het Haageind te Deurne in het beekdal van de Vlier, werd vóór 1397 gebouwd, waarschijnlijk door een telg uit het geslacht Van Doerne. Het werd in genoemd jaar een leengoed van de hertogen van Brabant.[1]
Van Doerne
In 1397 werd het Huis te Deurne bezeten en bewoond door Gevard van Doerne, edelman en gedurende korte tijd pandheer van de hertog(in) van Brabant van de hoge jurisdictie. Hij wordt echter niet als heer van Deurne beschouwd; die eer ligt bij zijn gelijknamige achterneef Gevard van Doerne, bewoner van het Klein Kasteel en leenman van de lage jurisdictie, welke jurisdictie je de status van heer van een heerlijkheid bezorgde.
Het Groot Kasteel was in de 15e eeuw slechts een edelmanswoning. De eigenaren, de familie Van Doerne, bewoonden het kasteel, dat toen nog Huis te Deurne werd genoemd, slechts weinig. Zij hadden veelal in andere gebieden voorname functies, in elk geval niet in Deurne zelf. Begin 16e eeuw kocht de rijke adellijke eigenaar van het Groot Kasteel, Everard van Doerne, zowel de heerlijkheid (lage jurisdictie) als het Klein Kasteel van de familie Taye.
Pas toen werd het Groot Kasteel ofwel Nieuw Kasteel de residentie van de heerlijkheid, doordat de oudste zoon en beoogd opvolger van Everard meer zag in het Groot Kasteel als residentie, dan het quaet en ongevallig Klein Kasteel. Beweringen van H.N. Ouwerling hebben ervoor gezorgd dat in veel toeristische brochures, handboeken over Brabantse kastelen en onderzoeksrapporten ten behoeve van cultuurhistorische beleidsplannen tot op heden het foutieve jaartal 1462 staat vermeld. Soms wordt daar ook een verkeerde bouwheer aan gekoppeld, bijvoorbeeld Ywan de Mol, die destijds als heer van Deurne echter het Klein Kasteel bewoonde. Archiefonderzoek toonde echter al in 2003 onomstotelijk aan dat het Groot Kasteel minstens 65 jaar ouder moet zijn en aan het geslacht Van Doerne toebehoorde.
Van Leeffdael, Coymans en De Smeth
In 1653 kwam het kasteel voor het eerst in handen van een familie die niets met de Van Doernes van doen had: Rogier van Leeffdael kocht het. Na zijn geslacht volgden de families Coymans (1728-1759) en De Smeth (1759-1949). Deze twee Amsterdamse families gebruikten het kasteel als verblijf voor de zomer en de feestdagen. Het kasteel werd door hen van een passende inrichting voorzien. Het Groot Kasteel werd tijdelijk ook wel door andere families bewoond, zoals de familie Van Riet.
Dat halverwege de 19e eeuw het kasteel een belangrijke verzamelplaats van schilderkunst was, blijkt uit een grote verkoop die daar in 1850 plaatsvond. Na het overlijden van notaris Gerrit van Riet in dat jaar en waarschijnlijk daarmee samenhangend werd op 9 oktober 1850 de omvangrijke schilderijencollectie Huygens van Löwendal in het kasteel geveild. Het is aannemelijk dat deze schilderijen daarvoor de vertrekken van het kasteel sierden.
In 1914 stelde Theodore baron de Smeth (1855-1924) het Groot Kasteel ter beschikking aan het Rode Kruis. Een jaar later bracht prins Hendrik, de man van koningin Wilhelmina, in zijn hoedanigheid van voorzitter van het Nederlandse Rode Kruis, een bezoek aan het Groot Kasteel.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden er door defensie plannen gemaakt voor het geval ook het neutrale Nederland in de oorlog betrokken zou raken. In die plannen was het kasteel bestemd als hulpziekenhuis. Dat was weliswaar niet in overeenstemming met de destijds geldende oorlogsvoorschriften, omdat Deurne geen eigenlijk evacuatiestation was, maar op de hulpverbandplaatsen in Helmond en Asten zou men niet gedurende langere tijd gewonden kunnen verplegen.[2]
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte onder meer Catharina Maria van Deursen (1918-2016) als dienstmeid op het Groot Kasteel. De laatste kasteelheer, Theodore baron de Smeth (1919-1988), woonde sinds 13 september 1939 als hoofdbewoner op het kasteel, adres Kasteel D.23. Hij woonde voorheen op Achter den Dom 20 te Utrecht. Later zou daar ook zijn secretaresse Maria Johanna Snethlage komen wonen, met wie de verwoesting van het kasteel in de kelder overleefde en hij in oktober 1944 zou trouwen.
Theehuis, oudheidkamer en Walhalla
In september 1944 werd het kasteel door brand verwoest. Aanvankelijk was het de bedoeling om een theehuis in de kasteelruïne te vestigen maar dit is op een mislukking uitgelopen. Toon van de Goor, uitbater van De Peelpoort had het van de gemeente Deurne gehuurd. Het liep echter niet; de ober stond vele uren per dag naar het verkeer in de straat te kijken. Na het gereedkomen van de Helmondsingel werd het verkeer langs het kasteel ook nog veel minder. Daarna is de oudheidkamer in de kasteelruïne gevestigd geweest. Sinds 1966 wordt de kasteelruïne gebruikt door de in 1964 opgerichte Sociëteit Walhalla. Zij draagt onder meer zorg voor het beheer van het interieur (kaal metselwerk en een kroeg) en heeft in de negentiger jaren ook de beschoeiing van de gracht vernieuwd.
Eigenaren van het Groot Kasteel
Hieronder volgt een lijst van de eigenaren van het Groot Kasteel, die dit leengoed aanvankelijk in leen hielden van de hertog van Brabant en later van de Haagse raad die de belangen van het generaliteitsland behartigde. Na 1795, toen het leenstelsel werd afgeschaft, ging het uitsluitend nog om het feitelijke eigendom. Tussen 1519 en 1949 komt de lijst (vrijwel) overeen met de lijst van heren en vrouwen van Deurne.
Periode | Eigenaar | Sociale status |
---|---|---|
vóór 1397-ca 1408 | Gevard van Doerne | leenman van de hoge jurisdictie |
ca 1408-vóór 1462 | Everard van Doerne | kwartierschout van Peelland |
vóór 1462-1508 | Hendrick van Doerne | kastelein van Empel en Meerwijk |
1508-1526 | Everard van Doerne | hoogschout van 's-Hertogenbosch, heer van Deurne, Vlierden en Bakel |
1527-1545 | Hendrick van Doerne | heer van Deurne en Vlierden, kanunnik te Tongeren |
1545-1606 | Jan van Doerne | heer van Deurne en Bakel |
1606-1619 | Wolfaart Evert van Wittenhorst | heer van Deurne |
1619-1645 | Margreta van Wittenhorst | vrouwe van Deurne, Rossum en Broekhuizen |
1645-1649 | Johan François Godefroid Huijn van Geleen | heer van Deurne |
1649-1651 | Willem de Lamargelle | heer van Deurne |
1653-1699 | Rogier van Leefdael (1617-1699) | heer van Deurne en Liessel, rentmeester der geestelijke goederen |
1699-1714 | Johan van Leefdael | heer van Deurne en Liessel, rentmeester der geestelijke goederen |
1714-1728 | Gerardus Sulyard (1691-1730) | heer van Deurne en Liessel |
1728-1759 | Balthasar Coymans (1699-1759) | heer van Deurne en Liessel, Amsterdams koopman |
1760-1772 | Theodorus de Smeth (1710-1772) | heer van Deurne, Liessel en Alphen & Rietveld |
1772-1801 | Agatha Alewijn (1721-1801) | vrouwe van Deurne, Liessel en Alphen & Rietveld |
1801-1859 | Theodorus de Smeth (1779-1859) | heer van Deurne, Liessel en Alphen & Rietveld |
1859-1870 | Henri baron de Smeth | heer van Deurne, Liessel en Alphen & Rietveld |
1870-1924 | Theodore baron de Smeth | (titulair) heer van Deurne en Liessel |
1924-1929 | Henriëtte Marie Rudolphine Fagel | titulair vrouwe van Deurne en Liessel |
1929-1949 | Theodore baron de Smeth van Deurne | titulair heer van Deurne en Liessel, burgemeester van Batenburg, Appeltern en Jutphaas |
1949-heden | Gemeente Deurne[3] | sinds 1966 verhuurd aan Sociëteit Walhalla |
Bouwgeschiedenis
14e-17e eeuw
Het Groot Kasteel werd in de late 14e eeuw in gotische stijl gebouwd als donjon met vier uitgekraagde hoektorentjes en vierkante plattegrond. In de 16e eeuw werd aan de zuidwestzijde een vierkante hoektoren toegevoegd en in de 17e eeuw onder leiding van Rogier van Leefdael een sobere, classicistische oostvleugel met uitspringende vierkante toren en twee forse vierkante hoekschoorstenen, die aan torentjes doen denken. Van Leefdael liet tevens een poortgebouw bouwen. Deze bouwwerkzaamheden vonden wat eerder plaats dan de bouw van het Gelderse kasteel Middachten, dat in 1694-1697 nieuw verrees op de plek van het oude kasteel. Beide kastelen zijn gebouwd in een classicistische bouwstijl; de bouwheer en -vrouw van Middachten waren een nicht en aangetrouwde neef van Rogier van Leefdael.
18-19e eeuw
Rond 1765 werd het Groot Kasteel onherkenbaar verbouwd onder leiding van Theodorus de Smeth, telg uit het geslacht De Smeth. Hij liet de middeleeuwse muren ommantelen met een sobere gevel met vele blinde raampartijen. De ruimte tussen de oorspronkelijke en nieuwe buitenmuren werden vervolgens als lange, smalle kamers gebruikt. Ook liet De Smeth het poortgebouw, dat er net zo'n honderd jaar stond, weer afbreken.
1906-1944
Zijn nazaat Theodore baron de Smeth (1855-1924) liet tussen 1906 en 1908 het kasteel terugrestaureren naar de vroeg-18e-eeuwse toestand en liet de ommanteling verwijderen. Het was daarbij een meevaller dat men in de 18e eeuw de middeleeuwse gevels niet had weggebroken. Bepaalde onderdelen, zoals het noordwestelijke arkeltorentje, moesten echter volledig herbouwd worden; de aanzet ervan was aan de gevel nog zichtbaar. Ook werden voormalige doorgangen in de oorspronkelijke buitengevel dichtgezet en raam- en deurpartijen gewijzigd. Hierbij werden onder meer oude raamopeningen, die in een eerder stadium waren dichtgezet, weer geopend. De grote schoorstenen op het grote dak en op het dak van de 16e-eeuwse toren werden verwijderd. De vooruitstekende ingangspartij, ook nu nog aanwezig, is het enige gehandhaafde restant van de ommanteling.[4] Het ontwerp en de bouwbegeleiding was in handen van architect Jacob Willem Hubert Berden (1861-1940), vanaf 1881 bouwkundig opzichter van het bureau van de Rijksgebouwen voor onderwijs, kunsten en wetenschappen. Hij was onder meer ook verantwoordelijk voor de restauraties van het Muiderslot en kasteel Heeze en was daardoor een echte kasteelrestaurateur.
Zie voor meer informatie onder de gedaantewisselingen van het Groot Kasteel in de 20e eeuw.
In oktober 1940 werden er reparatiewerkzaamheden aan het dak uitgevoerd. Het kasteel was langere tijd niet (permanent) bewoond geweest, en enige ingrepen waren noodzakelijk.[5]
1944-heden
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bood baron De Smeth op het kasteel nog enige tijd gastvrijheid aan de leerlingen van de huishoudschool nadat het leslokaal aan de Visser door de Duitsers was gevorderd.
Op 24 september 1944 werd het Groot Kasteel door geallieerd vuur, 3rd Royal Tank Regiment (B Sqn.), in puin geschoten met Armor-Piercing-granaten. Men vermoedde dat zich daar Duitsers verschanst hadden, deze bevonden zich echter achter het kasteel en waren voornamelijk bewapend met Nebelwerfer(raketwerpers). Deze granaten drongen allereerst door de muur heen, om daarna pas tot ontploffing te komen. Toen ontstond er een kasteelruïne.
Bij de brand ging de volledige inboedel, die juist kort ervoor weer naar het Groot Kasteel was gebracht, verloren. Hieronder bevonden zich vermoedelijk schilderijen van Antoon van Dyck en Peter Paul Rubens. [6] Een goed overzicht van wat er verloren ging bij de brand is er niet. De weinige foto's van het interieur laten een groot aantal schilderijen zien, die leden van de familie De Smeth zouden zijn. Inderdaad is bekend dat een portret van Theodorus de Smeth (1779-1859) bij de brand verloren is gegaan. Twee krantenartikelen uit 1926 loven de renaissancebetimmering aan de wanden van de eetzaal met zijn vele details. Het plafond van de eetzaal was spaarzaam met een klein schelpornament ingezet. Op dat moment was het kasteel al langere tijd onbewoond en lagen er lakens over de meubels. Centrale verwarming was toen al aanwezig. De auteur van het stuk, Joh. D. Looyen, liet ook een tekening van de lambrisering en de vensters met glas-in-lood afbeelden. De voordeur had Lodewijk XV-vormen en erachter ging een majestueuse eikenhouten trap schuil, die naar de woonverdieping leidde. De boog daarachter was met eikenhout omtimmerd. De trap was duidelijk het hoofdelement van de hall. Beneden lagen de dienstvertrekken, keuken, provisie- en bergruimten. Gewelfkelders trof Looyen niet aan, hetgeen merkwaardig is, omdat we nu weten dat er nog altijd twee kleine gewelfkelders aanwezig zijn. Boven lagen zoals gezegd de eetzaal (in het oude deel) en de grote zaal met zijvertrekken (in de 17e-eeuwse uitbreiding, volgens Looyen als bouwconstructie door lokale ambachtslieden uitgevoerd). Looyen stipt aan dat de middeleeuwse kruisvensters afsteken tegen de verder 18e-eeuwse (Lodewijk XV-)sfeer binnen. Uit een interieurfoto uit de collectie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed weten we, dat in 1700 een deel van de stucplafonds vernieuwd moet zijn. Looyen schatte in dat dit niet door plaatselijke ambachtslieden uitgevoerd kon zijn. Exterieur en interieur moest van andere hand zijn.[7]
De vraag is of álles wel verloren is gegaan. We kennen verschillende veilingen waar items uit het Groot Kasteel kunnen zijn geveild. Een vroege is de veiling van boeken, prenten en handschriften uit de nalatenschap van Th. Baron de Smeth van Deurne en Liessel in 1860 bij W.P. van Stockum in Den Haag.[8] In maart 1938 werden verder bij Van Marle en Gignell te Den Haag schilderijen en antiquiteiten geveild, onder meer uit de nalatenschap van mevrouw M.S. baronesse De Smeth van Deurne.[9] Een zeer belangrijke voor de laatste bewoningsperiode van het Groot Kasteel is de verkoop in opdracht van Theodore baron de Smeth van Deurne via notaris Tromp op 14 april 1948 van tafels, stoelen, kasten, kachels, schemerlamp, rijtuigje, enkele landbouwgereedschappen en wat verder te koop zal worden aangeboden. Plaats van handeling waren de stallen (lees: Dinghuis) achter het Groot Kasteel.[10] Verder werd in mei 1972 een ander deel van collectie van Th. Baron de Smeth van Deurne te Jutphaas geveild bij Paul Brandt N.V. te Amsterdam.[11] Heemkundekring H.N. Ouwerling bezit een stoel die uit het kasteel afkomstig zou zijn. Bij een particulier in Deurne bevinden zich nog vertimmerde houten meubels uit het kasteel. Beide items zouden via de verkoop van 1948 in particuliere handen geraakt kunnen zijn. Een deel zal dus tijdens de brand nog in het Dinghuis (toen stalgebouw) of elders opgeslagen zijn geweest. Uit bovenstaande kunnen we afleiden dat, alhoewel er veel verloren zal zijn gegaan op 24 september 1944, er nog de nodige stukken moeten bestaan die ooit een plek in het Groot Kasteel van Deurne hadden.[12]
Consolidatie
De gemeenteraad van Deurne besloot in haar vergadering van 30 juni 1949 tot aankoop van het kleine landgoed van elf hectare en tot bestemming van openbaar wandelpark. [13] In 1952 werd de kasteelruïne onder leiding van architect Cees Geenen geconsolideerd. Daarbij werden delen van binnenmuren gesloopt wegens bouwvalligheid, evenals een gedeelte van de oostgevel met de beide markante hoekschoorstenen. Met name de 14e-eeuwse noord- en westgevel en de gevel van de 16e-eeuwse hoektoren bleven bewaard, evenals de eetzaal op de eerste verdieping en de twee gewelfkelders onder de eetzaal. Het overige muurwerk, met name aan de zuid- en oostzijde, is nog te herkennen als muurtjes van nog geen meter hoog.
In 2002 vond, in opdracht van de gemeente Deurne, andermaal een consolidatie van het muurwerk plaats. Hierbij werden de in 1952 dichtgemetselde venstergaten geopend en werden de natuurstenen kozijnen vervangen. Tevens werden nog aanwezige bouwsporen beter zichtbaar.
Revitalisatieplannen
Reeds kort na de oorlog werd gesproken over herbouw van het kasteel. Dat bleek destijds echter niet haalbaar, ondanks het feit dat er tekeningen lagen. Daarbij zou het middeleeuwse volume van de donjon hersteld worden en het grondplan van de 17e-eeuwse uitbreiding als terras in gebruik worden genomen. Hiervan werd echter afgezien.[4] Het duurde tot 1994 voordat onder burgemeester Jan Smeets nieuwe ideeën werden ontwikkeld. Enkele ontwerpbureau's maakten futuristische ontwerpen voor de omgeving, variërend van het inunderen van de volledige kasteelomgeving en daarmee opgeven van het middeleeuwse grachten- en afwateringenpatroon (Mecanoo) tot het bouwen van een enorme 'doos' bovenop de kasteelruïne met een verzonken museumzaal in de gracht. De laatste werd tot winnaar uitgeroepen, doch van een uitvoering kwam het nooit.
Bijgebouwen, parken en tuinen
Opgravingen in 1998 brachten sporen van een waterleiding onder het Haageind, en van een poortgebouw bij de brug over de gracht aan het licht. Het poortgebouw moet in de 17e eeuw zijn gebouwd onder Rogier van Leefdael, en in de 18e eeuw onder De Smeth weer zijn afgebroken.[14] Tevens werd muurwerk gevonden onder de aanpalende weg, het Haageind, en werd aangetoond dat het Haageind eens bestaan moet hebben uit één of meerdere waterlopen.
Op het terrein achter het Groot Kasteel ligt het Dinghuis. De voorganger van dit pand werd vermoedelijk als neerhof gebouwd. Die functie kan het ook nog gehad hebben toen dit pand in de 16e eeuw werd gebouwd. Vanaf de 17e eeuw was er de plaatselijke rechtbank gevestigd, waar gedingen werden gehouden. Daar is de naam van afgeleid.
Zie voor meer informatie onder Kasteelpark (Groot Kasteel).
Grafkelder
In de Sint-Willibrorduskerk van Deurne ligt een grafsteen van Hendrick van Doerne (overleden in 1508) en zijn echtgenote Christina van Hemert (overleden in 1499), eigenaren van het Groot Kasteel. Hun zoon zou later heer van Deurne worden; Hendrick zelf was dat niet, evenmin als zijn vader. De grafsteen hoorde waarschijnlijk bij de in 2004 heropende grafkelder onder het hoogkoor van deze kerk, waarin de stoffelijke resten van zeventien personen werden aangetroffen. Mogelijk horen ook Hendrick en Christina zelf daarbij. De stoffelijke resten zijn inmiddels nader onderzocht.
Geruchten
Herhaaldelijk, onder meer op de Facebooksite Ge wit dè de ge van de geminte Deurze bènt, as ge ôk nog wit dè..., verschijnt verhalen dat er tussen het Groot Kasteel en het Klein Kasteel een tunnel zou zijn (geweest), dat de toenmalige kasteelheer tijdens de begindagen van mei 1940 goederen in de gracht gegooid zou hebben en dat er spullen in die vermeende tunnel zouden zijn verstopt. Ook dat in de jaren ‘50-’60 van de vorige eeuw een verzoek zou zijn geweest aan de gemeente om deze tunnel te mogen verkennen en/of betreden maar dat dit destijds verboden werd omdat men bang was dat er giftige dampen of stoffen in de tunnel zouden zijn. Bij graafwerkzaamheden voor de aanleg van een wateropvangbassin, bekabeling, aanleg van nieuwe rioleringen en bij het schoonmaken van de kasteelgrachten is hiervan niets gebleken. Dergelijke verhalen zijn op geen enkel feit gebaseerd en kunnen onder de categorie broodjeaapverhalen worden gerangschikt. Mogelijk worden deze verhalen gevoed door het feit dat er onder het Haageind een duiker ligt die de gracht van het Klein Kasteel verbindt met die van het Groot Kasteel.
In de media
- Bij de quiz Twee voor twaalf (ook: 2voor12), uitgezonden op 10 november 2017 bij de NPO, werd een vraag gesteld over dit kasteel. Daarbij moesten de deelnemers de plaatsnaam geven. Het werd opgezocht, dus Deurne was even in beeld. Er mag geen gebruik gemaakt worden van internet. Wel werden bovenstaande gegevens genoemd en was er een afbeelding van de kasteelruïne te zien.
Onderstaande animaties van de bouw van het kasteel werden gemaakt door Jan Louwers
Bronnen, noten en/of referenties
Externe links:
|
DeurneWiki TR Plekke: DeurneWiki_TR_Plekke_POI
De informatie die hier staat wordt gebruikt om over te hevelen naar WikiTude. Dit is onderdeel van het DeurneWiki TR Plekke project dat als doel heeft geselekteerde artikelen uit DeurneWiki over te brengen naar WikiTude, een nlwikipedia:Toegevoegde realiteit. Zie hier onder hoe WikiTude te installeren. Voor meer informatie, zie artikel DeurneWiki TR Plekke.
DeurneWiki TR Plekke: DeurneWiki_TR_Plekke_POI | |
---|---|
Naam | Groot Kasteel |
Wereld | DeurneWiki_TR_Plekke_POI |
Korte WikiTude text van object | Het Groot Kasteel werd kort vóór 1397 gebouwd in opdracht van een telg uit het geslacht Van Doerne. In 1508 verwierf de kasteelheer de heerlijke rechten, en vanaf dat moment werd het kasteel de residentie van de heren van Deurne. Eerder was het Klein Kasteel dat, waar een andere tak van dezelfde familie woonde. Vanaf 1759 werd het kasteel bijna twee eeuwen lang bewoond door de in 1772 in de adelstand verheven familie De Smeth. Zij hebben ook het huidige park in Engelse landschapsstijl laten aanleggen. Op zondag 24 september 1944 werd het kasteel door de Engelsen in brand geschoten om de aanwezige Duitsers te verdrijven. In de kasteelruïne is nu jongerensociëteit Walhalla gehuisvest. |
Bestandsnaam van plaatje bij object voor WikiTude | 27.636.JPG |
Getoond plaatje | Bestand:27.636.JPG |
Coordinaten van het object in WikiTude | 51.469836° N, 5.802931° E |
Lokatie op kaart |
Installeren van WikiTude op uw android of iPhone mobiel
Installeer WikiTude voor uw android toestel: of WikiTude voor uw iPhone: door op de links te klikken of via de app-market van uw toestel.