Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Ooftweg
De Ooftweg verbindt de Raktseweg met de onder Helmond gelegen Raktweg.
Soms blijken schijnbaar onbelangrijke straten, die zonder navigatiesysteem of plattegrond nauwelijks te vinden zijn, een lange en interessante geschiedenis te hebben. Zo'n straat is de Ooftweg, een zijstraat van de Raktseweg. Een enkeling zal deze weg kennen vanwege de vroegere antislipschool, heden in gebruik als homo-ontmoetingsplaats, of als toegangsweg tot de Berkendonkse Plassen.
Wat velen zich niet zullen realiseren is dat deze weg vóór 1714 de belangrijkste verbindingsweg tussen Helmond en Deurne was. Op 31 mei van dat jaar bepaalde de Staten Generaal in Den Haag – Noord-Brabant was na de Vrede van Munster als generaliteitsland onder curatele gesteld van dat hoogste bestuurscollege van de Verenigde Nederlanden – dat er een rechte weg moest worden aangelegd tussen de Helmondse en Deurnese kerktoren. Als je nu over de Helmondsingel naar Deurne rijdt zie je nog steeds de Deurnese kerktoren recht voor je. Het was een zogenaamde heerbaan die 40 voeten (ruim 11 meter) breed moest zijn en waarover legereenheden en oorlogsmateriaal snel en comfortabel konden worden verplaatst.
Vóór 1714 liep de weg van Helmond naar Deurne via de Ooftweg. De brug over de Raktse Loop of Oude Aa markeerde vroeger het punt waar de gemeenten Deurne, Bakel en Vlierden samenkwamen. Laatstgenoemde plaats is namelijk tot 1 januari 1926 een zelfstandige gemeente geweest. Deurne grensde dus ook vóór 1926 met zijn grondgebied nergens aan Helmond.
Toen de hertog van Brabant in 1325 zelfstandigheid verleende aan Vlierden en daarvan een plechtige oorkonde liet maken werden daarin ook nauwkeurig de verschillende grenzen en grenspunten genoemd. Een van die punten was Sproefssluis, even ten zuiden van de brug. Deze sluis zorgde ervoor dat er voldoende water bleef staan in de Elskensweijer, een groot langgerekt ven dat lag tussen de Ooftweg en de Helmondsingel en zich uitstrekt van de Oude Aa tot aan de zandweg van de Helmondsingel naar het Buntven.
Uit middeleeuwse belastingregisters van de hertog van Brabant weten we dat de proost van Wassenberg eigenaar van deze vijver en de sluis was. De benaming is dus waarschijnlijk een verbastering van "des proosts sluis". Dat deze sluis de eeuwen getrotseerd heeft, uiteraard met de nodige vernieuwingen en reparaties, blijkt ondermeer uit het feit dat franse soldaten tijdens het rampjaar 1672 deze sluis vernielden. En toen in 1811 de kadasterkaarten van Bakel getekend moesten worden schreef het Deurnese gemeentebestuur aan de daarmee belaste ingenieur dat deze plek heette: "Sproofssluyzen alwaar nog oude houte paalen staan".
In de eerste helft van de 19e eeuw werd het hele gebied links en rechts van de Ooftweg door de gemeente Deurne aan particulieren verkocht en vonden op grote schaal ontginningen plaats. Het gebied noordelijk van de Ooftweg kwam in handen van de Deurnese kantonrechter Van den Dungen, die in 1882 zijn kapitale villa Wilbertshove aan de Stationsstraat liet bouwen. Aan de Rakt liet hij enkele fraaie lanen aanleggen, omzoomd met tamme kastanje- en eikenbomen, en zijn 26 hectaren grote landgoed werd beplant met dennenbomen. Aan dat hout was in die tijd grote behoefte vanwege de mijnbouw. Later werden er vooral diverse appelsoorten gekweekt, vandaar de straatnaam Ooftweg.
Hein Rovers en Thies Mertens, die tevens uitbater was van het voormalige café De Barrière aan de Helmondseweg, beheerden de enorme boomgaard. Na enkele totale misoogsten wegens late nachtvorst werd de appelteelt verlaten. Samen met zijn zoon Jo Mertens ging Thies asperges en kerstdennen kweken.
Literatuur
- Pieter Koolen – "Ooftweg" - afl. 46 in de serie Historische verkenningen (Heemkundekring H.N. Ouwerling) in Weekblad voor Deurne van 11 juni 2009.