Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Franciscus Gerardus Jozef Obers (1924-1968): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 75: | Regel 75: | ||
Hij publiceerde een twintigtal dichtbundels: | Hij publiceerde een twintigtal dichtbundels: | ||
* Jeugdalbum (1944) | * [[Jeugdalbum]] (1944) | ||
* Fragmenten (1945) | * [[Fragmenten]] (1945) | ||
* Bezonken Keuze | * [[In Rijping]] (1952) | ||
* [[Privé-feest]] (1955) | |||
* Amsterdamse Intermezzo (1956) | * [[Bezonken Keuze]] (1955) | ||
* Bagatellen | * [[Amsterdamse Intermezzo]] (1956) | ||
* Zomaar Zijzelf | * [[Bagatellen]] | ||
* Nu (1957) | * [[Zomaar Zijzelf]] | ||
* Eigen Credo (1958) | * [[Nu]] (1957) | ||
* Toast op Den Bosch | * [[Eigen Credo]] (1958) | ||
* Distels en Doornen | * [[Toast op Den Bosch]] | ||
* Paspoort van mijn Hart (1959) | * [[Distels en Doornen]] | ||
* Vlinders en Bijen rond Prima Vera (1960) | * [[Paspoort van mijn Hart]] (1959) | ||
* De Bergbeek (1965) | * [[Vlinders en Bijen rond Prima Vera]] (1960) | ||
* Lichten en Nevel (1966) | * [[De Bergbeek]] (1965) | ||
* Abita (1967) | * [[Lichten en Nevel]] (1966) | ||
* Frans Babylon een liefhebbend geheugen corrigeert (1968), een bloemlezing uit zijn gedichten, samengesteld door Ton Veugen in samenwerking met Joop Oversteegen. | * [[Abita]] (1967) | ||
* [[Frans Babylon een liefhebbend geheugen corrigeert]] (1968), een bloemlezing uit zijn gedichten, samengesteld door Ton Veugen in samenwerking met Joop Oversteegen. | |||
Hij stelde ook een bloemlezing samen van na-oorlogse dichters uit Noord-Brabant in Brabantia Nova (1954) en een met poëzie van vier Deurnese dichters over de [[Peel]] in | Hij stelde ook een bloemlezing samen van na-oorlogse dichters uit Noord-Brabant in Brabantia Nova (1954) en een met poëzie van vier Deurnese dichters over de [[Peel (gebied)|Peel]] in ''[[Stemmen uit het jeugdland]]'' (1956). | ||
In 1959 schreef hij het essay [[Schilders van nu in Brabant]]. | |||
Zijn graf, naast het graf van zijn broer, is op het oude r.-k. [[Begraafplaats r.-k. kerkhof Deurne-centrum|kerkhof van Deurne-centrum]] bewaard gebleven. | Zijn graf, naast het graf van zijn broer, is op het oude r.-k. [[Begraafplaats r.-k. kerkhof Deurne-centrum|kerkhof van Deurne-centrum]] bewaard gebleven. |
Huidige versie van 22 jun 2024 om 10:33
Franciscus Gerardus Jozef Obers | ||
Foto: collectie J. Obers | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Franciscus Gerardus Jozef Obers | |
Roepnaam | Frans | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 18 maart 1924 | |
Overl.plaats | Kerkduin-Bloemendaal | |
Overl.datum | 21 augustus 1968 | |
Partner(s) | (1) Catharina Josephina Maria de Vries (1918-2014) (2) Cornelia Elisabeth Waller Zeper (1934) | |
Beroep(en) | dichter | |
Bidprentje | NBA man |
Franciscus Gerardus Jozef (Frans) Obers (1924-1968) was een Deurnese dichter en actief onder de schrijversnaam Frans Babylon.
Familie[bewerken | brontekst bewerken]
Frans Obers was de oudste van de dertien kinderen uit het gezin van Leonard Hendrik (Harry) Obers (1893-1972 en Joanne Theodora (Dora) Coopmans (1896-1979). Zijn vader, van geboorte van Grathem, was vertegenwoordiger in rijwielen en woonde aan de Helmondseweg. Een van zijn broers was de schrijver-dichter Leo Obers die onder pseudoniem Leon van Kelpenaar diverse gedichten schreef.
Carrière[bewerken | brontekst bewerken]
Frans ging naar de lagere jongensschool aan de Visser en was misdienaar in de oude parochie bij pastoor Roes. In zijn jongensjaren had hij de wens om bruine pater te worden.
Vervolgens ging hij naar hbs-A op het Carolus Borromeuscollege in Helmond. Na twee jaar werd hij van school gestuurd en stapte hij over naar het Sint-Joriscollege in Eindhoven. Daar leerde hij Harriet Laurey kennen, dichteres en later kinderboekenschrijfster. Ze werden vrienden. Samen met haar en zijn dichtersvriend Lou Vleugelhof bracht hij in 1951 de bundel Triple Alliantie via Uitgeverij Helmond op de markt.
Na de hbs begon hij een studie m.o. Nederlands in Tilburg maar maakte deze opleiding niet af.
Na de heroprichting van de KDO in 1940 werd Frans op 16 januari 1941 ondervoorzitter van het eerste definitieve bestuur van het (her)opgerichte KDO.[1]
Hij bracht ook veel tijd door in Frankrijk, waar hij als boerenknecht in zijn levensonderhoud voorzag.
Hij werkte na de Tweede Wereldoorlog enige tijd als klerk (als controleur sociale zaken) bij de gemeente Deurne, maar werd met onmiddellijke ingang ontslagen nadat hij het niet ondertekend artikel "De Indonesische kwestie doorgelicht" in de Deurnesche Courant van 11 januari 1946 had geschreven, waarin hij zich keerde tegen het regeringsbeleid inzake de Nederlands-Indiëpolitiek. Daarna probeerde hij de kost te verdienen als tijdschriftencolporteur.
Privéleven[bewerken | brontekst bewerken]
Frans was twee keer gehuwd. De eerste keer in 1950 met Catharina Josephina Maria (Tosca) de Vries, (Helmond 5 oktober 1918 - 2014), een dochter van architect Gijsbertus de Vries (Someren 1875-1939 Helmond) en Catharina Josephina Cuppens (Asten 1874-1954 Helmond). Na hun huwelijk gingen ze in een Wehrmachtshuisje aan de Langstraat wonen.
Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren:
- Angela
- Léon
- Sylvia
- Dionys (1957-2011).
In 1960 werd dit huwelijk ontbonden.
De tweede keer huwde hij in 1961 met de beeldend kunstenares Cornelia Elisabeth (Nel) Waller Zeper, (Haarlem 14 oktober 1934), met wie hij twee kinderen kreeg:
- Paco
- Arjen.
In 1967 werd ook dit huwelijk ontbonden.
Overlijden[bewerken | brontekst bewerken]
Frans kwam evenals zijn broer Leo door verdrinking om het leven. Het is niet duidelijk of in het geval van Frans Babylon sprake is van een noodlottig ongeval of een zelfverkozen dood. Hij ging bij Bloemendaal de zee in toen er vrijwel niemand meer op het strand was. Later werd hij dood aangetroffen, niet ver van de plek waar zijn kleren lagen. Daarin vond men wel het volgende afscheidsgedicht:
- Toen hij van vrouw en kinderen gescheiden.
vereenzaamd zijn gemis niet meer kon lijden
en vreest voor een trage ondergang
liet hij zich door de dood in zee bevrijden.
- Toen hij van vrouw en kinderen gescheiden.
Nagedachtenis[bewerken | brontekst bewerken]
Op 31 maart 1984 werd ter gelegenheid van zijn zestigste geboortedag op initiatief van het Literair Café Deurne in gemeenschapshuis De Vierspan een Frans Balylonherdenking gehouden. Tijdens deze bijeenkomst werd een beknopte biografische schets van Babylon gegeven door W.A.M. van Heugten en causerie over hem als dichter en kunstcriticus door Maarten Beks. Ook Dio Oberon, een zoon van Frans, trad op met enkele acts. Na afloop werd in museum De Wieger de tentoonstelling Babylonica, bijeengebracht en ingericht door Piet Thielen, geopend.
In 1999 schonk de journalist Peter van Vlerken in een serie van vijf afleveringen in het Eindhovens Dagblad aandacht aan het leven van Frans Babylon onder de titel Vrouwen van Babylon[2]
In de nieuwe Deurnese woonwijk De Vennen werden in 2003 de straten vernoemd naar Deurnese kunstenaars. De Frans Babylonstraat werd naar hem vernoemd.
Toneelstuk Babylon[bewerken | brontekst bewerken]
In 2007 werd in Deurne met veel succes het door Erik Vink geschreven toneelstuk "Babylon" opgevoerd. In dit historisch drama wordt het Deurnese dorpsleven in en na de tweede wereldoorlog verbeeld. Frans Babylon, in 2007 gespeeld door Frits Regtien, treedt daarbij op als de verbindende verteller. De titel van het stuk verwijst overigens niet alleen naar de schrijversnaam maar tevens naar de Babylonische spraakverwarring die door de persstrijd en de na-oorlogse toestanden in Deurne ontstond.
Werken[bewerken | brontekst bewerken]
Hij werkte mee aan vele kranten en tijdschriften onder meer Nieuwe Eeuw, De Linie, De Tijd, Galerie Zuid, de Helmondse Courant, De Meridiaan, het Vrije Volk en Nieuwe Stemmen, vooral op het terrein van beeldende kunsten.
In het najaar van 1952 verzorgde hij, ter gelegenheid van een tentoonstelling van Brabantse volkskunst uit de collectie van Hendriks Wiegersma en schilderijen uit Helmond en omgeving, de uitgave van het eerste nummer van het tijdschrift Repliek, getiteld Kunst uit Oost-Brabant.
Rond 1958 verzorgde hij ook de tekst van een door het VVV van Deurne samengesteld dertig bladzijden tellende boekje met daarin beschrijvingen van een zevental wandelingen in Deurne.
Hij publiceerde een twintigtal dichtbundels:
- Jeugdalbum (1944)
- Fragmenten (1945)
- In Rijping (1952)
- Privé-feest (1955)
- Bezonken Keuze (1955)
- Amsterdamse Intermezzo (1956)
- Bagatellen
- Zomaar Zijzelf
- Nu (1957)
- Eigen Credo (1958)
- Toast op Den Bosch
- Distels en Doornen
- Paspoort van mijn Hart (1959)
- Vlinders en Bijen rond Prima Vera (1960)
- De Bergbeek (1965)
- Lichten en Nevel (1966)
- Abita (1967)
- Frans Babylon een liefhebbend geheugen corrigeert (1968), een bloemlezing uit zijn gedichten, samengesteld door Ton Veugen in samenwerking met Joop Oversteegen.
Hij stelde ook een bloemlezing samen van na-oorlogse dichters uit Noord-Brabant in Brabantia Nova (1954) en een met poëzie van vier Deurnese dichters over de Peel in Stemmen uit het jeugdland (1956).
In 1959 schreef hij het essay Schilders van nu in Brabant.
Zijn graf, naast het graf van zijn broer, is op het oude r.-k. kerkhof van Deurne-centrum bewaard gebleven.
YouTube[bewerken | brontekst bewerken]
Bonki Bongaerts speelt en zingt op een gedicht van Frans Babylon.
Bronnen, noten en/of referenties
|