Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Sint-Willibrorduskerk (Deurne)
De Sint-Willibrorduskerk in Deurne is een gotische kerk met elementen uit de neogotiek en is gelegen aan de Markt 9.
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Bij restauratiewerkzaamheden aan het begin van de jaren zestig van de twintigste eeuw werden romaanse muurresten aangetroffen. Mogelijk betreft het hier muurwerk van de kerk, zoals die in 1069 in een pauselijke oorkonde wordt vermeld. Deze oorkonde is een bevestiging dat de kerk in bezit van de abdij van Echternach was. Het is geen schenkingsoorkonde, zoals wel eens abusievelijk wordt vermeld. Toch is de eerste kerk op deze plek zeer waarschijnlijk niet veel ouder dan de elfde eeuw.
In de eeuwen erna kwam de huidige kerk tot stand. Het gotisch hoogkoor, dat oorspronkelijk nog hoger was dan het middenschip, vertoont qua metselwerk opmerkelijke overeenkomsten met het Groot Kasteel. Omdat dat gebouw op kort voor 1400 wordt gedateerd, kan dat ook voor het hoogkoor gelden.
Restauraties[bewerken | brontekst bewerken]
De kerk was sinds 1648 in het bezit van de protestanten. In het begin van de 18e eeuw klopte dominee Rauwers meerdere malen aan bij de tiendheffers, verantwoordelijk voor het onderhouder van het gebouw, om te klagen over de slechte toestand waarin de kerk zich bevond. De tiendheffers namen die klachten niet serieus, zodat de dominee zich genoodzaakt voelde om een brief te schrijven aan de Edelmogende Heren Raden van State der Verenigde Nederlanden in 's-Gravenhage. Daarin schreef de dominee, dat zijn kerk zo snel mogelijk gerepareerd moest worden, want het gebouw dreigde dakeloos en glazeloos te worden en er stond een gewelf op instorten. Het kerkgebouw was zelfs zo vervallen, dat het de sneeuw niet eens meer kon keren. Met zijn schrijven bereikte hij, dat Den Haag op 19 mei 1711 besliste, dat de Martinus des Tombes, de rentmeester van de kerkelijke goederen, de nodige bestekken kon laten maken, waarna een aanbesteding zou volgen. De gunning moest echter goedgekeurd worden door de gedeputeerde op de verpachting van tienden.
Uit het bestek van Des Tombes bleek dat de vloer moest worden hersteld met halfbakken plavuizen, de kapotte stenen aan de buitenkant van de kerk moesten worden uitgebroken en vervangen door stenen van dezelfde vorm en grootte, waarbij de te gebruiken specie moest bestaan uit twee delen scherp zand en één deel kalk. Het gewelf boven het priesterkoor moest weer in de oude staat hersteld worden. Het dak van de zijbeuk aan de zuidkant moest over een lengte van 9 meter afgebroken worden en door nieuw materiaal vervangen worden. Het dakbeschot moest vernieuwd worden door eiken planken van 2,4 cm, ofwel 12 uyt den voet. De zijbeuk moest. met nieuwe leien afgedekt worden. Het dak van het schip en het transept moesten geheel nagezien en gerepareerd. worden. De afgevallen spits van het torentje op het kruiskoor moest opgeknapt worden. Het dak van dit torentje moest afgedekt worden met lood, dat per vierkante voet 6 pond moest wegen. Als er in het bestek nog kleinigheden vergeten waren, moest de aannemer ook die uitvoeren, zonder daarvoor ook maar één stuiver meerwerk voor mocht worden gerekend. Er werd een termijn gesteld, waarbinnen de aannemer het werk moest hebben uitgevoerd en de betaling van het werk zou in contanten geschieden op het kantoor van de rentmeester der kerkelijke goederen in 's-Hertogenbosch, zodra het werk zou zijn opgeleverd.
Op 17 augustus 1711 vond de aanbesteding plaats. Het werk werd ingezet door Adriaan de Groot voor een som van 1.575 gulden en aangenomen door Cornelis Peters van de Mortel voor de som van 1.110 gulden. De aannemer stelde Adriaan en Dirk de Groot tot borgen.
De storm die op 26 februari 1714 over Nederland raasde, vernielde een groot gedeelte van het glaswerk in de kerkramen en bracht veel schade toe aan het leien dak. De schade werd geraamd op 245 gulden. De abt van Echternach en de tiendbezitters waren opnieuw niet genegen om op te draaien voor de reparatiekosten van de kerk. Daarom werd door de Raad van State aan de rentmeester van de kerkelijke goederen toestemming verleend om de kerkreparatie te bekostigen.[1]
Door de brand van 3 februari 1737 na blikseminslag gingen de toren met de daarin hangende klokken verloren. De gerepareerde toren. eigendom van de gemeente, kreeg in 1870 een bliksemafleider.[2]
Tussen 1881 en 1884 werd door Pierre Cuijpers een omvangrijke restauratie geleid. Aan de toren werden twee zijtorens toegevoegd. Toen deze restauratie volop aan de gang werd Nederland, en ook Deurne, geteisterd door een vreselijke storm in de nacht van 14 op 15 oktober 1881. Een van de in aanbouw zijnde muren raakte door de storm 25 centimeter uit het lood en moest worden herbouwd.[3] Tijdens de restauratie stortte ook het middeleeuws gewelf van het middenschip in, waardoor het gehele middenschip (uitgezonderd de pilaren) werd vervangen. Het werd op dezelfde hoogte als het hoogkoor gebracht. Deze "restauratie" leidde mede tot het verdwijnen van enkele grafzerken, waaronder die van Jacob Geurts, een in 1670 in de huidige De Wever vermoorde schepen. Een klein gedeelte van deze grafzerk dient nog als drempel onder de deur tussen het priesterkoor en de gang naar de sacristie. De aanbesteding van de kruisgewelven om de zijbeuken en de stergewelven in het middenschip te bouwen vond plaats op maandag 9 januari 1882 in Hotel De Zwaan. De opzichter bij de restauratie was J.H. Tonnaer.[4]
Op dinsdag 28 maart 1882 stortte bij de restauratie van de kerk het gewelf van het transept aan de noordzijde in. Aanvankelijk werd dit in het Nieuws van de Week van 1 april beschreven als een ongeluk waarbij ernstige ongelukken hadden kunnen gebeuren, maar dezelfde krant meldde op 5 april dat men het gewelf bewust had afgebroken omdat het bouwvallig was.
Bij de restauratie werd in 1883 in het priesterkoor een fraaie mozaïekvloer gelegd. Voor het hoofdaltaar is daarin de tekst verwerkt:
- sancti vicavi locum istum ut sit nomen meum ibi in sempiternum et permaneant oculi mei et cor meum
- ik heb deze plaats geheiligd opdat mijn naam hier voor eeuwig is en opdat mijn ogen en mijn hart hier blijven[5]
De vloer werd in Engeland (Broseley, Shropshire) gemaakt door de firma Bentball Geometrical Mosaic Works en kostte 735 gulden.
Bij de bevrijding in 1944 raakten het leistenen kerkdak en de toren beschadigd. De herstelwerkzaamheden werden in 1945 uitgevoerd door A.J. Meulendijks & Zonen uit Helmond.[6]
Bij de restauratie van 1959, met een tweede fase tot 1964, onder leiding van architect Jos Deltrap werden de spitsen van de zijtorens verlaagd en een angelustorentje op het hoogkoor verwijderd. De ingangen in de zijtorens werden dichtgemetseld en aan de zijkanten werden nieuwe aluminium ingangspartijen gecreëerd. De teruggevonden grafsteen van Hendrick van Doerne, overleden in 1508, en Christina van Hemert, overleden in 1499, eigenaren van het Groot Kasteel, werd herplaatst in de noordelijke zijtoren en aldaar in beton of cement gegoten. Daardoor is het onmogelijk deze steen in de toekomst nog te verplaatsen.
In opdracht van monumentenzorg werd ook een groot aantal muurschilderingen, in 1902 aangebracht door Theodoor Hermsen uit Den Bosch, verwijderd. Deze schilderingen waren aangebracht op praktisch alle muren en plafonds van de kerk. De schilderingen in het priesterkoor zijn behouden gebleven, zodat men daar de schilderingen nog kan zien. Een regionale krant wijdde op 4 oktober 1963 een artikel aan de toen onder witkalk verdwenen kunst van Hermsen onder de kop In St. Willibrorduskerk heerst thans weer "de tirannie van den allen geest doodenden witkwast".
De laatste restauratie tot nu toe startte in 2001. Behalve een algehele opknapbeurt voor het gebouw, werd de grafkelder onder het priesterkoor heropend en archeologisch onderzocht, en werden de gewelven van middenschip en hoogkoor toegankelijk gemaakt. In een laatste fase zouden ook de moderne aluminium ingangen worden vervangen door een passende entreepartij, maar dat heeft tot heden (2022) nog niet plaatsgevonden.
Links vóór in de kerk, aan de vrouwenkant zoals men het vroeger noemde, stond het Onze Lieve Vrouwe-altaar. Op het altaar waren twaalf geschilderde geheimen van de rozenkrans en drie gebeeldhouwde afgebeeld. In het midden was een paneel met grotere beelden met de voorstelling van Onze Lieve Vrouw, waar zij de rozenkrans overhandigt aan de Heilige Dominicus. Na de restauratie werd het altaar niet meer teruggeplaatst.
Rondom de kerk bevindt zich het restant van een begraafplaats, voor nieuwe begravingen gesloten in 1970. De oudste grafzerken dateren uit de negentiende eeuw; de meerderheid uit het midden van de twintigste eeuw. Rond deze begraafplaats zijn ook nog enkele kerkhofmuren bewaard gebleven.
In het altaar van de kerk bevindt zich een reliekhouder met een groot aantal relieken. Voor de beschrijving daarvan zie onder relieken.
Suisse[bewerken | brontekst bewerken]
Het kerkbestuur stelde in 1953 een suisse aan. Dat was Jasper Berkers.[7]
Willibrordusbeeld[bewerken | brontekst bewerken]
Het Willibrordusbeeld inclusief console kwam, na sluiting van de Gerarduskerk in de Walsberg, in de Sint-Willibrorduskerk terecht. Het houten beeld met nieuwe polychromie staat onder het orgelbalkon. De linkerhand staat een beetje vreemd omdat deze waarschijnlijk anders heeft gezeten en hij op deze hand een kerkje gedragen heeft.
Het beeld komt oorspronkelijk uit de kerk van Kessel en werd door pastoor Roes aangekocht op 21 september 1934. Roes was pastoor in Kessel voordat hij als pastoor naar Deurne kwam. Hij kocht van het kerkbestuur aldaar vijf beelden voor zeventig gulden.
Willibrordus staat hier afgebeeld met een bierton of wijnvat. Het verhaal gaat dat hij in Echternach een wijnvat vulde totdat het overliep door in de wijnkelder zijn staf in de ton te laten zakken waarin nog een beetje wijn zat.
Willibrordus zorgde ergens onderweg voor een overvloed aan wijn voor bijna veertig man door de vier kleine reisflessen van zijn gezellen te zegenen. Ook mochten een twaalftal bedelaars drinken uit de wijnflessen zonder dat die leeg raakten. Willibrordus is niet voor niets de patroonheilige van de caféhouders.
In de kerk bevindt zich ook een Smits-orgel.
Zie ook:
Videofilm[bewerken | brontekst bewerken]
Videofilm Youtube: "Willibrorduskerk van steen tot steen ":
Afbeeldingengallerij[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
|
DeurneWiki TR Plekke: DeurneWiki_TR_Plekke_POI
De informatie die hier staat wordt gebruikt om over te hevelen naar WikiTude. Dit is onderdeel van het DeurneWiki TR Plekke project dat als doel heeft geselekteerde artikelen uit DeurneWiki over te brengen naar WikiTude, een nlwikipedia:Toegevoegde realiteit. Zie hier onder hoe WikiTude te installeren. Voor meer informatie, zie artikel DeurneWiki TR Plekke.
Installeren van WikiTude op uw android of iPhone mobiel
Installeer WikiTude voor uw android toestel: of WikiTude voor uw iPhone: door op de links te klikken of via de app-market van uw toestel.