Lambertus te Strake (1894-1991)
Lambertus (Bertus) te Strake )1894-1991) was industrieel en oprichter van Machinefabriek Te Strake in Deurne.
Familie[bewerken | brontekst bewerken]
Bertus, van eenvoudige boerenafkomst, was een zoon van de landbouwer Hendrik Jan te Strake (Winterswijk 1848-1923 Winterswijk) en Janna Aleida Legters (Winterswijk 1846-1913 Winterswijk).
Hij huwde op 19 juli 1922 in Apeldoorn met Driesje Johanna Beekman, (Apeldoorn 11 oktober 1897 - 27 februari 1985), dochter van de makelaar Jan Beekman (Apeldoorn 1872-1940 Apeldoorn) en Alberta Geurts (Eerbeek 1869-1958 Apeldoorn).
Op 22 april 1924 werd hun enige zoon geboren:
- Henry Jan (Henk), (Arnhem 22 april 1924 - Maastricht 20 oktober 2013). Hij huwde met Maria Regina (Rie) Roefs (1924-2014).[1]
Verhuizen[bewerken | brontekst bewerken]
Het gezin woonde eerst in Arnhem en later langs de Maas in Venlo. Door overstroming geteisterd besloot men naar Deurne te verhuizen en zo kwam het gezin op 6 juli 1927 in Deurne terecht.
Hij vestigde zich op het adres Stationslaan 8 (A.73) te Deurne. Zijn huis, het vroegere woonhuis Nicopola van burgemeester Klaas Laan, noemde hij vanaf dat moment Gelria, naar zijn geboortestreek. De villa staat in een laan nabij het station van Deurne met veel beschermde monumenten.
Toen de villa van buurman notaris De Leeuw te koop werd aangeboden. kocht Lambertus te Strake ook het naastgelegen Mariahof en verhuurde die aan de notarissen Tromp en Van den Wildenberg.
Toen laatstgenoemde naar de Helmondseweg verhuisde, ging Lambertus in Mariahof wonen terwijl zoon Henk in Gelria ging wonen. Een gedeelte van Mariahof werd toen gebruikt om zijn uitvinding, de revolutionaire luchtweefmachine, te ontwikkelen.
Op 75-jarige leeftijd werd hij, op de fabriek waar hij toen nog steeds werkte, onwel. De bijna-doodervaring die hij toen beleefde had grote invloed op zijn denkwereld tijdens zijn verdere leven.
Op latere leeftijd verhuisde het echtpaar Te Strake naar Eeckenrhode in Aalst, een serviceflat voor welgestelde ouderen. Lambertus verbleef de laatste drie jaren van zijn leven in het huis van zijn zoon Henk in Vlierden waar hij met de hulp van verpleegsters 24 uur per dag werd verzorgd. In de nacht van 10 op 11 september 1991 overleed hij in een ziekenhuis in Eindhoven.
Industriële activiteiten[bewerken | brontekst bewerken]
Na een kort dienstverband bij textielfabriek Willink in Winterswijk in de Achterhoek, waarbij hij enige tijd de leiding had over een dependance in Groenlo, startte Te Strake, in eerste instantie samen met Henny Verkouteren, in 1947 in een voormalig boterfabriekje te Asten de tricotagefabriek Te Strake en Verkouteren'.
Op 13 mei 1947 werd een nieuwe vennootschap opgericht: de N.V. Machinefabriek L. te Strake. In 1950 werd de machinefabriek op het toen nog jonge bedrijventerrein Grote Bottel in Deurne gevestigd op het adres Industrieweg 7.
Met de overname van zijn bedrijf op 8 maart 1973 door Machinenfabrik Rüti (52%), Akzo (42%) en Burlington Industries Inc. (6%) was Lambertus te Strake geen aandeelhouder meer en nam hij afscheid van zijn bedrijf en medewerkers. Hij was het die samen met Dorus Fransen op het idee kwam van het pneumatisch transporteren van inslaggaren bij het weven. Zij waren het ook die deze ideeën in het diepste geheim in huize Mariahof, samen met professor Slotboom, een volle neef van Henk te Strake, als eerste in werkende prototypen omzetten en daarmede de basis legden voor de luchtweefmachine en het toekomstige bedrijf. [2]. Later bleek het concept een groot succes en veroverde Machinefabriek Te Strake met de machine 60% van de wereldmarkt.
Maatschappelijke functies[bewerken | brontekst bewerken]
Rond de veertiger jaren van de 20e eeuw was Lambertus te Strake beschermheer van fanfare Wilhelmina in Vlierden.
Na het overlijden van zijn goede vriend Antoon Coolen in 1961 werd Lambertus te Strake als nieuwe beschermheer van het Sint-Antonius Abtgilde geïnstalleerd. Op 8 september 1985 trok de heer Te Strake zich op negentigjarige leeftijd als beschermheer terug en werd Guido Coolen (zoon van Antoon Coolen) als beschermheer geïnstalleerd.
Op verzoek van Antoon Coolen verbleef vanaf het vroege voorjaar 1937 tot 28 mei 1938 de Deense schrijver Marcus Lauesen in het tuinhuis van de villa Gelria om daar het boek over de Heilige Catharina te schrijven.
Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]
- Op 29 april 1960 ontving Lambertus te Strake uit handen van locoburgemeester Swinkels de koninklijk onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
- In 1983 kende het “Textile Institute” , een wereldwijde organisatie van textieldeskundigen, gezeteld in Manchester UK, aan de ontwikkelaars van de L5000 luchtweefmachine van Te Strake de Jubilee Award 1983 toe.
Het Grote Wonder[bewerken | brontekst bewerken]
Samen met de heer Lips, eveneens bewoner van Eeckenrhode, schreef Lambertus te Strake zijn filosofisch getinte levensbeschouwingen neer in een samenvatting die ze Het Grote Wonder noemden. Speciale belangstelling had hij voor het verhaal van Mozes. Tussen zijn tachtigste en vijfentachtigste jaar produceerde hij stapels blocnotes met aantekeningen. Floor Haak en Lambertus te Strake raakten bevriend en in het voorjaar van 2002 maakte Floor, schrijver van een cultuurhistorische column in Het Financieele Dagblad onder de naam escapades, een manuscript van de inhoud van die blocnotes. Onder hoofdstuk IV-b schreef hij ook het verhaal over Bertus zoals Floor Haak hem door de jaren heen was gaan zien.
Amateurfilmer[bewerken | brontekst bewerken]
Lambertus te Strake was een verwoed amateurfilmer. De zeldzame filmbeelden die hij in de jaren dertig van de 20e eeuw van Deurne maakte zijn in september 2011 door zijn zoon Henk ter beschikking gesteld aan heemkundekring H.N. Ouwerling. De heemkundekring kreeg ook het publicatierecht zodat de filmbeelden onder andere ter illustratie van relevante artikelen via de historische encyclopedie DeurneWiki aan de Deurnenaren getoond kunnen worden.
Manifest[bewerken | brontekst bewerken]
Een groep van negen vooraanstaande inwoners was het niet eens met het door burgemeester Lambooy gevoerde beleid gedurende de 4½ jaar durende Duitse bezetting. Ze schreven en verspreidden het Manifest van 21 februari 1945. Met het strooibiljet (A4) dat gericht was “aan de bevolking van Deurne” werd waarschijnlijk de kiem gelegd voor de pennenstrijd die gaandeweg tussen de Deurnesche Courant en Het Licht ontstond en meer dan twee jaar zou duren. Te Strake was een van de negen schrijvers / medeondertekenaars.
Bronnen, noten en/of referenties
|