Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Helmondseweg 24
Het voormalige adres Helmondseweg 24, in het huidige Hub van Doornepark, kent een lange en interessante geschiedenis, onder meer als secretariswoning, ziekenzaal en bierbrouwerij De Pelikaan.
Het huis aan de Helmondseweg, dat vóór 1800 de Boone heette, stond tegenover hoeve Ten Velde. De hoge bomen in het Hub van Doornepark markeren nog de plek, waar de kapitale boerderij stond.
Het huis werd in 1698 door Johan van der Linden aan vorster Antonie van Schaijk verkocht.
n 1746 kwam het huis bij vererving aan diens schoonzoon, de president-schepen Johannes Bokhorst. De weduwe Bokhorst verkocht in 1773 het huis aan vorster Balthasar van Schaijk.
In 1804 kwam het pand aan diens zoon Michiel van Schaijk.
In 1831 werd de gemeente-secretaris Cornelis Wijnants eigenaar.
Tijdens de Belgische Opstand (1830-1839) werd in oktober 1831 een gedeelte van het pand door de gemeente gehuurd van Wijnants en ingericht als ziekenzaal voor cholerapatiënten.
In 1832 was een piket soldaten in het huis gelegerd, toen op 23 januari een brand uitbrak. De schade bedroeg 600 gulden. De ziekenzaal werd toen verplaatst naar de woning bij de watermolen aan het Haageind.[1]
In 1863 kocht oud-burgemeester en grootgrondbezitter Hendrik van Baar het pand en startte er de bierbrouwerij.
Rond 1881 was het pand van de weduwe Van Baar die er toen een bijbouw aanbouwde.
Op 1 mei 1888 brandde het middendeel van de boerderij af.
Rond 1893 werden haar schoonzonen schoolmeester Jan van Baars en bierbrouwer Joseph Daverveldt mede-eigenaar.
In 1904 werd Piet Toonen uit Cuijk eigenaar.
Op 30 december 1913, provisioneel in hotel De Zwaan, en op 14 januari 1914 definitief in hotel Linders, zette Toonen het geheel in een openbare verkoop. Toewijzing vond echter niet plaats. Later in 1914 verkocht Toonen zijn goederen voor 7.330 gulden aan Johannes Hendriks.
In 1934 werden zijn zoon Harrie Hendriks en diens kinderen eigenaars. Zij staakten de brouwerij en hadden het pand uitsluitend als boerderij in gebruik.
Rond 1966 werd de gemeente Deurne door onteigening de eigenaar.
Rond 1973 kocht Hub van Doorne het pand van de gemeente en gaf het in 1975 ter gelegenheid van zijn 75ste verjaardag weer ten geschenke aan de gemeente/Deurne gemeenschap met een bonus van 100.000 gulden, onder voorwaarde dat het zou worden gerestaureerd en ingericht als muziekschool. Aanvankelijk was hij van plan om zelf, in nauw overleg met de Rijksdienst voor monumentenzorg, het pand te restaureren. De Waalrese architect A.M. van Empel maakte een verbouwingsplan.
Nadat het pand, dat op de monumentenlijst stond, weer in handen van de gemeente Deurne was gekomen, werden er allerlei plannen gemaakt, onder meer tot inrichting als muziekschool en als bibliotheek, die echter nooit werden uitgevoerd. In 1977 begon men met de gedachte te spelen om het pand af te breken. Van Doorne kon daarmee instemmen mits door de gemeente voldoende financiële middelen werden vrijgemaakt voor een volwaardige muziekschool. Aanvankelijk weigerde de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk zijn toestemming tot de afbraak van het monument. Monumentenzorg weigerde aanvankelijk afbraak toe te staan met het argument dat de uit de negentiende eeuw daterende langgevelboerderij, met een rijk uitgevoerd woonhuis, in combinatie met de erfbeplanting, een belangrijke rol in het landelijk aanzien van dat deel van Deurne vervulde.
In september 1977 bracht Laurens de Jonge, architect en bestuurslid van de pas opgerichte heemkundekring H.N. Ouwerling, een rapport uit over dit pand, waarin werd gepleit voor behoud van het gebouw. Er werd een comité tot behoud van De Pelikaan opgericht waarin ook de heemkundekring zitting nam.
In 1985 volgde de sloop van het pand. De ruimte die hierdoor ontstond werd aangeplant en heet nu het Hub van Doornepark. Het is ook de plek waar het standbeeld van Hub en Rie van Doorne-Reijnders een plaats kreeg.
Het terrein van Helmondseweg 24 werd in 1983 door leden van heemkundekring H.N. Ouwerling archeologisch onderzocht. Hierbij werd onder andere een eesttegel voor het drogen van mout gevonden. Dit gebeurde op de droogzolder die bestond uit geperforeerde tegels, waardoor de warme lucht van beneden naar boven kon.
Bronnen, noten en/of referenties
|