Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Hendricus Antonius Hendriks (1920-1999)
Hendricus Antonius Hendriks | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Hendricus Antonius Hendriks | |
Roepnaam | Harrie, "De Puistenkoning" | |
Geboorteplaats | Vlierden | |
Geboortedatum | 24 januari 1920 | |
Overl.plaats | Helmond | |
Overl.datum | 4 februari 1999 | |
Partner(s) | Adriana Maria Josephina van Leuken (1923-2005) | |
Beroep(en) | houthandelaar, ontginner, garagehouder | |
Bidprentje | NBA |
Hendricus Antonius (Harrie) Hendriks (1920-1999) was zakelijk zeer succesvol en kreeg in zijn Vlierdense periode de bijnaam de Puistenkoning.
Hij was een zoon van de Vlierdense landbouwer Hendrikus Hendriks (1884-1949) en Catharina (Trien) van den Eijnden (1886-1956).
Harrie huwde op 8 mei 1943 in Helmond met de 20-jarige Adriana Maria Josephina (Jeanne) van Leuken, (Helmond 20 maart 1923 - Helmond 2 september 2005), dochter Henricus Johannes van Leuken (Helmond 1898-1964 Helmond) en Johanna Huberta Donkers (Helmond 1898-1968 Helmond).
Harrie groeide op in het gehucht Belgeren op adres A.87. Dat adres werd gewijzigd in A.97, vervolgens in Belgeren A.76 buiten. Voor zijn huwelijk woonde hij nog bij zijn moeder Trien Hendriks, tegenover veehandelaar Driekske van Tilburg, op adres V.89.
Al tijdens de oorlog hield hij zich onder de naam aannemersbedrijf Bosch- Hout- Grond- en Egalisatiewerken H.A. Hendriks bezig met ontginningsprojecten. Hij bouwde een nieuwe woning op het adres V.110a, het huidige adres Hogezijdeweg 124, waar hij na zijn huwelijk met zijn echtgenote ging wonen. Op dit adres dreef hij onder meer ook zijn handel in (peel)puisten (boomstronken) die hij als brandstof verkocht aan bakkers. Na de Tweede Wereldoorlog begon de puistenkoning hier zijn handel in legerjeeps. Na zijn verhuizing naar Helmond had hij zijn levensbestemming gevonden. Zijn handel in legerjeeps groeide uit tot de Opelgarage in Helmond met dependances in Deurne aan de Doctor Huub van Doorneweg, Haarlem en Goes.
Daarnaast zette hij zich op vele fronten in ten behoeve van het Helmondse gemeenschapsleven. Zo was hij van 1962 tot 1967, en na een onderbreking wegens gezondheidsproblemen, van 1974 tot 1986 lid van de gemeenteraad in Helmond. In zijn eerste periode was dat als KVP-er. Naderhand verkoos hij kandidaat te staan voor de door hem opgerichte partij de Onafhankelijke Groepering Helmond. Het raadslidmaatschap vervulde hij op karakteristiek zakelijke en nuchtere wijze, waarbij hij de gemeente als bedrijf benaderde.
Het Helmonds Muziek Corps, waarvan hij beschermheer was, en de afdeling Helmond van de Nederlandse Hartstichting mochten zich in zijn warme belangstelling verheugen.
Als blijk van waardering voor zijn maatschappelijke inzet werd hij op 29 april 1988 onderscheiden als ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Op woensdag 10 februari 1999 namen zeer velen tijdens een uitvaartdienst in de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk van Helmond afscheid van Harrie Hendriks.
Van de ondernemingsgeest van Harrie Hendriks getuigt wel onderstaande brief, die hij op 29 januari 1943 naar burgemeester Lambooij stuurde;
- Weledele Heer, Bij deze deel ik U mede als dat ik mij hedenmiddag op uw advies in verbinding heb gesteld met den Heer van de Nieuwengiessen in verband met het opstellen van een brief over de aanbesteding van de 10 H.A. boschgrond gelegen in de Rakt te Vlierden. Den Heer van de Nieuwengiessen deelde mij echter mede, als dat het volgens hem weer ongeveer Herfst zou worden alvorens wij daaraan zouden kunnen beginnen, want hij had volgens zijn zeggen toch geen pootgoed om 't terrein wederom te bebosschen. Volgens mij is hiervoor met een beetje goeden wil toch nog een oplossing mogelijk. Bijvoorbeeld dit. Wanneer ik op bovenvermeld terrein reeds over een week zou kunnen beginnen, liep ik niet vast met mijn personeel en kan ik dit in dienst houden, want het zal U ook wel bekend zijn Burgemeester, dat het tegenwoordig erg moeilijk is om aan goede arbeidskrachten te komen.
Dus wanneer ik mijn arbeiders zou moeten ontslaan zou dit voor mij onherroepelijk een einde zijn van mijn met zoveel moeite opgebouwd bedrijf. Had alles normaal verlopen met de andere werkobjecten (dat door niemand te voorzien was dat dit niet zou zijn) dan had ik minstens nog voor 4 à 5 maanden werk gehad. Bedoelde objecten komen echter binnen afzienbaren tijd vrij, dus wanneer den Heer van de Nieuwengiessen het niet op prijs stelt dat genoemde ontginning vroegtijdig klaar is, zal ik hier voor wel zorgen, door vermeldde andere werken er tussen door te nemen. Ik zou U zeer dankbaar zijn wanneer U hiervoor een regeling trof. Temeer er om daar ik indertijd in de Rakt extra onkosten heb gemaakt (door een betrekkelijk groot schaftlokaal te bouwen tenminste 4 m. bij 4 ½ meter met vloer en kachel er in) met 't oog op de ontginning waaraan wij toen bezig waren en van die grote waarover ik dezen brief schrijf.
Dus U ziet wel wat betreft de sociale verzorging van de arbeiders zijn wij niet achter, tenminste zover als ik weet zijn er maar weinig ontginningsbedrijven die voor dergelijke lokalen zorgen en die den verplichten vacantietijd van 23 Dec. '42 tot en met 3 Jan. '43 volledig uitbetaald hebben zoo als wij. En dat dit voor ons wel zulk een harde noot was als voor iemand anders is U wel bekend. Dus ik veronderstel dat ik U er in 't geheel niet mede lastig val, wanneer 't tenslotte toch gaat om werk, hetwelk toch voor de arbeiders loon betekent. Verder deel ik U mede als dat ik op 27 Januari ben ondertrouwd en van plan ben op de Heesch in Vlierden een noodwoning te laten bouwen, waarover naar ik verneem den Heer Jos. Deltrap U dezer dagen wel zal komen spreken. Hopende spoedig bericht van U te mogen krijgen omtrent bedoeld werk of eventuele ander werken verblijf ik met de meeste hoogachting.
Uw. d.w.d. H.A. Hendriks[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|