Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Jaap van de Leijsing: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 16: | Regel 16: | ||
Wanneer de kei bovengronds is gekomen, is niet precies bekend. Maar uit een krantenbericht uit 1978, toen Jaap een vaste plaats in Liessel kreeg, kan geconcludeerd worden dat de kei rond 1918 is gevonden.<ref>''[[Wat ne Kei is dat, 55 jaar carnaval in Liessel, 1955-2010|Wat ne Kei is dat]]'' Helmonds Dagblad 10 november 1978.</ref> | Wanneer de kei bovengronds is gekomen, is niet precies bekend. Maar uit een krantenbericht uit 1978, toen Jaap een vaste plaats in Liessel kreeg, kan geconcludeerd worden dat de kei rond 1918 is gevonden.<ref>''[[Wat ne Kei is dat, 55 jaar carnaval in Liessel, 1955-2010|Wat ne Kei is dat]]'' Helmonds Dagblad 10 november 1978.</ref> | ||
Op de [[markt]] in Deurne leunde Jaap jarenlang tegen een boom. In de nacht van 9 op 10 mei (Hemelvaartsdag) 1956 werd de kei gestolen door leden van de Jonge Middenstanders van Asten. De kei werd op de markt voor het gemeentehuis van Asten geplaatst en op de Markt in Deurne lieten de dieven een grote zak achter, gevuld met kaf.<ref>Een onbekend krantenknipsel van 11 mei 1956, waarbij ook een drietal | Op de [[markt]] in Deurne leunde Jaap jarenlang tegen een boom. In de nacht van 9 op 10 mei (Hemelvaartsdag) 1956 werd de kei gestolen door leden van de Jonge Middenstanders van Asten. De kei werd op de markt voor het gemeentehuis van Asten geplaatst en op de Markt in Deurne lieten de dieven een grote zak achter, gevuld met kaf.<ref>Een onbekend krantenknipsel van 11 mei 1956, waarbij ook een drietal foto's van de nachtelijke kaping werden geplaatst, een bericht in De Tijd van diezelfde dag en het [[Land- en Tuinbouwblad]] van 29 december 1956.</ref><br> | ||
De nacht daarop werd de kei door de jonge Somerense middenstand | De nacht daarop werd de kei door de jonge Somerense middenstand in Asten weggehaald en naar het marktplein in Someren verplaatst. Al vrij snel keerde het gevaarte weer terug naar Asten. Maar op zaterdagavond 12 mei slaagde een sterke afvaardiging van de jonge Deurnese middenstand, gehuld in waterdichte kleding ter bescherming tegen eventuele Astense brandweerslangen, er in om de steen weer terug naar Deurne te halen. | ||
Uiteindelijk keerde de kei terug naar Liessel. Op 18 november 1978 kreeg hij een vaste plaats op het marktplein in Liessel, net als de [[Buntse Kei]], die ook in Liessel is gevonden. | Uiteindelijk keerde de kei terug naar Liessel. Op 18 november 1978 kreeg hij een vaste plaats op het marktplein in Liessel, net als de [[Buntse Kei]], die ook in Liessel is gevonden. |
Versie van 19 okt 2017 15:11
Jaap van de Leijsing (Leijzing) is een van de twee grote zwerfkeien die onder Liessel gevonden zijn.
Het gaat om een blok kwartsiet uit de zgn. Formatie van Veghel A.
De kei Jaap van de Leijsing dankt zijn naam aan de plek waar hij gevonden werd, in de hoek van de huidige Poldersteeg en Bremweg in Liessel. Het heette daar toentertijd de Leizing, een naam die we in de geschriften ook wel terugvinden als Lijzing of Leijzing en nadien ook als Leijsing wordt geschreven. De gemeente Deurne gebruikt tegenwoordig die laatste schrijfwijze en zo staat het ook op het naamkaartje van deze kei.
De zwerfkei werd in opdracht van de burgemeester van Deurne en Liessel – zoals de gemeente toen nog heette – op 14 april 1921 naar de Markt van Deurne getransporteerd, door voerman Piet Dielissen.[1]
- Een der oudste inwoners onzer parochie, huizende op de Leizing is vertrokken. Reeds vroeger zijn meerdere pogingen aangewend om hem tot vertrek te bewegen, maar die bleken steeds tevergeefs. Nadat onze Burgemeester hem Woensdag met een bezoek had vereerd en Sinjeur was gefotografeerd, schijnt de zaak veranderd. Zo juist passeerde hij door ons dorp. Op de kar van voerman Dielissen. Uit ieder huis kwamen belanghebbenden en nieuwschierigen om Jaap van de Leizing goeden dag te zeggen. Bij het Boerenbondsgebouw werd door Meester Van Helden en Engels het signalement vastgesteld. Wigvormig, hoog 1.80 M, dik ruim 60 c.M., breed 1.20 M, gewicht 1780 kilo’s. Men beweert dat de reuzenkei in de Ardennen is geboren.
Wanneer de kei bovengronds is gekomen, is niet precies bekend. Maar uit een krantenbericht uit 1978, toen Jaap een vaste plaats in Liessel kreeg, kan geconcludeerd worden dat de kei rond 1918 is gevonden.[2]
Op de markt in Deurne leunde Jaap jarenlang tegen een boom. In de nacht van 9 op 10 mei (Hemelvaartsdag) 1956 werd de kei gestolen door leden van de Jonge Middenstanders van Asten. De kei werd op de markt voor het gemeentehuis van Asten geplaatst en op de Markt in Deurne lieten de dieven een grote zak achter, gevuld met kaf.[3]
De nacht daarop werd de kei door de jonge Somerense middenstand in Asten weggehaald en naar het marktplein in Someren verplaatst. Al vrij snel keerde het gevaarte weer terug naar Asten. Maar op zaterdagavond 12 mei slaagde een sterke afvaardiging van de jonge Deurnese middenstand, gehuld in waterdichte kleding ter bescherming tegen eventuele Astense brandweerslangen, er in om de steen weer terug naar Deurne te halen.
Uiteindelijk keerde de kei terug naar Liessel. Op 18 november 1978 kreeg hij een vaste plaats op het marktplein in Liessel, net als de Buntse Kei, die ook in Liessel is gevonden.
Carnavalsstichting De Kei is bij de oprichting op 19 april 1955 vernoemd naar de kei Jaap van de Leijsing. Die kei moest het symbool worden van Liessels onverzettelijkheid en doorzettingsvermogen. Aanvankelijk was het dus al bij de oprichting van de carnavalsvereniging de bedoeling om deze kei terug te halen naar Liessel. Na de vondst van de Buntse kei in 1957 was de belangstelling voor Jaap (voorlopig) over en werd die tweede kei geadopteerd.
Sinds 1997 is de kei Jaap van de Leijsing ieder jaar het middelpunt van een carnavalsactiviteit. De Prinsengarde van carnavalsstichting De Kei start op carnavalsmaandag haar ‘Rozen Môndig’ bij de kei. Later op de middag wordt een speciale onderscheiding uitgereikt aan iemand die lid is van de Prinsengarde en dat ereteken is het ‘Jepke’ gaan heten.
De geschiedenis van deze kei, ook in relatie tot carnaval, wordt uitvoerig beschreven in het in 2010 geschreven boek Wat ne Kei is dat.
Bronnen, noten en/of referenties
|