Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Vorstsedreef
De Vorstsedreef, een eigen weg, is een fraaie eikenlaan die van de hoeve Vorst naar de Astense Aa loopt.
De Vorstsedreef is een onverharde eikenlaan die velen van u waarschijnlijk nog nooit betreden hebben. Het pad vormt de verbinding tussen de hoeve Vorst en de fraai meanderende Astense Aa. Het is een weggetje waarvan men in eerste instantie zou vermoeden dat het geen enkele historische betekenis heeft. Het tegendeel is waar.
In 1840 was de Helmondse kasteelheer jonkheer Wesselman tevens districtscommissaris voor het zuid-oosten van Noord-Brabant. Hij kweet zich bijzonder nauwgezet van zijn taak en voorzag de commissaris van de koning, gevraagd en ongevraagd, van goed beargumenteerde en wijze adviezen. In genoemd jaar schreef hij ook een rapport over de toestand van de regionale verbindingswegen, waarin hij ook de weg Deurne-Asten ter sprake bracht. De huidige Vlierdenseweg bestond toe nog niet en om met droge voeten van Vlierden naar Asten te komen moest men via Belgeren, waar bij de watermolen van Belgeren de Aa kon worden overgestoken naar Ommel. Wesselman beschreef deze weg, wat betreft de Ommelse kant, als "een van de zandigste van heel Noord-Brabant". Men kon daarom nauwelijks met zware vracht van Deurne naar Asten. Zowel vanuit Deurne als Asten was dringend behoefte aan een kwalitatief betere en kortere verbindingsweg.
Er waren in de ogen van Wesselman twee alternatieven. De eerste mogelijkheid was om vanuit de Astense Stegen een weg en brug aan te leggen richting het gehucht Baarschot. Het andere tracé liep meer zuidelijk en zou kunnen aansluiten op wat nu de Vorstsedreef heet.
In de jaren 1830 had namelijk de heer Heister, eigenaar van de Vorstse hoeven, vanaf de boerderijen over zijn weilanden een weg laten aanleggen naar de Astense Aa. Daar had hij ook een nieuwe brug laten bouwen om via de Stegen snel en gerieflijk naar Asten te kunnen gaan. De familie Heister en hun pachter zagen wel in dat er economisch voordeel te behalen was door derden te laten betalen voor het gebruiksrecht. Er werd dus een draaiboom geplaatst en wie gebruik wilde maken van de weg diende per kar 2½ cent tolgeld te betalen. Maar soms weigerde men botweg om de boom voor een betaalwillige passant te openen.
Een weg via de Baarschot zou weliswaar iets korter zijn maar qua aanleg veel duurder. Als gekozen zou worden voor de weg via de hoeve Vorst, via de Heimolen naar Deurne dan zou die met weinig kosten gerealiseerd kunnen worden. Maar de onderhandelingen met de douairière Heister liepen op niets uit en de Vorstsedreef was en bleef een particuliere tolweg.
De plek waar je aan het einde van de Vorstsedreef de Astense Aa kunt oversteken is waarschijnlijk van historisch belang. Het zou namelijk de plaats kunnen zijn waar vele eeuwen geleden de watermolen van Ruth in bedrijf was. Bij een beschrijving van de Vlierdense grenzen in 1468 wordt deze molen nog genoemd. Toen baron van Leefdael in 1730 de hoeve Ruth kocht was daarbij nog sprake van "het recht om de vervallen oliemeulen aldaer wederom te mogen oprechten".
Bronnen, noten en/of referenties
|