U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Gidsenbeweging Deurne

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Annie van den Broek in de beginperiode van de gidsen.
Foto: collectie Arie Crommentuijn-Munsters
Theresiagroep in 1946. Klik op het icoon voor meer informatie.

De gidsenbeweging Deurne is in 1946 opgericht door Ria Goossens en Annie van den Broek (1927).


De gidsenbeweging vormde de vierde tak van het latere Scouting. In die tijd waren er padvinders, padvindsters en de, sterk aan de katholieke kerk gelieerde, verkenners en gidsen. Het was de tijd van de sterke verzuiling.

Ontstaan[bewerken | brontekst bewerken]

De verkenners bestonden in Deurne al vanaf 1934. In de oorlog mocht men niet bij elkaar komen. Zij hadden hun blokhut aan de Zandbosweg (waar nu hoogbouw van de Parkhof staat) die door brand verwoest werd en daarna de twee blokhutten, verder weg aan de Zandbosweg. Die moesten later weg vanwege de nieuwbouw. De gidsen maakten incidenteel gebruik van deze voorzieningen. Deze werden ook verhuurd voor bivakken voor andere gidsengroepen.

Onderdak[bewerken | brontekst bewerken]

De gidsen hadden hun eerste bijeenkomst in september 1946 in de kelder van het patronaat. Later verhuisden ze naar de zolder van het voormalige kloostergebouw Sancta Maria en nog later naar de zolder van de meisjesschool (al deze gebouwen zijn inmiddels afgebroken.) In de loop der jaren was de kleine groep van het begin uitgegroeid tot twee gidsenkringen, twee kabouterkringen en een pionierstersvuur.

Uniform[bewerken | brontekst bewerken]

De kabouters droegen een bruin uniform met gele das, een bruin mutsje met gele biezen en bruine sokken met gele biezen. Als ze oud genoeg waren om naar de gidsen te gaan vlogen ze over.

De gidsen hadden een blauw uniform, met lichtblauwe dassen een zelfgeknoopt fluitkoord. Alles werd gecompleteerd met een hoed met grote rand. Later werden de uniformen wat gemoderniseerd en maakte de hoed plaats voor een baret.

De pioniersters (zij die de gidsen ontgroeid waren) droegen het gidsenuniform met terra das.

Bivak[bewerken | brontekst bewerken]

Hoogtepunten waren de jaarlijkse bivakken (tenten mocht niet) in boerderijen of blokhutten. De eerste bivakken moesten er nog levensmiddelen meegebracht worden, of voedselbonnen. En met de personeelsbus van de DAF (met dank aan Hub van Doorne) werd men naar de plaats van bestemming vervoerd, inclusief pionierhout, potten, pannen etc.

Internationaal[bewerken | brontekst bewerken]

Hoe ouder de gidsen werden hoe verder men van huis ging. in 1956 ging men zelfs naar Parijs. Er werd verblijf gehouden in een huishoudschool. Via een bevriende gidsengroep in Parijs waren de Deurnese gidsen aan dat adres gekomen. Hierdoor bleek ook maar eens weer het internationale karakter van de scouting.

Regelmatig werd er "over de grenzen" gekeken. Zo waren gidsen "hulp" bij een internationale conferentie. Een van de gidsen, Jet van den Elzen, werd zelfs uitgezonden naar Amerika.

De Deurnese gidsenbeweging organiseerde zelf ook een internationaal kamp aan de Kwadestaart.

Dachvaert[bewerken | brontekst bewerken]

In de kasteeltuin werd op 22 mei 1954 een "Dachvaert" gehouden. Dit was een bijeenkomst voor alle leidsters uit het Diocees. De verkenners hebben toen al het pionierwerk gedaan.

Samenwerking met verkenners[bewerken | brontekst bewerken]

De samenwerking met de verkenners begon langzaam vorm te krijgen. Zo werd in 1958 het 12,5 jarig bestaan van verkennerij en gidsenbeweging gezamenlijk gevierd. Uitgebreide krantenartikelen en foto's getuigen daarvan.

Veel gidsen beschouwden deze periode achteraf als een avontuurlijke en vooral uitdagende tijd, waar je, zoals een aalmoezenier zei: "Je van een graspol een pudding moest zien te maken".[1]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Mededeling van Annie van den Broek, een van de grondlegsters van de Deurnese gidsenbeweging.