Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Martinetstraat 32-34
Voormalig woonhuis - pastorie | ||
Later in gebruik als brandweerkazerne | ||
Locatie | Martinetstraat 32 Deurne | |
Gebruik | Nu in gebruik als kantoorruimte | |
Bouwstijl | Ecleticistisch gebouw | |
Monument status | Gemeentelijk monument |
Het pand Martinetstraat 32-34, een gemeentelijk monument, heeft een zeer lange en interessante geschiedenis.
Pastoorswoning[bewerken | brontekst bewerken]
Tenminste 330 jaar lang kent deze plek, aan wat vroeger de Korte Steenweg heette, continue bewoningsgeschiedenis. Al in de 18e eeuw fungeerde het pand tenminste gedurende een kwart eeuw als pastoorswoning.
Secretariswoning[bewerken | brontekst bewerken]
Vanaf 1785 werd het pand, na een grondige verbouwing, bewoond door de protestantse gemeentesecretaris Albertus Adrianus van Noort (1744-1799). Na diens dood huurden de nonnen van de abdij Keizersbosch het pand gedurende een aantal jaren. Ook dominee Ross woonde er nog enige tijd.
Weer pastoorswoning[bewerken | brontekst bewerken]
In 1818 ruilde de weduwe Van Noort het pand tegen de katholieke pastorie Landzicht aan de (huidige) Stationsstraat. Toen in 1853 de pastorie aan de Kerkstraat gereed kwam verhuisde de pastoor daar naar toe. De oude pastorie deed toen nog enkele jaren dienst als opvang voor de zusters van Veghel die nog moesten wachten op het gereedkomen van klooster en school aan de Visser. Om dat klooster te kunnen bouwen had het kerkbestuur met de ongehuwde kinderen Lourense een ruiling gedaan en kwamen zij in dit pand terecht.
Klooster[bewerken | brontekst bewerken]
Van mei 1856 tot oktober 1858 was dit gebouw ingericht als tijdelijk klooster voor de zusters Franciscanessen uit Veghel. Bij het klooster was ook een kapelletje en er werd ruimte geboden aan twee dames die er in de kost waren.
Katoenfabriek[bewerken | brontekst bewerken]
In 1878 kwam het pand in handen van de firma Knaapen-Slits, later Knaapen-Hoosemans en Knaapen-Fransen, en werd er een katoenfabriek in gehuisvest. Na het faillisement van laatstgenoemde firma besloot de gemeente in 1886 het pand te kopen en te bestemmen tot onderwijzerswoning.
Brandweerkazerne[bewerken | brontekst bewerken]
In 1924 verbouwde de gemeente een gedeelte van het pand tot brandweerkazerne. Achter het pand verrees een brandtoren en werd een brandkuil aangelegd waaruit de brandweer het benodigde water kon halen.
Het woongedeelte bleef bewoond door de gemeentelijke boswachter Van de Nieuwengiessen. Na de Tweede Wereldoorlog woonde ook Adriaan Moonen, de directeur van de ambachtsschool, nog een aantal jaren met zijn gezin in het pand.
Kroniek[bewerken | brontekst bewerken]
- Op 4 april 1635 gaf Jan Swerius Janssen aan Hendrick Willems een perceel land aan de Korte Steenweg in belening dat binnen drie jaar kon worden gelost met 150 gulden.[1]
- Op 11 november 1667 verkocht Jan van Moorsel, als man van Marie Hendricx, aan meester Jan van den Sande een perceel bouwland in het Kerkeind.[2]
- Op 31 januari 1680 verkocht Peter Janssen van Moorsel van Someren publiek een huis, hof etc. aan de Korte Steenweg, dat toen bewoond werd door Seger Evert Hurckmans, groot 3 lopensen, 26 roeden en 3 voet met 4 bomen voor 300 gld. Op 4 mei 1680 werd de koop betaald met een schuldbrief.[3]
- Op 21 januari 1681 vernaderde Huijbert Dirk Knuijts een huis, hof en aangelag aan de Korte Steenweg, zoals Seger Evert Hurckmans die eerder had gekocht van Peter Jansen van Moorsel.[4]
- Op 2 januari 1727 overleed Wilhelmina Huijbert Knuijts en liet haar derde deel van een huis, hof en aangelag in de Korte Steenweg na aan haar broer Jan. Op 1 februari 1727 werd het goed getaxeerd.[5]
- Op 6 december 1747 verkochten de erfgenamen van Jan Huijbert Knuijts, die allen buiten Deurne woonden, aan Catharina de Veth, de weduwe van Jan Cornelis van de Mortel een huis, hof en aangelag, groot 3 lopense en 26 roeden, met bijgelegen weiland voor 300 gulden, te aanvaarden per 1 januari 1748.[6]
- Van 1751 tot 1776 werd op de vijfjaarlijkse lijst van eigenaren en bewoners van huizen steeds pastoor Van der Leen genoemd als bewoner van dit pand.
- Op 14 maart 1765 werd een lijst opgemaakt van de nagelaten goederen van Catharina de Veth, de weduwe van Jan Cornelis van de Mortel, dit ten behoeve van de tien kinderen van Johanna Smits, de weduwe van Antoni Jansen van de Mortel. Onder die boedel viel ook het huis en hof, groot 3 lopense en 26 roeden.[7]
- In 1781 werden als eigenaars en bewoners van het pand genoemd de kinderen Antoni Jansen van de Mortel.
- Op 30 januari 1784 verkocht Jennemaria Smits, de weduwe van Antonie Jansen van de Mortel, voor 825 gulden het huis met stal en hof, gelegen tussen zijn heggen en bewoond door haar zoon Jan Willem van de Mortel, aan Albertus Adrianus van Noort (1744-1799). De verkoopster mocht de deuren, glasramen en vensters aan de straatzijde in de gevel van het pand uitbreken. De koper moest de verkoopster wegen over de weg aan en naast de hof gelegen. De koper aanvaardde het goed per 15 april 1785.[8]
- In 1785 herbouwde secretaris Van Noort het huis.
- Volgens het verpondingsboek van 1785 was de grootte van het perceel van secretaris Van Noort, later diens weduwe en kinderen, 1 lopense en 4 roeden.
- Rond 1798 verhuurde de protestantse secretaris Van Noort het huis aan dertig Norbertinessen met hun kapelaan die verdreven waren uit de abdij van Keizerbosch, waarvan Theresia de Breff de priorin was.
- Rond 1803 had dominee Ross het huis in gebruik als pastorie.
- Op 25 maart 1818 ruilde Johanna Barbara Wijchel, de weduwe van de gemeentesecretaris Albert Adriaan van Noort, met het katholiek kerkbestuur haar huis en tuin aan de Martinetstraat tegen huize Landzicht aan de Stationsstraat.[9] Het huis werd tot 1853 bewoond door pastoor Justinus de Louw.
- Op 13 mei 1856 betrokken de eerste vier zusters Franciscanessen vanuit Veghel het gebouw als tijdelijk klooster met een kapelletje.
- Op 15 juli 1856 werd in de kapel door de pastoor de eerste H. Mis opgedragen.
- Op 30 mei 1857 ruilde het katholiek kerkbestuur met de kinderen Lourense het pand aan de Martinetstraat tegen een boerderij op de plek waar later het nonnenklooster en de Sint-Annaschool verschenen.[10]
- Op 30 mei 1857 deelden de drie kinderen Lourense hun goederen, waarbij het goed aan de Martinetstraat ging naar de timmerman Adriaan Lourense en de landbouwer Jan Willem Lourense.[11]
- Op 22 oktober 1858 verlieten de (inmiddels 6) zusters en twee kostdames het tijdelijk klooster om zich te vestigen in het klooster aan de Visser.
- Op 21 december 1871 deelden Adriaan en Jan Willem Lourense onderling, waarbij het goed naar landbouwer Jan Willem Lourense ging.[12]
- Op 29 augustus 1878 verkocht Jan Willem Lourensen aan de heren Augustinus Johannes Knaapen, fabrikant te Someren, en Hendrik Jacob Slits, winkelier te Venray, samen de firma Knaapen en Slits vormend, het goed, groot 32 aren 35 centiaren, voor een bedrag van 2.500 gulden.[13]
- Op 4 januari 1884 ging Augustinus Johannes Knaapen met de Leeuwardense koopman Henricus Franciscus Hoosemans een vennootschap aan onder de firmanaam Knaapen en Hoosemans, die katoenen manufacturen ging vervaardigen en verhandelen. Het pand met de grond werd daarbij ingebracht voor 6000 gulden.[14] In september 1880 wijzigde de naam in firma Aug. Knaapen-Fransen.
- In 1886 ging de firma Knaapen-Fransen failliet. Het goed werd openbaar verkocht. De gemeente kocht het pand voor 2.890 gulden en bestemde het als onderwijzerswoning.[15]
- In 1924 werd een deel van de onderwijzerswoning door de aannemers Josephus van de Mortel en Sjef Coopmans voor 774 gulden verbouwd tot (brandweer)garage waar het rollend materieel van de gemeente onderhouden werd.
- In 1938 werd de (brandweer)garage aan de Schoolstraat voor 4100 gulden verbouwd door aannemer Thijs Flipsen. Daarna verhuisde de brandspuit van het gemeentehuis naar dit gedeelte en werd het woongedeelte verhuurd aan boswachter Jesper Antonie van de Nieuwegiessen voor vijf gulden per week.
- Vanaf 1951 tot 1978 woonde er de familie Moonen: directeur Adriaan Moonen van de ambachtsschool met zijn gezin.[16]
- Op 28 september 1979 werd het pand verkocht aan de heer J.H.M. Evers maar werd op zijn verzoek teruggenomen door de gemeente Deurne.
- Op 7 september 1979 besloot de gemeenteraad het pand aan Quispel BV, met 335.000 gulden als hoogste inschrijver, te verkopen. De garagebox was toen nog verhuurd aan Kees van den Broek en een ander gedeelte werd toen gebruikt door en verhuurd aan de Deurnese brandweer.
•In 2001 verkocht Quispel het pand aan Henry van den Berkmortel en zijn vrouw Marleen van Eijk die er vanaf dat moment reclamebureau Spiegel Crossmedia Communicatie in drijven. Vanaf 1 maart 2015 wordt de linkerzijde van het pand door hen bewoond.
Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Jan Bakens - Beschrijving panden Martinetstraat.
- H. Ouwerling - Geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden, 1933 (herdruk 1974) blz. 72.
Bronnen, noten en/of referenties
|
DeurneWiki TR Plekke: DeurneWiki_TR_Plekke_POI
De informatie die hier staat wordt gebruikt om over te hevelen naar WikiTude. Dit is onderdeel van het DeurneWiki TR Plekke project dat als doel heeft geselekteerde artikelen uit DeurneWiki over te brengen naar WikiTude, een nlwikipedia:Toegevoegde realiteit. Zie hier onder hoe WikiTude te installeren. Voor meer informatie, zie artikel DeurneWiki TR Plekke.
Installeren van WikiTude op uw android of iPhone mobiel
Installeer WikiTude voor uw android toestel: of WikiTude voor uw iPhone: door op de links te klikken of via de app-market van uw toestel.