Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Kroniek van Jan Goort Hoeben

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Everard (overleg | bijdragen) op 4 apr 2012 om 08:02
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Kroniek van Jan Goort Hoeben behandelt voornamelijk de belangrijke gebeurtenissen in Liessel in de eerste helft van de 19e eeuw.


Jan Goort Hoeben, een bewoner van het Loon, was de schrijver van deze kroniek. Hij was tevens boomplanter en imker. Hij schreef regelmatig over zijn bijenvolken en over de bijenhouderij in het algemeen. Veel belangrijke gebeurtenissen op kerkelijk gebied, niet alleen van Liessel, maar ook van omliggende plaatsen als Vlierden en Ommel, nam hij op. Alhoewel Jan Goort Hoeben in zijn kroniek af en toe zijn eigen vocabulaire gebruikte zoals schurizijn (=chirurgijn) en aardgallenslaaij (=korenbloemblaadjes) is het geheel goed leesbaar.

Naast lokale en regionale gebeurtenissen behandelde hij een enkele keer ook (inter)nationale zaken zoals de beschieting van het kasteel van Antwerpen in 1832, de Krimoorlog en de vlucht van de Paus uit Rome in 1849. De kroniek noemt echter grotendeels Liesselse zaken, zoals het wel en wee van de schutterij, van de kerk, van afzonderlijke mensen, branden enz. Ook de impact van de Belgische Opstand op Liessel met de inkwartiering van soldaten bracht hij ter sprake, evenals extreme weersomstandigheden, met daarmee samenhangende mislukte oogsten.

De kroniek belicht soms zaken die niet uit andere bronnen zijn te halen. Zo werd bijvoorbeeld de urnenvondst in de huidige Sint-Jozefparochie als volgt door hem beschreven:

In het jaar 1837 in de maand Januarij begonnen; doen heeft men potten gaan graven in de heijden tussen Deurne en Vlierden en die potten waaren geladen met verbrande schenken en die waaren daar in de bergen gegraven en men oordeelt dat zij daar vele honderde jaaren hebben gezeten; men meijnt dat het overblijfselen van de heijdenen zouden wezen. ledere pot koste dertig hollandse stuijver en zij wierden heel Holland doorgezonden om te laten zien en Jan Goort Hoeben is zelfs weesten graven den 3n Februari 1837 en hij heeft niet eenen gehelen pot gevonden; maar hij had er ook niet veel gegraven,want daar was te veel volk aan het arbeijden. Ik geloof wel tweehondert man. Daar waaren wel werklieden geweest die wel veertig gulden met het graven verdient hadden; ten laatste koste iedere pot vier gulden.

De kroniek werd door mr. Gerard Engels gebruikt bij het samenstellen van zijn Kroniek van Liessel. Hij wijdde daarin zelfs een apart hoofdstuk aan het manuscript, waaruit hij talloze fragmenten citeerde.

Het originele manuscript is (waarschijnlijk) verloren gegaan, maar er zijn meerdere overgetypte versies bewaard gebleven. De tekst van het manuscript is raadpleegbaar in de bibliotheek van de heemkundekring.