Johannes Hoeben (1794-1863)
Johannes (Jan, Jan Goort) Hoeben (1794-1863) was wever, imker en boomplanter in het Loon onder Liessel. Hij werd voornamelijk bekend door zijn kroniek over de Liesselse gebeurtenissen in zijn tijd.
Hij was een zoon van Godefridus Hoeben (1759-1793) en Anna Tielen (1753-1826). Hij huwde op 9 juni 1826 in Asten met Wilhelmina Janssen, (Asten 1 oktober 1791 - Liessel 5 september 1857), dochter van Willem Janssen en Johanna Maria van Bussel. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Gerard Engels heeft in zijn boek Kroniek van Liessel een stamreeks opgenomen van zijn voorouders in mannelijke lijn, die teruggaat tot circa 1620. Zie Hoeben.
Al tijdens zijn leven was bekend dat hij aantekening hield van veel gebeurtenissen. Dit blijkt onder meer uit de aantekening die pastoor Bijnen maakte in het overlijdensregister:
- In het jaar des Heren 1863 op de 6e december, de feestdag van Sint Nicolaas, is in de leeftijd van circa 70 jaren, tijdig voorzien van de sacramenten der stervenden, aan ouderdomsgebreken overleden, Joannes Hoeben. Tijdens zijn leven maakte hij aantekeningen aangaande onze parochie en ook aangaande naburige parochies, evenwel niet alles even secuur. Hij hield niet van werken, maar was kweker van fruitbomen en als hij behoefte had aan voeding en kleding werkte hij als wever en bijenhouder. Het weinige dat hij bij zijn overlijden bezat, had hij voor de armen bestemd. Zijn lichaam werd op 9 december op ons kerkhof begraven. [1]
Bij de volkstelling van 1829 woonde hij met zijn vrouw op het adres Liessel 463, kadastraal sectie G 1031, ter plaatse genaamd de Leemskuilen, ongeveer ter hoogte van het tegenwoordige adres Loon 17 in Liessel. Bij de volkstelling van 1839 woonde hij daar nog en had dat huis als adres LIessel 437.
Na zijn overlijden werd Leonardus Dielissen de nieuwe eigenaar van zijn huis.
Bronnen, noten en/of referenties
|