Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Simon Manders (1867-1949)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Simon Manders (1867-1949)
Persoonsinformatie
Volledige naam Simon Manders
Roepnaam Sijmen
Geboorteplaats Deurne
Geboortedatum 15 mei 1867
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 23 juni 1949
Partner(s) Francina van Moorsel (1871-1948)
Beroep(en) veldarbeider, herbergier, koster
Stamboom.png Klik hier voor de
stamboom van Manders
Het 50-jarig huwelijksfeest.

Simon (Sijmen) Manders (1867-1949) was veldarbeider en landbouwer, aanvankelijk aan de Langstraat en later aan de Kerkstraat in de Zeilberg, waar hij vanaf 1914 ook een herberg uitbaatte.


Afkomst en gezin

Sijmen werd geboren op de Merlenberg als oudste van een gezin van acht kinderen van de veenarbeider Arnoldus Manders (1839-1891) en Hendrina Meulendijks (1839-1912). Na enkele jaren verhuisde het ouderlijk gezin naar het adres B.65e.

Hij huwde te Deurne op 27 mei 1893 met Francina van Moorsel, (Deurne 4 maart 1871 - Deurne 25 december 1948), dochter van Lourens van Moorsel (1830-1874) en Anna Maria Doensen (1837-1914). De ouders van beide zijden kwamen van Deurne.

Uit dit huwelijk werden acht kinderen geboren:

  1. Arnoldus, (Deurne 16 april 1894 - Deurne 13 juni 1978). Hij huwde met Maria Catharina Knapen (1896-1956).
  2. Martinus, (Deurne 30 september 1895 - Roermond 21 april 1969). Hij huwde met Anna Catharina Aretz (1900-1985).
  3. Henrica (Drika), (Deurne 3 februari 1898 - Deurne 4 november 1976). Zij huwde met Marinus Aarts (1888-1978).
  4. Franciscus (Frans), (Deurne 5 maart 1901 - Kerkrade 30 mei 1979). Hij huwde (1) met Dimphna Wilhelmina Schrauwen (1903-1945) en (2) met Johanna Petronella van Rooij (1911-1999).
  5. Christina (Tina), (Deurne 12 december 1903 - Deurne 22 juli 1969). Zij huwde met Gerard Kroezen (1900-1984).
  6. Gerardus, (Deurne 28 juni 1906 - Venlo 6 maart 1984). Hij huwde met Petronella Huberdina Johanna Derix (1907).
  7. Henricus, (Deurne 5 april 1909 - Deurne 5 februari 1911).
  8. Maria, (Deurne 2 april 1912 - Deurne 9 april 1912).

In het gezin van Simon Manders werd het zes-jarig Oostenrijks pleegkind Maria Barbara (Mitzi) Procházka, (Guntramsdorf 31 juli 1913 - Deurne 8 mei 2003) opgenomen. Zij huwde later met de kassier van de Boerenleenbank Cornelis Johannes (Keeske) Verberne (1915-1983).

Werk

Op 28 mei 1881 verliet hij als veertienjarige het ouderlijk gezin om als herder en knecht te gaan werken in Vlierden bij achtereenvolgens Albert Sauvé en de weduwe Swinkels-Neervens.

Op 30 april 1884 kwam hij terug naar Deurne en was knecht in dienst bij de landbouwers Hendrik Evers in de Zeilberg en Daniel van Lierop op de Kulert.

Simon Manders woonde tijdens zijn huwelijk achtereenvolgens op de adressen Langstraat B.273a, A.121, D.202, D.254b, en de Kerkstraat in Zeilberg Z.198, later Blasiusstraat 5.

Op 22 januari 1894 moest hij, samen met zijn inmiddels weduwe geworden moeder en zijn zuster Johanna, het ouderlijk huis verkopen op sectie H 1810 en H 1811 verkopen omdat ze de jaarlijkse rente op een hypotheek van 300 gulden niet meer konden betalen aan de Helmonder Hermanus Rosen. Het huis werd voor 440 gulden verkocht aan de spoorwegwachter Pieter Jan van Ooij. Het huis stond nabij de Parallelweg ten zuiden van het huidige adres Voorpeelweg 10.

In 1905 moest het gezin van Simon Manders meerdere maanden door het gemeentelijk armbestuur worden ondersteund.

Over de uiterst armoedige omstandigheden waaronder het gezin van Sijmen Manders aan de Langstraat leefde, werden we geïnformeerd door een artikel in de Zuidwillemsvaart van 16 april 1910.

Als je nu dezer dagen eens van Deurne naar Venray fietst, weet ja wat je dan moet doen? Dan moet je eens afstappen aan de villa van Sijmen Manders. Het huis ligt aan je rechterhand het tweede huis voor de Kraaienhut. Ik ben er binnen geweest, zo schrijft de correspondent, en zulke verblijven zijn er niet veel meer en dit huis is eigendom van deze rijke gemeente.
In dat hok liepen een stuk of zes kinderen. Er zat een vrouw op een soort stoel en ze had een ernstig ziek been en dit al enige weken. (thans is ze in het liefdeshuis) Een oude vrouw van meer dan 70 jaar stond in de hoek van een vertrek dat aan den hert grensde en de slaapplaatsen waren. De ellende grijnsde er je tegen. En toen we in een slaapstede naar boven keken zagen we de blauwe lucht. In de winter was er de sneeuw op de slapende kinderen gevallen en bij iedere regenbui ’s nachts moesten ze het bad verlaten. Ik wist waarlijk niet dat er zo’n toestanden bestonden. Weet het gemeentebestuur hier dan niet van? De man zou geen huur betalen. Voor hoeveel is hen dit huis verhuurd?

In november 1911 was het huisje afgebroken. Waarschijnlijk was Manders inmiddels ook met zijn gezin verhuisd naar het centrum van de nieuwe parochie Zeilberg. Van de gemeente pachtte hij een aantal percelen bouwland sectie H nummers 2509, 2510, 1440, 1307 en 1790, samen ruim een hectare groot.

Bij een openbare verkoop kocht Manders op 16 september 1912 van Theodore baron de Smeth voor achttien gulden een kwart van een parceel genaamd de Tiend.

Op 23 februari 1914 verzocht Simon Manders verlof voor de verkoop van alcoholhoudende drank, andere dan sterke drank. Op 26 maart 1914 werd hem de vergunning verleend.

Op 4 april 1914 werd door de technisch ambtenaar van de gemeente Cor Roffelsen een bouwkundig rapport opgesteld van het café. Het lokaal lag rechts van het gebouw en was onmiddellijk door de hoofdingang te bereiken, het had een oppervlak van 25 m², een hoogte van 2,88 meter en twee van de wanden van het lokaal waren over de volle afmeting buitenwanden, waarvan één aan de straatzijde.

In het café vonden tussen 1914 en 1926 herhaaldelijk openbare verkopen plaats. Op 23 november 1926 deed Simon Manders afstand van zijn biervergunning.

Op 8 mei 1916 pachtte hij een peelveldje nabij Langstoot van de gemeente voor zeventien gulden voor een periode van twee jaar.

Hij was koster en doodsgraver in Zeilberg bij pastoor Piggen, ergens tussen 1914 en 1941.