Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Zusters Franciscanessen in Deurne (1856-1985): verschil tussen versies
Regel 49: | Regel 49: | ||
In 1943 besloot de kerkelijke overheid aan het sterk uitgegroeide gesticht een vaste rector te benoemen die belast werd met de verzorging der vele inwonenden en zieken. Tot dan werd de zielzorg behalve door de pastoor van de parochie ook waargenomen door rustende geestelijken in het tehuis, zoals [[Johannes Adrianus van Beers (1864-1939)|emeritus-pastoor Van Beers]]. Achtereenvolgens waren de volgende personen werkzaam als rector: | In 1943 besloot de kerkelijke overheid aan het sterk uitgegroeide gesticht een vaste rector te benoemen die belast werd met de verzorging der vele inwonenden en zieken. Tot dan werd de zielzorg behalve door de pastoor van de parochie ook waargenomen door rustende geestelijken in het tehuis, zoals [[Johannes Adrianus van Beers (1864-1939)|emeritus-pastoor Van Beers]]. Achtereenvolgens waren de volgende personen werkzaam als rector: | ||
*[[Lambertus Fredericus Maria Joseph Eijgenraam (1906-1945)|Rector Eijgenraam]], informeel al vanaf 1939, 1943-1945. | *[[Lambertus Fredericus Maria Joseph Eijgenraam (1906-1945)|Rector Eijgenraam]], informeel al vanaf 1939, 1943-1945. | ||
*[[Henricus Josephus Marie Sliepen]], 1945-1948 | *[[Henricus Josephus Jacobus Marie Sliepen (1903-)]], 1945-1948. | ||
*P. Klaassen, 1948-1951 | *P. Klaassen, 1948-1951 | ||
*Joh. Princée, 1951-1959 | *Joh. Princée, 1951-1959 |
Huidige versie van 24 aug 2024 om 19:42
De Zusters Franciscanessen van de Onbevlekte Ontvangenis der H. Moeder Gods hebben vanaf 1856 tot 1985 een belangrijke rol gespeeld bij de zieken- en bejaardenverzorging en bij het onderwijs in Deurne.
Deurne als eerste nevenvestiging van het moederhuis in Veghel
Pastoor Justinus de Louw (1784-1860) kreeg na jaren aanhouden zijn zin. Hij moest en zou Zusters hebben die door zijn vriend deken Bernardinus van Miert gevormd waren. Hij had daarbij een goede voorspreker in monseigneur Joannes Zwijsen aan wie Van Miert bij het stichten van zijn huis letterlijk alles te danken had.
Uiteindelijk werd in het jaar 1856 besloten er toe over te gaan in Deurne een nevenvestiging, een succursaalhuis, te stichten. Op 7 april 1856 kwam aartsbisschop Zwijsen met pastoor De Louw naar het moederhuis in Veghel om met deken Van Miert en het bestuur van het moederhuis een akkoord te treffen hetgeen de navolgende dag door het kerkbestuur in de oude parochie van Deurne getekend werd.
Eerste vier zusters
In een tijd dat de spoorweg door Deurne nog niet bestond en er nauwelijks verharde wegen waren, kwamen op 13 mei 1856 vier zusters vanuit Veghel per huifkar naar Deurne om naast de Sint-Willibrorduskerk in het centrum van Deurne de eerste nevenvestiging van de congregatie van de Zusters Franciscanessen uit Veghel te gaan stichten. Algemeen overste zuster Teresia had aan de voorkant van de huifkar een soort gordijn laten aanbrengen zodat de zusters verborgen zaten voor nieuwsgierige blikken, en ook zelf de wereld niet zouden zien.
Na aankomst namen de zusters hun intrek in de voormalige pastorie aan de Korte Steenweg op het adres Dorp A.165, het pand dat nog steeds te vinden is op het adres Martinetstraat 32-34 en waarin destijds zelfs een aller eenvoudigste huiskapelletje gevestigd was. Deze pioniers waren zuster Augustina, zuster Birgitta, zuster Clara en (bouw) zuster Bernardina die later als eerste huisoverste werd benoemd. Ze vormden als zodanig de eerste nevenvestiging van het moederhuis in Veghel en de allereerste kloostergemeenschap van de gemeente Deurne en Liessel.[1] Allegonda Martens (Deurne 16 maart 1802 – Deurne 29 maart 1875), dochter van Francis Martens en Elisabeth Munsters, die reeds vóór de aankomst der zusters in het huis woonde, werd kostjuffrouw.
Onderwijs
- Op 19 mei 1856 werd reeds begonnen met liefdewerken zoals handwerkonderwijs voor meisjes met brei- en naaischool op de namiddagen.
- Op l augustus 1856 kwam van hogerhand de toestemming om een lagere school te mogen openen. De huisoverste zuster Bernardina kreeg toestemming om als hoofd op te treden hoewel zij geen enkele wettelijke bevoegdheid tot het geven van onderwijs bezat.
- Spoedig daarna volgde de zondagschool en ook de zaterdagse catechismus voor jongens en meisjes. Voor de zondagschool gaven zich al meteen 6 meisjes op.
Op 24 januari 1857 keerde zuster Birgitta wegens ziekte terug naar het moederhuis in Veghel terwijl de zusters Benedicta en Beatrix aan de Deurnese Congregatie werden toegevoegd. Op 3 juni 1857 nam Johanna Antonia van de Mortel, (Deurne 23 maart 1791 – Deurne 22 mei 1861), dochter van drossaard Jan Willem van de Mortel (1751-1840), als tweede kostjuffrouw haar intrek. Op 28 december 1857 voegde zuster Vincentia zich bij het gezelschap zodat het Deurnese Liefdehuis op 1 januari 1858 zes zusters telde. Aan het eind van dat jaar waren er dat acht.
Ofschoon het nieuwe liefdehuis aan de Visser op verre na voltooid was besloten de zes zusters en twee kostjuffrouwen op 22 oktober 1858 reeds enkele vertrekken van het gebouw in gebruik te nemen. Het Gasthuis met de daaraan grenzende kloosterkapel, waarvan men de fondementen op 1 juli 1868 begon te leggen, werden op 12 oktober 1871 door pastoor Joannes Verhoeven (1801-1873) ingezegend. Liefdehuis, gasthuis en kloosterkapel vormden samen Huize Sint-Joesph. In het voorjaar van 1859 begon men met het bouwen van een stal, een schuur en een bakhuis. Het huis met alle bijbehorende grond en bijgebouwen was eigendom van het kerkbestuur, dat alle kosten droeg maar ook alle inkomsten inde. Het onderhoud van de zusters kwam ook voor rekening van het kerkbestuur.
Op 7 november 1858 werd zuster Bernardina tot huisoverste van het liefdehuis benoemd. In de vergadering van 28 mei 1860, waar deken Van Miert als voorzitter optrad, werd de toestand van het huis in Deurne besproken. Daar kwam men tot het besluit, dat huisoverste zuster Bernardina niet de vereiste hoedanigheden had om als overste op te treden: ze durfde niet te vermanen, zodat de regeltucht er onder leed. Op 29 mei 1960, na het overlijden van pastoor De Louw, werd ze naar het moederhuis in Veghel teruggeroepen en vervangen door zuster Antonia.
Zorg
Op 1 januari 1859 begonnen de zusters met de verzorging van arme en hulpbehoevende meisjes.
De 13 november van dat jaar verleende monseigneur Zwijsen aan het “Huis van den H. Jozef” dezelfde geestelijke gunsten als die het moederhuis bezat.
Enkele jaren daarna kwam het bestuur van de gemeente Deurne en Liessel met het plan om aan het bestaande liefdegesticht een tijdelijk lokaal te vervaardigen dienende voor een gasthuis. Op 12 oktober 1871 kon het gasthuis en aangrenzende kloosterkapel ingezegend worden. Op 9 november nam Arnoldus Kuijten als eerste man zijn intrek bij de zusters. Op 27 december werden de eerste vier verpleegden, waarvan de ene blind, de andere lam, de derde ziekelijk en de vierde een 91-jarige grijsaard was, in het nieuwe gasthuis van O.L. Vrouw, Moeder van Barmhartigheid opgenomen worden. Ook zieken begonnen te komen, mannen en vrouwen.
Bewaarschool
Op 1 mei 1872 werd begonnen met een bewaarschool. Toen hadden de liefdewerken zich al zo uitgebreid, dat een aanvraag om een zeventiende zuster naar Veghel ging. De activiteiten bleven groeien, er moest met de ruimte gewoekerd worden waardoor men tot uitbreiding gedwongen werd. Daarom werd er in 1887 een nieuwe bewaarschool gebouwd. Op 1 april 1902 werden onder deken Bots enkele andere schoolgebouwen betrokken.
In het jaar 1884 bood de rustend pastoor Hendricus van Doren, (Zeeland 17 januari 1815 – Deurne 9 december 1889) zich aan om blijvend in het gesticht te komen wonen en daar heilige diensten voor zusters en verpleegden te ver richten.
De overleden zusters werden begraven op een afgescheiden deel van het parochiekerkhof van Deurne-centrum, links van de calvarieberg en dicht bij huize Sint-Joseph dat aan de andere kant van de kerkhofmuur stond.
Onder pastoor Roes kwam het verlangen op om een nieuw, naar de eisen van de tijd, ingericht ziekenhuis te bouwen, maar de plannen bleven in de lucht hangen. Pas nadat het hoofdbestuur van de congregatie in Veghel het gesticht van het kerkbestuur had overgenomen besloot men in 1924 om een nieuw klooster met gasthuis en kapel aan de Kruisstraat te bouwen. Op 12 augustus van dat jaar kon, in aanwezigheid van het kerkbestuur, het gemeentebestuur en de artsen Sjeng Crobach en Hendrik Wiegersma, de eerste steen gelegd worden.
Pastoor Roes bekende in zijn toespraak, dat het kerkbestuur voor zo’n oplossing teruggeschrokken zou zijn. Het moest een tehuis worden voor een steeds groter aantal zusters, een ziekenhuis, een gesticht voor ouden van dagen en andere verpleegden, maar vooral, zo zei Pastoor Roes heel typerend een poort des hemels.
Kerstmis 1925 verhuisde men naar het nieuwe klooster aan de Kruisstraat 3 dat onder architectuur van Jansen-Schrakamp uit Hengelo tot stand was gekomen. Het nieuwe huis was gebouwd door aannemer gebroeders Van Griensven uit Oss en de kloosterkapel was beschilderd door J. Oosterman.
In 1943 besloot de kerkelijke overheid aan het sterk uitgegroeide gesticht een vaste rector te benoemen die belast werd met de verzorging der vele inwonenden en zieken. Tot dan werd de zielzorg behalve door de pastoor van de parochie ook waargenomen door rustende geestelijken in het tehuis, zoals emeritus-pastoor Van Beers. Achtereenvolgens waren de volgende personen werkzaam als rector:
- Rector Eijgenraam, informeel al vanaf 1939, 1943-1945.
- Henricus Josephus Jacobus Marie Sliepen (1903-), 1945-1948.
- P. Klaassen, 1948-1951
- Joh. Princée, 1951-1959
- A. van Haaren, 1959-1968
- A.A. Sanders. 1968-1981
Eind 1926 verbleven in het nieuwe klooster 38 zusters die de zorg hadden voor de scholen en in huis voor 150 verpleegden. Op 1 januari 1944 waren er 47 zusters. Zij gaven onderricht op de bewaarschool aan 147 kinderen, op de Sint-Annaschool aan 377 meisjes, op de huishoudschool aan 87 meisjes en op de Sint-Maria Mulo aan 34 leerlingen. De wijkverpleging boekte 4.795 bezoeken. Het gesticht telde 109 verpleegden. In het ziekenhuis verbleven 688 zieken.
Het kloostergebouw aan de Visser werd na het vertrek van de zusters naar de Kruisstraat Sancta Maria) genoemd, waarschijnlijk omdat het toen daarin gevestigde huishoudschool die naam droeg. Later gaven de zusters nog leiding aan het Sint-Josephziekenhuis aan de Kruisstraat (in gebruik van 1924 tot 1969), het bejaardenhuis Sint-Jozef (voortgekomen uit het ziekenhuis, in gebruik van 1957 tot 1994) en het Sint-Willibrordusziekenhuis vanaf 1969 tot 1985.
Behuizing
In 1976 werden het beheer en de exploitatie van het verzorgingstehuis- en Verpleegtehuis St. Joseph van de zusters Franciscanessen overgenomen door de stichting Katholiek Verzorgings- en Verpleeghuis St. Joseph waarmede er een einde kwam aan 50 jaar bestuurlijke congregatiezorg. De zusters woonden daarna in diverse (bij)gebouwen op het complex of elders in Deurne, hieronder een overzicht:
Naam van het huis | Oprichtingsdatum | Opheffingsdatum |
---|---|---|
Huize St. Joseph (Visser) | 13 mei 1856 | eind december 1925 |
Huize St. Joseph (Kruisstraat) | eind december 1925 | 22 augustus 1969 |
z.h. Afdeling 1 (bijgebouw ?) | 22 augustus 1969 | 15 oktober 1969 |
De Ark / afdeling III (bijgebouw) | 22 augustus 1962 | 31 december 1983 |
Schakel 1 (bijgebouw) | 15 oktober 1969 | 18 juli 1985 |
De Eik / afdeling II (bijgebouw) | 15 oktober 1969 | 3 februari 1977 |
Schakel 2 (bijgebouw) | 22 februari 1973 | 18 juli 1985 |
Dommel 10 | 1 mei 1978 | 1 juni 1983 |
Heuvelstraat 11 | 15 juli 1878 | medio 2005 |
Sint-Willibrordusziekenhuis | 1 juli 1969 | 1 oktober 1983 |
Beide kloostergebouwen werden afgebroken en de laatste negen zusters werden in 1985 officieel uitgeluid maar anno 2014 woont zuster Reginalda nog altijd in Deurne.
De Deurnese huisoversten van 1856 tot 1985
Kloosternaam | Periode | Locatie |
---|---|---|
Bernardina | 1856-1860 | Huize St. Joseph (Visser) |
Antonia | 1860-1864 | Huize St. Joseph (Visser) |
Agnes | 1864-1876 | Huize St. Joseph (Visser) |
Louise | 1876-1901 | Huize St. Joseph (Visser) |
Justina | 1901-1903 | Huize St. Joseph (Visser) |
Hedwigis | 1903-1918 | Huize St. Joseph (Visser) |
Justina | 1918-1926 | Huize St. Joseph (Visser) |
Justina | 1926-1930 | Huize St. Joseph (Kruisstraat) |
Florentina | 1930-1936 | Huize St. Joseph (Kruisstraat) |
Justina | 1936-1939 | Huize St. Joseph (Kruisstraat) |
Magdalena | 1939-1942 | Huize St. Joseph (Kruisstraat) |
Clarina | 1942-1948 | Huize St. Joseph (Kruisstraat) |
Silvia | 1948-1951 | Huize St. Joseph (Kruisstraat) |
Benitia | 1951-1957 | Huize St. Joseph (Kruisstraat) |
Johanilla | 1957-1961 | Huize St. Joseph (Kruisstraat) |
Ludovique | 1961-1962 | Huize St. Joseph (Kruisstraat) |
Imelda | 1962-1969 | Huize St. Joseph (Kruisstraat) |
Hedwig | 1969-1971 | Schakel 1 (bijgebouw) |
Silvia | 1969-1972 | Schakel 2 (bijgebouw) |
Hendrina | 1969-1979 | Sint-Willibrordusziekenhuis |
Anny | 1971-1973 | z.h. Afdeling 1 (bijgebouw ?) |
Bernardine | 1972-1975 | z.h. Afdeling 2 (bijgebouw ?) |
Martini | 1972-1978 | Schakel 1 (bijgebouw) |
Consolata | 1973-1974 | Schakel 2 (bijgebouw) |
Ancilla | 1969-1978 | De Ark / afdeling III (bijgebouw) |
Emilie | 1973-1983 | Sint-Willibrordusziekenhuis |
Claire | 1973-1976 | Schakel 2 (bijgebouw) |
Delphina | 1975-1977 | De Eik / afdeling II (bijgebouw) |
Dionysio | 1977-1985 | Schakel 2 (bijgebouw) |
Marie Henrice | 1979-1985 | Schakel 2 (bijgebouw) |
Groepsfoto
Bewoners
- Overzicht van zusters Franciscanessen die tussen 1856 en 1926 in Huize Sint-Joseph aan de Visser in Deurne woonden.
- Overzicht van zusters Franciscanessen die vanaf 1926 tot en met de sluiting van het huis in 1985 in Huize Sint-Joseph aan de Kruisstraat, of in een van de bijgebouwen woonden.
Onderscheiding
Na 129 jaar vertrokken de zusters weer per huifkar uit Deurne. Reden voor het gemeentebestuur van Deurne om de zusterorde in zijn geheel de legpenning van de gemeente Deurne toe te kennen. Tijdens de afscheidsreceptie op 18 juni 1985 van de laatste negen zusters in verzorgingstehuis Sint-Joseph in de Kruisstraat overhandigde burgemeester Van Genabeek de zusters de penning. De erepenning werd namens de congregatie in ontvangst genomen door algemeen overste zuster Willibrorda Schutten.
Bronnen
- Kloosterarchieven St. Agatha - Memoriaal in het archief van de zusters Franciscanessen
- Archief van zusters Franciscanessen S.F.I.C in Veghel
- Boek: Alphen, Quirinus van, Ter Liefde Gods, De geschiedenis van de congregatie der zuster Franciscanessen van de onbevlekte Ontvangenis der H. Moeder Gods te Veghel (Veghel 1944)
Bronnen, noten en/of referenties
|