Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Aaltje Reddingius (1868-1949): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 34: | Regel 34: | ||
Van groot belang voor haar was zeker ook haar broer Joannes Reddingius die in 1903 een concertbureau in Hilversum stichtte. Tot het voornaamste dat dit bureau organiseerde behoorden de concerten die Aaltje Reddingius samen met Pauline de Haan en A.B. Verhey verzorgde. Wel twintig jaar hebben de Reddingiussen met dit bureau een leidende rol gespeeld in het culturele leven van Hilversum en het Gooi. In de tijd tussen 1907 en het uitbreken van de [[Eerste Wereldoorlog]] beleefde zij haar mooiste triomfen. Aaltje werd de voornaamste Bachvertolkster van haar tijd. Ze trad op in vrijwel alle grote muziekcentra van West Europa, maar nergens was haar succes zo groot als in het Wenen van die tijd. Ze zong voor de Duitse keizer maar herhaaldelijk ook voor het Nederlandse hof. | Van groot belang voor haar was zeker ook haar broer Joannes Reddingius die in 1903 een concertbureau in Hilversum stichtte. Tot het voornaamste dat dit bureau organiseerde behoorden de concerten die Aaltje Reddingius samen met Pauline de Haan en A.B. Verhey verzorgde. Wel twintig jaar hebben de Reddingiussen met dit bureau een leidende rol gespeeld in het culturele leven van Hilversum en het Gooi. In de tijd tussen 1907 en het uitbreken van de [[Eerste Wereldoorlog]] beleefde zij haar mooiste triomfen. Aaltje werd de voornaamste Bachvertolkster van haar tijd. Ze trad op in vrijwel alle grote muziekcentra van West Europa, maar nergens was haar succes zo groot als in het Wenen van die tijd. Ze zong voor de Duitse keizer maar herhaaldelijk ook voor het Nederlandse hof. | ||
Op 10 september 1913 vierde Aaltje Noordewier-Reddingius haar vijfentwintigjarig zangeressenjubileum.<ref> Bataviaasch nieuwsblad van 14 oktober 1913 </ref> Haar veertigjarig jubileum in 1928 viel samen met haar zestigste verjaardag. Bij deze gelegenheid nodigden alle Nederlandse orkesten van betekenis haar uit om als soliste op te treden, met werken van: Händel, aria’s van Bach, Mozart en Beethoven. | |||
==Onderscheidingen== | ==Onderscheidingen== |
Versie van 1 sep 2015 21:05
Aaltje Noordewier-Reddingius | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Aaltje Noordewier-Reddingius | |
Roepnaam | Aaltje | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 1 september 1868 | |
Overl.plaats | Hilversum | |
Overl.datum | 6 april 1949 | |
Partner(s) | [[PersoonPartner(s)::Michiel Noordewier (1868-1942)]] | |
Beroep(en) | concertzangeres, zangpedagoge |
Aaltje Noordewier-Reddingius was een internationaal vermaarde concertzangeres en zangpedagoge die in Deurne geboren is.
Afkomst
Aaltje Reddingius werd op 1 september 1868 te Deurne geboren, als dochter van Wibrandus Gerardus Reddingius (1841-1875), predikant te Deurne. Haar wieg stond in de toenmalige pastorie van de Nederduitse Hervormde gemeente aan de Helmondseweg 20. Behalve twee doodgeboren broertjes (1867 en 1872) had Aaltje nog één broer, de dichter Joannes Reddingius. Aaltje beleefde in Deurne bijzonder mooie kinderjaren. Ze droeg klompen als de andere Deurnese meisjes en van wrijving tussen katholieken en protestanten moet weinig sprake zijn geweest, want Aaltje liep op uitnodiging van de pastoor in de H. Kindsheidoptocht Deurne als bruidje mee. Toen haar vader onverwacht in 1875 overleed, verhuisde het gezin eerst naar Helmond en later naar Arnhem. Aaltje heeft in Deurne slechts 10 jaar gewoond, maar hoe onvergetelijk deze jeugd voor haar was, bleek uit het feit dat zij haar landhuis te Hilversum “Nieuw Deurne” noemde.[1] Blijkbaar hoopte de zangeres in het Gooi het geluk van haar kinderjaren terug te vinden.
Opleiding
Aaltje volgde de HBS en kreeg tegelijkertijd muzieklessen. Aaltjes talent voor de zangkunst werd ontdekt tijdens een vakantie in Groningen ten huize van de zanglerares Mej. Offenheim. Deze riep de moeder, mevr. Reddingius, aan haar dochter naar het Conservatorium in Amsterdam te sturen. In de loop van haar studiejaren aan het Amsterdams conservatorium zou ze één van Messchaerts allerbeste leerlingen worden. Ook Daniël de Lange had een belangrijk aandeel in Aaltjes vorming. Al spoedig zong ze met haar leraar mee in diens a-capellakoor dat een Europese vermaardheid verwierf. In 1890 behaalde ze haar einddiploma en in 1892 nam ze deel aan een concertreis door Europa, ze zong toen reeds in Wenen, Berlijn, Luik en Londen. Van 1903 tot 1907 was ze als hoofdlerares voor de zang aan het conservatorium verbonden.
Gezin
Op 5 juni 1893 overleed haar moeder, nog maar 49 jaar oud, en ruim een maand later op 11 juli 1893 trad Aaltje te Delft in het huwelijk met Michiel Noordewier (1868-1942) (Dordrecht 23 januari 1868 - Hilversum 14 januari 1942), zoon van Hendrik Jan Nassau Noordewier (1838-1927) en Antje Helder (1840-1926), een kunstschilder en doctor in de klassieke letteren. Zij kregen twee zonen. De jongste, de jonggestorven Michiel (1903-1930), was fluitist in het Amsterdams Concertgebouworkest en trad een enkele keer met zijn moeder op. Haar oudste zoon, Hendrik Jan (1894-1968), emigreerde naar de Verenigde Staten van Amerika (USA), waar nu dus het volledige nageslacht van Aaltje woont.
Optredens
Aaltje was 6 september 1898 bij de inhuldiging van koningin Wilhelmina in de Nieuwe Kerk in Amsterdam aanwezig en trad, samen met andere beroemde vocalisten, toen op in een elitekoor dat geleid werd door Willem Mengelberg. Dat kroningsfeest werd indertijd ook in Deurne uitbundig gevierd.
Van groot belang voor haar was zeker ook haar broer Joannes Reddingius die in 1903 een concertbureau in Hilversum stichtte. Tot het voornaamste dat dit bureau organiseerde behoorden de concerten die Aaltje Reddingius samen met Pauline de Haan en A.B. Verhey verzorgde. Wel twintig jaar hebben de Reddingiussen met dit bureau een leidende rol gespeeld in het culturele leven van Hilversum en het Gooi. In de tijd tussen 1907 en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog beleefde zij haar mooiste triomfen. Aaltje werd de voornaamste Bachvertolkster van haar tijd. Ze trad op in vrijwel alle grote muziekcentra van West Europa, maar nergens was haar succes zo groot als in het Wenen van die tijd. Ze zong voor de Duitse keizer maar herhaaldelijk ook voor het Nederlandse hof.
Op 10 september 1913 vierde Aaltje Noordewier-Reddingius haar vijfentwintigjarig zangeressenjubileum.[2] Haar veertigjarig jubileum in 1928 viel samen met haar zestigste verjaardag. Bij deze gelegenheid nodigden alle Nederlandse orkesten van betekenis haar uit om als soliste op te treden, met werken van: Händel, aria’s van Bach, Mozart en Beethoven.
Onderscheidingen
- In 1907 kende H. M. de Koningin Aaltje Noordewier-Reddingius, de “eere-medaille” voor kunst en wetenschappen in zilver van de Huisorde van Oranje toe.
- In 1911, op koninginnedag, werd ze benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau
- In 1923 verleende H.M. de Koningin haar de Gouden “eere-medaille” van Kunst en Wetenschap
- In 1935 werd ze vanwege haar verdiensten voor de Nederlandse muziekwereld benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw
- In 1938 werd haar door het hoofdbestuur der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst, ter gelegenheid van haar 70e verjaardag “de groote legpenning van toonkunst verleend”.
- Ze was draagster van het Witte Mobilisatiekruis
- en draagster van de zilveren legpenning van de gemeente Hilversum.
Externe link / Literatuur
Gedenksteen
Dat jubileum was aanleiding om de “Nachtegaal van de Peel” in Deurne te huldigen. Door ziekte van de zangeres kon het grote huldigingconcert pas op 8 april 1929 te Den Bosch plaatsvinden. Er werd in de voorgevel van de Hervormde pastorie aan de Helmondseweg te Deurne (Aaltje Reddingius´ geboortehuis) een gedenksteen onthuld.
De zangeres was zelf bij de onthulling aanwezig, evenals haar broer de dichter Johannes Reddingius. Tot de genodigden behoorden, behalve Hendrik Ouwerling, de nog jonge schrijver Antoon Coolen en dr. Hendrik Wiegersma, die ook al naam gemaakt had als schilder. Verder voerden burgemeester Jan Casper van Beek van Deurne, burgemeester Lanschot van Den Bosch en dominee Meester, de Nederlandse hervormde predikant van Deurne, het woord. Tot besluit was er een Brabantse koffietafel in café-zaal Jonkers. Ook werd zij in Deurne blijvend geëerd door de Aaltje Reddingiusstraat, de muziekschool Aaltje Noordewier en het Aaltje Reddingius-gemeenschapshuis.
Overlijden en begrafenis
Aaltje Noordewier-Reddingius overleed op 6 april 1949. De vorstin onder de zangeressen, zoals ze vaak genoemd werd, werd op zaterdag 9 april begraven op de Nieuwe Algemene Begraafplaats aan de Bosdrift. Onder de honderden genodigden bevonden zich onder meer dr. Vroom van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en Lambertus Roefs (1894-1960) als burgemeester van de gemeente Deurne.
Bronnen, noten en/of referenties
|