Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Joseph Joosten (1884-1918): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 17: | Regel 17: | ||
[[Bestand:Joosten, josephus 1884-1918 a.jpg|left|200px]] | [[Bestand:Joosten, josephus 1884-1918 a.jpg|left|200px]] | ||
Hij werd geboren op het [[Derp]] ([[Derpsestraat]]) en was de oudste zoon uit een gezin van zes kinderen van [[Petrus Johannes Joosten (1852-1942) | Hij werd geboren op het [[Derp]] ([[Derpsestraat]]) en was de oudste zoon uit een gezin van zes kinderen van [[Petrus Johannes Joosten (1852-1942)]] en Petronella Vinken (1856-1940). | ||
Op dertienjarige leeftijd vertrok hij naar het internaat van de missionarissen van het Heilig Hart van Jezus in Tilburg. | Op dertienjarige leeftijd vertrok hij naar het internaat van de missionarissen van het Heilig Hart van Jezus in Tilburg. | ||
Regel 23: | Regel 23: | ||
Hij werd geprofest op 4 oktober 1908 en op 14 augustus 1910 priester gewijd. | Hij werd geprofest op 4 oktober 1908 en op 14 augustus 1910 priester gewijd. | ||
Voordat hij in september 1911 naar de Philippijnen vertrok, liet hij zijn testament maken waarin hij bepaalde dat zijn hele nalatenschap naar de Tilburgse missionarissen zou gaan maar dat zijn broer [[Martinus Joosten | Voordat hij in september 1911 naar de Philippijnen vertrok, liet hij zijn testament maken waarin hij bepaalde dat zijn hele nalatenschap naar de Tilburgse missionarissen zou gaan maar dat zijn broer [[Martinus Joosten]] het vruchtgebruik van zijn nalatenschap (zijn erfdeel in de boerderij op het Derp) mocht hebben.<ref>11-9-1911 Notaris de Leeuw Deurne, inv. nr. 150, akte nr. 194</ref> | ||
Hij werd missionaris in Surigao waar hij in oktober 1911 aankwam. In juli 1912 ging hij voor 4 maanden naar Gigaquit en bleef daarna tot 1917 weer in Surigao. Van mei 1917 tot maart 1918 verbleef hij weer in Gigaquit waar hij aan de gevolgen van cholera overleed. Er heerste toen een epidemie. | Hij werd missionaris in Surigao waar hij in oktober 1911 aankwam. In juli 1912 ging hij voor 4 maanden naar Gigaquit en bleef daarna tot 1917 weer in Surigao. Van mei 1917 tot maart 1918 verbleef hij weer in Gigaquit waar hij aan de gevolgen van cholera overleed. Er heerste toen een epidemie. | ||
{{appendix}} | |||
{{ | |||
{{DEFAULTSORT:Joosten,Joseph}} | {{DEFAULTSORT:Joosten,Joseph}} | ||
[[categorie:Joosten|Joseph]] | [[categorie:Joosten|Joseph]] | ||
[[categorie:missionaris]] | [[categorie:missionaris]] | ||
[[categorie:geestelijke]] | [[categorie:geestelijke]] |
Versie van 27 feb 2015 19:12
Joseph Joosten was een Deurnese priester die missionaris was in de Philippijnen, waar hij in 1918 overleed.
Hij werd geboren op het Derp (Derpsestraat) en was de oudste zoon uit een gezin van zes kinderen van Petrus Johannes Joosten (1852-1942) en Petronella Vinken (1856-1940).
Op dertienjarige leeftijd vertrok hij naar het internaat van de missionarissen van het Heilig Hart van Jezus in Tilburg.
Hij werd geprofest op 4 oktober 1908 en op 14 augustus 1910 priester gewijd.
Voordat hij in september 1911 naar de Philippijnen vertrok, liet hij zijn testament maken waarin hij bepaalde dat zijn hele nalatenschap naar de Tilburgse missionarissen zou gaan maar dat zijn broer Martinus Joosten het vruchtgebruik van zijn nalatenschap (zijn erfdeel in de boerderij op het Derp) mocht hebben.[1]
Hij werd missionaris in Surigao waar hij in oktober 1911 aankwam. In juli 1912 ging hij voor 4 maanden naar Gigaquit en bleef daarna tot 1917 weer in Surigao. Van mei 1917 tot maart 1918 verbleef hij weer in Gigaquit waar hij aan de gevolgen van cholera overleed. Er heerste toen een epidemie.
Bronnen, noten en/of referenties
|