Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis
Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand.

Aaltje Reddingius (1868-1949)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Aaltje Reddingius
16.374.jpg
Persoonsinformatie
Volledige naam Aaltje Reddingius
Roepnaam Aaltje
Geboorteplaats Deurne
Geboortedatum 1 september 1868
Overl.plaats Hilversum
Overl.datum 6 april 1949
Partner(s) Michiel Noordewier (1868-1942)
Beroep(en) concertzangeres, zangpedagoge
Geboortehuis van Aaltje aan de Helmondseweg 20 in Deurne
Aalte en echtgenoot Michiel Noordewier.
Aaltje met haar zoon Hendrik-Jan (1894) in augustus 1895.
Foto: collectie Bert Beulens
Aaltje en zoon Michiel tijdens een tournee door Nederland in 1924.
Foto: collectie Bert Beulens
Ter nagedachtenis aan Aaltje Reddingius werd op haar honderdste geboortedag op 1 september 1968 bij haar geboortehuis aan de Helmondseweg 20 het bronzen beeld Orpheus met de harp geplaatst
Plaquette door Eduard Telcs, 1921, in de voorm. pastorie

Aaltje Noordewier-Reddingius (1868-1949) was een internationaal vermaarde concertzangeres en zangpedagoge die in Deurne geboren is.


Afkomst[bewerken | brontekst bewerken]

Zij werd geboren als dochter van Wibrandus Gerardus Reddingius (1841-1875), predikant te Deurne. Haar wieg stond in de toenmalige pastorie van de Nederduitse Hervormde gemeente aan de Helmondseweg 20. Behalve twee doodgeboren broertjes (1867 en 1872) had Aaltje nog één broer, de dichter Joannes Reddingius. Aaltje beleefde in Deurne bijzonder mooie kinderjaren. Ze droeg klompen als de andere Deurnese meisjes en van wrijving tussen katholieken en protestanten moet weinig sprake zijn geweest, want Aaltje liep op uitnodiging van de pastoor in de H. Kindsheidoptocht Deurne als bruidje mee. Toen haar vader onverwacht in 1875 overleed, verhuisde het gezin eerst naar Helmond en later naar Arnhem. Aaltje heeft in Deurne slechts 10 jaar gewoond, maar hoe onvergetelijk deze jeugd voor haar was, bleek uit het feit dat zij, toen ze in 1929 haar landhuis te Hilversum kocht, het “Nieuw Deurne” noemde.[1] Blijkbaar hoopte de zangeres in het Gooi het geluk van haar kinderjaren terug te vinden.

Opleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Aaltje volgde de HBS en kreeg tegelijkertijd muzieklessen. Haar talent voor de zangkunst werd ontdekt tijdens een vakantie in Groningen ten huize van de zanglerares mejuffrouw Offenheim. Deze raadde moeder Reddingius aan, haar dochter naar het Conservatorium in Amsterdam te sturen.

In de loop van haar studiejaren aan het Amsterdams conservatorium zou ze één van Messchaerts allerbeste leerlingen worden. Ook Daniël de Lange had een belangrijk aandeel in Aaltjes vorming. Al spoedig zong ze met haar leraar mee in diens accapellakoor dat een Europese vermaardheid verwierf. In 1890 behaalde ze haar einddiploma en in 1892 nam ze deel aan een concertreis door Europa, ze zong toen reeds in Wenen, Berlijn, Luik en Londen. Van 1903 tot 1907 was ze als hoofdlerares voor de zang aan het conservatorium verbonden. Zij gaf onder meer les aan de moeder van de bekende dirigent en componist Willem van Otterloo.

Gezin[bewerken | brontekst bewerken]

Op 5 juni 1893 overleed haar moeder, nog maar 49 jaar oud, en ruim een maand later op 11 juli 1893 trad Aaltje te Delft in het huwelijk met Michiel Noordewier, (Dordrecht 23 januari 1868 - Hilversum 14 januari 1942), zoon van Hendrik Jan Nassau Noordewier (Winschoten 1838-1927 Arnhem) en Antje Helder (Aalsum 1840-1926 Arnhem), een kunstschilder en doctor in de klassieke letteren.

Zij kregen twee zonen. De jongste, de jonggestorven Michiel (1903-1930), was fluitist in het Amsterdams Concertgebouworkest en trad een enkele keer met zijn moeder op. Haar oudste zoon, Hendrik Jan (1894-1968), emigreerde naar de Verenigde Staten van Amerika (USA), waar nu dus het volledige nageslacht van Aaltje woont.

Optredens[bewerken | brontekst bewerken]

Aaltje was 6 september 1898 bij de inhuldiging van koningin Wilhelmina in de Nieuwe Kerk in Amsterdam aanwezig en trad, samen met andere beroemde vocalisten, toen op in een elitekoor dat geleid werd door Willem Mengelberg. Dat kroningsfeest werd indertijd ook in Deurne uitbundig gevierd.

Van groot belang voor haar was zeker ook haar broer Joannes Reddingius die in 1903 een concertbureau in Hilversum stichtte. Tot het voornaamste dat dit bureau organiseerde behoorden de concerten die Aaltje Reddingius samen met Pauline de Haan en A.B. Verhey verzorgde. Wel twintig jaar hebben de Reddingiussen met dit bureau een leidende rol gespeeld in het culturele leven van Hilversum en het Gooi. In de tijd tussen 1907 en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog beleefde zij haar mooiste triomfen. Aaltje werd de voornaamste Bachvertolkster van haar tijd. Ze trad op in vrijwel alle grote muziekcentra van West Europa, maar nergens was haar succes zo groot als in het Wenen van die tijd. Ze zong voor de Duitse keizer maar herhaaldelijk ook voor het Nederlandse hof.

Op 10 september 1913 vierde Aaltje Noordewier-Reddingius haar vijfentwintigjarig zangeressenjubileum.[2] Haar veertigjarig jubileum in 1928 viel samen met haar zestigste verjaardag.[3] Bij deze gelegenheid nodigden alle Nederlandse orkesten van betekenis haar uit om als soliste op te treden, met werken van: Händel, aria’s van Bach, Mozart en Beethoven.

De plotselinge dood van haar geliefde zoon Michiel betekende het einde voor haar loopbaan als zangeres, ze was niet meer in staat om in het openbaar te zingen en besloot alleen als zangpedagoge verder te gaan.

Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

  • In 1907 kende H. M. de Koningin Aaltje Noordewier-Reddingius, de “eere-medaille” voor kunst en wetenschappen in zilver van de Huisorde van Oranje toe.
  • In 1911, op koninginnedag, werd ze benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau
  • In 1923 verleende H.M. de Koningin haar de Gouden “eere-medaille” van Kunst en Wetenschap
  • In 1935 werd ze vanwege haar verdiensten voor de Nederlandse muziekwereld benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw
  • In 1938 werd haar door het hoofdbestuur der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst, ter gelegenheid van haar 70e verjaardag “de groote legpenning van toonkunst verleend”.
  • Ze was draagster van het Witte Mobilisatiekruis
  • en draagster van de zilveren legpenning van de gemeente Hilversum.
  • Het in 1954 opgerichte "Internationaal Vocalisten Concours 's-Hertogenbosch (IVC) eerde haar door de instelling van een "Aaltje Noordewier-prijs" voor sopranen.

Externe link / Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Gedenksteen[bewerken | brontekst bewerken]

Dat jubileum was aanleiding om de “Nachtegaal van de Peel” in Deurne te huldigen. Door ziekte van de zangeres kon het grote huldigingconcert pas op 8 april 1929 te Den Bosch plaatsvinden. Er werd in de voorgevel van de Hervormde pastorie aan de Helmondseweg te Deurne (Aaltje Reddingius´ geboortehuis) een gedenksteen onthuld.
De zangeres was zelf bij de onthulling aanwezig, evenals haar broer de dichter Johannes Reddingius. Tot de genodigden behoorden, behalve Hendrik Ouwerling, de nog jonge schrijver Antoon Coolen en dr. Hendrik Wiegersma, die ook al naam gemaakt had als schilder. Verder voerden burgemeester Jan Casper van Beek van Deurne, burgemeester Lanschot van Den Bosch en dominee Meester, de Nederlandse hervormde predikant van Deurne, het woord. Tot besluit was er een Brabantse koffietafel in café-zaal Jonkers. Ook werd zij in Deurne blijvend geëerd door de Aaltje Reddingiusstraat, de muziekschool Aaltje Noordewier en het Aaltje Reddingius-gemeenschapshuis.

Overlijden en begrafenis[bewerken | brontekst bewerken]

Aaltje Noordewier-Reddingius overleed op 6 april 1949. De vorstin onder de zangeressen, zoals ze vaak genoemd werd, werd op zaterdag 9 april begraven op de Nieuwe Algemene Begraafplaats aan de Bosdrift. Onder de honderden genodigden bevonden zich onder meer dr. Vroom van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en Lambertus Roefs (1894-1960) als burgemeester van de gemeente Deurne.

Aaltje Noordewier-Reddingius onthulde op 21 april 1930 een gedenksteen in haar geboortehuis dat tegenwoordig nog steeds aan het adres Helmondseweg 20 te vinden is.
Foto: collectie gemeente Deurne

Gepubliceerd op Youtube op 12 november 2013:
Franz Schubert - Schubert - Lieder on Record - Im Abendrot - D. 627 met zang van Aaltje Noordewier-Reddingius, sopraan.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. W.A.M. van Heugten spreekt in zijn boek "Deurne en de Peel" (1979) abusievelijk over "Klein-Deurne".
  2. Bataviaasch nieuwsblad van 14 oktober 1913
  3. Nieuws- en advertentieblad De Gooi- en Eemlander van 16 juni 1928