Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Proefveld
Het was vooral Henricus Wilhelmus Roes (1864-1941) die, als kapelaan van 1902 tot 1909 en als pastoor te Deurne van 1919 tot aan zijn dood in 1941, opriep tot de aanleg van proefvelden en het gebruik van kunstmest.
Op 23 Mei 1902 werd kapelaan Roes benoemd in de oude parochie van Deurne. Deurne was toen nog een arme boerenplaats. Als een boerenapostel zag hij, als enig middel om de mensen uit hun armoe te halen, hen vakkennis bij te brengen en ze zo meer te laten verdienen. Cursussen werden belegd, praatavonden georganiseerd, boeken, het landbouwblad Rust Roest en het Boerenbondsblaadje (dat later uitgroeide tot het Weekblad voor Deurne) werden uitgegeven en proefvelden werden aangelegd. Zijn specialiteit werd mangels en kunstmest.
“De beste mest is gescheten mest”, zo was begin 20e eeuw de algemene mening onder de boeren en daarom wilden ze die boekengeleerdheid niet altijd slikken.
Onder die omstandigheden werd het opbouwend propagandistisch werk in Deurne begonnen. Het aantal proefvelden, bescheiden in den beginne, werd binnen enige jaren zeer groot. Er kwamen kaliproefvelden, stikstofproefvelden, ontginningsproefvelden, enz. De leiders van andere voorlichtingsdiensten werden ook naar Deurne gehaald. Kapelaan Roes wilde vooral de boeren van Deurne, maar ook in de rest van Nederland, door goede proefvelden het doelmatig gebruik van kunstmest leren.
Bij een tocht in en om Deurne zag men toen overal de proefveldborden in de velden. En de stuwkracht van al dit werk was de geestdriftige kapelaan Roes. Op elk uur van de dag was hij voor landbouwvoorlichtingzaken te spreken. Hij bezocht de proefvelden en wee de proefnemer, die de boel niet in orde had of zijn proefveld slordig behandelde! Hij kreeg er dan danig van langs en het kwam voor dat hij zelf naar de schoffel greep om de te lang uitgestelde hakarbeid te bespoedigen! Uiteindelijk kon het bewijs geleverd worden dat met doelmatige grondbewerking, bekalking en bemesting op de arme zandgronden van Deurne prachtige opbrengsten te halen waren. Allerlei nieuwe variëteiten werden beproefd en ingevoerd. Op de proefvelden kwamen opbrengsten, die genoemd mochten worden.
Vanaf 1933 werkte meester Schreurs, experimenterend en onderzoekend, samen met pastoor Roes, op diens proefvelden in de Walsberg. Door zijn lessen in en buiten de Lagere Landbouwschool heeft ook hij zowel de jonge- als de oudere generatie van de Deurnese boerenstand zijn vakbekwaamheid en agrarisch inzicht overgebracht.
Om hun dankbaarheid tegenover hun adviseur te tonen hebben de Deurnese boeren hem bij zijn gouden priesterfeest in 1939 een studiebeurs van 5.000,= gulden geschonken, een fonds om Deurnese boerenzonen gemakkelijker voor te bereiden tot het geestelijk ambt, waarvan zij zelf in den persoon van kapelaan- pastoor Roes zoveel geprofiteerd hadden.
Betoogveld[bewerken | brontekst bewerken]
Naar verluid werd zo'n "proefveld" of, zoals we het tegenwoordig noemen, "demonstratieveld", ook ooit een "betoogveld" genoemd. Voor de onderbouwing van die bewering is in de historische archieven anno 2015 echter (nog) geen enkel bewijs teruggevonden.
Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Weekblad Rust Roest van 15 juni 1939.