Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Johannis Fransen (1843-1905)
Johannis Fransen | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Johannis Fransen | |
Roepnaam | Johan | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 10 juli 1843 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 19 april 1905 | |
Partner(s) | Petronella Welten (1854-1932) | |
Beroep(en) | venter, wever, zoeaaf |
Johannis (Johan) Fransen (1843-1905) was een wever en geboren in Deurne. Hij diende van 14 mei 1869 tot 20 september 1870 als zoeaaf in het leger van de paus, waarvoor hij de Bene-Merenti medaille mocht ontvangen.
Johan was een zoon van de winkelier en herbergier Joannes Franssen (1807-1884) en Catharina Knapen (1809-1879).
Hij huwde op 14 april 1877 te Deurne met Petronella Welten, (Deurne 5 oktober 1854 - Deurne 4 augustus 1932), dochter van Johannis Wilhelmus (Willem) Welten (1827-1885) en Allegonda van Enkevort (1830-1855).
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Wilhelmus, (Deurne 23 januari 1878 - Deurne 2 maart 1945). Hij bleef ongehuwd.
- Anna Catharina (Cato), (Deurne 18 juli 1881 - Deurne 7 maart 1942). Zij huwde met Petrus Joseph (Sjef) Goossens (1875-1955).
- Johanna Allegonda, (Deurne 30 december 1884 - Liessel 6 april 1929). Zij huwde met Johannes Andreas (Harrie) Hendriks (1881-1950).
- Anna Maria, (Deurne 10 september 1887 - Zeilberg 20 juni 1942). Zij huwde met Godfried Hendrik Verlijsdonk (1880-1949).
Het gezin woonde o.a. op de adressen Molenstraat A.296 en Dorp A.235.
IJkwetovertreding[bewerken | brontekst bewerken]
Petronella had in haar winkel een hoeveelheid boter met een vetgehalte van 78,3 procent duidelijk minder dan de norm van 80 procent. Een ijkcontroleur tweede klas had in haar winkel twee kluiten boter op een schotel aangetroffen en daaruit een monster in een glazen potje met deksel verzegeld. De boter werd in Leiden onderzocht en daar werd vastgesteld dat het vetgehalte beneden de bij koninklijk besluit d.d.28 oktober 1909 art.1 vastgestelde norm. Petronella bekende dat ze een hoeveelheid boter op een schotel in haar winkel voorhanden had, maar verontschuldigde zich omdat ze niet wist dat die boter niet aan de norm voldeed. Ze werd veroordeeld: Boete vijf gulden of vijf dagen gevangenisstraf.[1]
Bij haar overlijden was zij lid van de Derde Orde, lid van de Congregatie van Onze Lieve Vrouw en was ze thesaurierster van het Genootschap van de Heilige Kindsheid.
Bronnen, noten en/of referenties
|