Boterfabriek Het Derp

Boterfabriek Het Derp was vanaf 1893 tot circa 1911 in bedrijf en gehuisvest in het huidige pand Oude Liesselseweg 30.

Op 2 november 1893 richtten een aantal boeren roomboterfabriek Het Derp op en kochten het kort daarvoor gebouwde pand van Joseph Janssens. Het fabriek was toen al een half jaar in bedrijf en werd geleid door Louis van de Mortel. Op 3 juni van dat jaar meldde De Zuid-Willemsvaart het volgende:

Binnen enkele dagen zal de roomboterfabriek van den Heer Louis van de Mortel alhier voor goed in werking treden De machines zijn reeds aangekomen en gesteld, Ze zijn afkomstig uit de gunstig bekende werkplaats der Feuve Melotte te Rémicourt bij Luik, waarvoor in deze streken den alléénverkoop heeft de Heer Johan Roijakkers, Technisch Bureau te Helmond, De hand melkcentrifuge, systeem Melotte, wordt in deze streek algemeen gevonden en zooals wij uit eene zeer goede bron vernemen, zijn nog circa 15 inrichtingen voor onze buurt in bestelling, wijl nog verschillende in onderhandeling zijn, wel een bewijs dat de centrifuges van Melotte als de beste bekend staan, hetgeen naar het oordeel van verschillende deskundigen met gerustheid mag bevestigd worden.

In 1893 kwamen de roomboterfabrieken, destijds de algemene benaming voor wat later boterfabrieken of melkfabrieken gingen heten, als paddenstoelen uit de grond. Per 1 januari 1894 opende de zesde(!) roomboterfabriek in de gemeente Deurne haar deuren.

De opkomst van de Deurnese boterfabrieken vormden eind 19e eeuw een flinke stimulans om te komen tot de oprichting van Boerenbond Deurne. Namens roomboterfabriek Het Derp maakte Leonardus van den Eijnden op 15 juni 1896 deel uit van het oprichtingsbestuur. Om een idee te geven van de capaciteit van die eerste boterfabrieken: volgens opgave van de gemeente Deurne en Liessel werd er in 1902 door boterfabriek Het Derp 639.380 kilo melk tot boter verwerkt. Die melk was afkomstig van 79 boeren met in totaal 325 koeien. Het eindproduct, de boter, ging naar de botermijn in Eindhoven.

Bij de verkoop van de boterfabriek in 1911 bestond het bestuur uit Jan van Deursen senior, Willem van der Putten, Frans van der Putten, Jan van Horik en Martinus Aarts. Het nog bestaande pand Oude Liesselseweg 30, dat later werd verbouwd tot twee woonhuizen en inmiddels weer één woonhuis is, heeft de status van gemeentelijk monument.