Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Gerard Bildersstraat
De Gerard Bildersstraat is genoemd naar de schilder Albertus Gerardus Bilders, die wordt beschouwd als een voorloper van de Haagse School en leefde van 1838 tot 1865.
De Gerard Bildersstraat vormde vroeger een onderdeel van de Rembrandt van Rijnstraat. Deze straat heette daarvóór Marijkeweg en liep helemaal door van de Sint Jozefstraat tot de Liesselseweg.
Toen begin jaren '50 alle Deurnese straten een naam kregen, werd deze straat Marijkeweg genoemd, naar het aanliggende Hofke van Marijke. Vóór de invoering van officiële straatnamen viel deze straat onder 't Derp. Het stukje Fabriekstraat tot de spoorlijn was vóór de aanleg daarvan in 1865 de regelrechte voortzetting van de Derpsestraat en werd door de omwonenden 't Stroatje genoemd. Het gebied rondom de Gerard Bildersstraat stond bekend als De Kuilen, ongetwijfeld als verwijzing naar de kuilen ten gevolge van de leemafgraving voor de steenfabricage.
Ongeveer op de plaats waar tot circa 2009 een opslagplaats voor diepvriesproducten was en nu een nieuwe loods is, stond vroeger boerderij van Martinus van de Mortel, in de volksmond ook bekend als Boteren Tien. Waar deze bijnaam vandaan komt is ook bij zijn nog levende kleinkinderen niet precies bekend. Deze boerderij werd vanaf 1946 bewoond door Jan Maas en brandde in 1950 gedeeltelijk af. Er werd een losstaande schuur/stal herbouwd die ook nog enige tijd als timmermanswerkplaats van Cor Verhoeven dienst deed.
Het gezin Maas-van de Mortel telt twaalf kinderen, waarvan er nog een aantal rond hun geboortehuis zijn blijven wonen. De meeste bekendheid heeft Peter Maas die jarenlang wethouder van Deurne was en later burgemeester van Sint-Oedenrode werd. Links van de familie Maas woonde Adriaans en daar tegenover stond een oude boerderij, op de foto zichtbaar aan de rechtse kant, waar Jan van den Eijnden, alias Jan de Snor, woonde. Zijn bijnaam kreeg hij overigens pas toen hij vandaar in 1954 verhuisde naar de Siberiëweg, later herdoopt in het Leegveld, om onderscheid te kunnen maken met de gelijknamige vader en zoon Jan van den Eijnden van de Crisishoeve. De Van den Eijndens waren op de Marijkeweg beter bekend als "Van Wouten Miej". Vader Wout van den Eijnden stierf toen Jan 16 jaar oud was en als oudste zoon de boerderij overnam. Rechts daarvan was de boerderij waarin diens broers Toon en Ties van den Eijnden woonden.
Lange tijd heeft er nog een spoorlijntje de Marijkeweg gekruist, dat werd gebruikt om leem aan te voeren voor een van de steenfabrieken. Het was een sport voor de toenmalige jeugd om zich op het laatste kipwagentje gratis te laten meevoeren. Dit tot grote woede van machinist Sjengske van Deursen die zijn van rijdende loc sprong om de kinderen weg te jagen. Hij moest dan weer hard lopen om op zijn locomotief te komen. Op de hoek van de Leemskuilen en de Marijkeweg lag een keerinrichting in het lijntje om de karretjes om te draaien. Dit was een grote schijf die draaide op grote stalen knikkers die bij de jongelui erg gewild waren om ermee te bolkeren. Als de jeugd weer eens had toegeslagen kon Sjengske zijn karretjes niet meer draaien.