Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Sint-Antoniuskapel (Veldheuvel)
De Sint-Antoniuskapel stond in het gehucht Veldheuvel bij de kruising waar tegenwoordig de Liesselseweg, Fabriekstraat en Doctor Huub van Doorneweg samenkomen.
Deze kapel was gewijd aan de heilige Antonius Abt, patroon van de boeren, die onder meer werd aangeroepen tegen de pest.
De oudste vermelding van de kapel dateert uit 1429, toen Jan van Bruheze een jaarlijkse erfpacht van 10 lopense rogge uit een erf geheten De Weijer aan de Sint-Antoniuskapel moest betalen:
- Jan van Bruhese, soen wilner Jans van Bruhese, man van wapenen, tuijchde eerlick en kende dat hij jaarlick ende erffelijck schuldich is te ghelden der capelle offten bedehuijse des heijlichen Sinte Antonijs tot Doernen tien loepen rogs erffpachts der maten van Helmont.
In 1633 bedroegen de jaarlijks inkomsten van de kapel ruim 15 vaten rogge.
De eerst bekende rector was in 1454 Marcelis van den Boghaert, gevolgd door o.a. Johannes Proenen. De commanderij van de Duitse Orde te Gemert had er ook wat te zeggen en had er in 1616 een rector aangesteld, die echter weer een plaatsvervanger had.
De Veldheuvelse kapel werd waarschijnlijk al lang voor 1658 niet meer gebruikt voor erediensten. Toen rond 1658 twee afgevaardigden van de Staten Generaal tijdens hun reis naar Maastricht de kapellen van Peelland bezochten en getaxeerd, meldden zij over deze kapel:
- Noch onder Duersen staet een cleyn cappelleken, out ende met stroo gedeckt, heeft een cleyn toorntgen met een clockjen daer in, alles van seer cleijne importantie. Dit cappelleken is van outs altijt gebruijckt geweest voor een sieckhuys ofte wooninge van arme lieden, ende was tegenwoordich bewoont van drye arme menschen. Ende aengemerckt dit selve int vercoopen geen 25 a 30 gulde soude gelden, soo oordeelen wij ten opsichte het gebruick desselffs die mede aldaer behoort te blijven staen.
De cijnzen en goederen die tot de kapel behoorden werden na 1648 door de Staten-Generaal aangeslagen en het gebouw werd kort daarna ingericht tot woning voor drie arme gezinnen.
In 1746 kocht Joost de Vet de voormalige kapel en bleef nog lang in zijn familie. Tussen 1803 en 1824 werd een tweede woning aan de verbouwde kapel gebouwd. In 1824 werd het huis nog wel als de Kapel aangeduid.[1] Kort na 1970 werd de woning, gelegen op de zuidwestelijke hoek van de Fabriekstraat en Liesselseweg, afgebroken. Petrus Josephus van de Rijt (1896-1983) was de laatste bewoner van het gebouw. Uiterlijk vertoonde het gebouw toen geen kenmerken meer van een voormalige kapel. Het is niet onwaarschijnlijk dat er nog slechts in beperkte mate muurwerk van de oude kapel in de toenmalige woning aanwezig was.
Ten oosten van deze Veldheuvelse kapel bevindt zich een akkercomplex dat in de 18e eeuw herhaaldelijk aangeduid wordt als Boven de Hoef, Boven de Hooff, Op de hoeve" en dat mogelijk in verband staat met de vermelding het grote oude huis in het doirp of Veltheuvel dat heer Jan Pegs in 1589 erfde. En bij een boedeldeling in 1653 is ook nog sprake van de casteele van Veltheuvel. In bijgaande kaart van Tranchot (1803) wordt De Hoef ook aangeduid.
In 2003 werd door het Sint Antonius-Abtgilde op een geheel andere plek, namelijk in het Haageind, een nieuwe St. Antonius-kapel opgericht. Het plein daarvoor werd bij deze gelegenheid omgedoopt tot Sint Antonius Abt Hof.
Bronnen, noten en/of referenties
|