Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Postkantoor (Visser)
Vóór 1910 was het (hulp)postkantoor van Deurne gevestigd in de woning van Willem Goossens in de Visser op de plek waar tegenwoordig de Fratershof is.
Voor 1910 was er in Deurne nog geen zelfstandig gebouw als postkantoor beschikbaar. Het postkantoor was in die tijd gevestigd in een blok van drie woningen, gelegen tussen het Postpaadje en het Fraterhuis, waar Willem Goossens met zijn gezin woonde en werkte als brievengaarder.
Peeter Goossens, de vader van Willem Goossens, liet in 1880 het huizenblok bouwen op een akker die destijds, nog doorliep van de Helmondseweg tot aan de Visser en op de kadastrale kaart van 1832 sectienummer C 678 had.
Willem Goossens heeft probeerde nog tevergeefs om het oude raadhuis naast de Sint-Willibrorduskerk voor afbraak te behoeden en het als postkantoor te laten bestemmen. Het raadhuis werd in 1896 afgebroken en er werd een nieuw postkantoor gebouwd op het adres Markt 2, naast het nieuwe gemeentehuis.
Nadat het nieuwe postkantoor in gebruik genomen was, werd in januari 1910 aan het oude postkantoor, op verzoek van de weduwe van Willem Goossens, door notaris De Leeuw een openbare verkoop van roerende goederen gehouden. De opbrengst voor een toonbank en wat huishoudelijke inboedel was 101,05 gulden.
Na de verhuizing van het postkantoor naar de Markt werd het oude postkantoor als woonruimte in gebruik genomen. Bij een veiling in 1938 werden de aan de overkant van de straat wonende kinderen van Godefridus Kuijten eigenaar van de blok van twee woonhuizen. Later kreeg het blok drie woonadressen: C.94 (Visser 19), C.93 (Visser 21) en C.92 (Visser 23), in 1955 bewoond door respectievelijk Leonardus van Gog, Henricus J. Martens en Arnoldina Hermans.
Bij een brand op 6 juli 1963 werd het inmiddels onbewoonbaar verklaarde huizenblok vernield en kort daarna gesloopt. De grond werd daarop aan de gemeente verkocht, die er een bushalte inrichtte. Later werd het terrein als plantsoen ingericht en ging het Fratershof heten.