Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Sint-Antonius Abtgilde

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Groepsfoto in 1934.
Foto: collectie Sint-Antoniusgilde.
Antoon Coolen, tweede van links, keizer van het Sint-Antonius Abtgilde, op het terras in de tuin van Stationsstraat 25, tijdens Deurne-kermis in 1960.
Foto: collectie familie Koolen
Het gilde bij de palmpasenoptocht in Walsberg in 1981.
Foto: collectie Hans van Hoek
Het Sint-Antonius Abtgilde in 2005.
Foto: collectie St. Antoniusgilde
Het gilde in de Sint-Janskathedraal in 's-Hertogenbosch op 11 oktober 2008.
Foto: collectie weekblad voor Deurne
28.347.jpg

In Deurne bestaat al sedert de late middeleeuwen een Sint-Antoniusgilde. Het Sint-Antoniusgilde is gewijd aan de heilige Antonius Abt, de patroon van de boeren en tegen de pest.


Algemeen

Het heeft een gildekaart nog uit 1584, waar op perkament de reglementen worden beschreven en waar blijkt dat ze al eerder bestond voornamelijk als broederschap. In 1948 werd het 600-jarig bestaan gevierd, maar bewijzen voor de oprichting in 1348 werden nooit gevonden. Voor het eerst werd in 1544 gesproken van het gilde Sancti Anthonii in Doerne en lieten twee jaar later de gildenmeesters Jan van de Zeijlberch en Jacob van Gasselt het Sint-Antoniusaltaar in de Deurnese kerk opknappen, dat overigens al in 1510 werd genoemd. Het Sint-Antoniusgilde werd de jonge schut genoemd, in tegenstelling tot het Sint-Jorisgilde dat de oude schut was. Op het einde van de 18e eeuw beleefde het gilde een crisis en in het jaar 1800 werd zelfs al het koningszilver verkocht. Het oudste gildezilver dateert uit 1883. Na een tijd stilgelegen te hebben ontstond in 1883 weer een activiteit die tot 1914 voortduurde. Na weer een tijd van stilstand, werd het gilde in 1932 definitief nieuw leven ingeblazen, waarbij 36 leden zich opgaven.

Beschermheren

In 1935 werd Antoon Coolen beschermheer, later opgevolgd door zijn vriend Lambertus te Strake en weer later opgevolgd door zijn zoon Guido Coolen. Op maandag 8 juni 2015 werd Guido Coolen benoemd tot ere-beschermheer. Michiel Dankers werd bij die gelegenheid benoemd tot de nieuwe beschermheer van het gilde.

Gildefeesten

In 1932 werd een groot gildefeest gehouden. Op 8 en 9 september 1990 vierde het Sint-Antoniusgilde een groot vrij gildefeest en herdacht toen het feit dat het zestig jaar daarvoor nieuw leven ingeblazen kreeg. De feesten werden gehouden in de schitterende omgeving van de kasteeltuin, op het meest historierijke stukje grond van de gemeente Deurne. Het feest op zaterdag 8 september ingeluid met een bijeenkomst van de vier Deurnese gilden. Op zondag 9 september trokken de veertig gildes en muziekcorpsen bijna anderhalf uur lang, gadegeslagen door duizenden belangstellenden, door de straten van Deurne en werd een route van ongeveer drie kilometer afgelegd. Rond half vier werd een begin gemaakt met de verschillende wedstrijden.

Schutsboom

Op een terrein aan de Zandbosweg tussen de Kuilheuvel en Reek was vanaf 1945 de blokhut van Scouting Deurne gevestigd. Op dit terrein stond ook de schutsboom van het Sint-Antonius-Abtgilde. De schutsboom werd wegens het uitbreidingsplan “Houtenhoek” verplaatst naar een terrein achter Holten's Molen. Ook hier moest men uiteindelijk weer wijken voor een uitbreidingsplan. Sinds 1982 staat de schutsboom aan het Haageind. In 2003 richtte het gilde daar ook een Sint-Antoniuskapel op ter ere van de patroonheilige.

Jubilarissen

Het Sint Antonius Abt Gilde Deurne huldigde op 12 januari 2019 acht jubilarissen namelijk de heren:

Statuten en voorschriften van 1584

Statuten en voorschriften der broederschap en schuttersgilde van de 'Heilige Antonius, Abt en Beleider, in de Parochie te Deurne, opgemaakt vastgesteld en bepaald met algemeen goedvinden en uitgevaardigd door de dekens en de gildebroeders van genoemd schuttersgilde. Anno 1584.[1]

  1. . Ten eerste als iemand lid van het genoemde schuttergilde en broederschap zijn wil, en begeert ingeschreven te worden, zal hij na zijn inschrijving verplicht zijn daarin zonder onderbreking een tijd van jaren te blijven, jaar in, jaar uit en de broederschap volgens oude gewoonten helpen te onderhouden onder straffe, dat degene die het tegendeel doet aan de dekens en de gemene gildebroeders de hoogste boete te betalen heeft, tenzij dan dat iemand van het genoemde schuttersgilde binnen deze tijd buiten de parochie Deurne komt te wonen. In dat geval mag hij uittreden zonder boete of straf, indien hij een pond was geeft. (hier zijn verder drie of vier woorden uitgeradeerd.)
  2. Als een gildebroeder in genoemd schuttersgilde het voorgeschreven aantal jaren ingeschreven is geweest en na afloop daarvan wenst uit te treden, moet hij dit behoorlijke tijd voor Pasen aan de dekens te kennen geven. Als hij dit niet doet, is hij verplicht het genoemde schuttersgilde volgens de inhoud dezer akte in alle punten en artikelen opnieuw te helpen onderhouden op straffe van de hoogste boete. De hoogste boete is (getal weggeradeerd) stuivers. (Met latere hand bijgeschreven:) 3 tonnen bier.
  3. Wanneer de gildebroeders op de papegaai of vogel volgens oude gewoonte schieten, zullen de gildebroeders in eendracht en gezamenlijk op een van te voren vastgestelde dag vergaderen en met elkaar de vogel of papegaai afschieten. Als de vogel afgeschoten is, zullen zij gezamenlijk de koning met alle eer naar de herberg begeleiden, waar door de dekens voor de maaltijd gezorgd is, om aldaar, in genegenheid en vrolijkheid samen te teren, niemand uitgezonderd,. onder straf van degene, die afwezig is, van 20 stuivers, zoals voorgeschreven is.
  4. Indien iemand om wettige redenen zijn afwezigheid betuigen kan, zal hij zonder boete uitgaan, maar hij zal dan, behoudens bij wettige verhindering de volgende dag komen om mede te teren, om op deze wijze straffeloos uit te gaan. Opdat niemand van de gildebroeders een buitenstaander huren of krijgen zal om voor hem of in zijn naam op de vogel te schieten, die niet zelf lid van dit schuttersgilde is, zal hierop staan een boete van 3 tonnen bier.
  5. De gildebroeder die de papegaai afschiet en koning wordt, zal de maaltijd met zijn koningin vrij hebben, doch zal hij de gildebroeders schenken en ten beste geven 3 tonnen bier, (de drie is later veranderd in I en ook 2) om samen te drinken.
  6. Indien iemand op de papegaai schiet en koning wordt, hetzij een niet ingezetene hetzij een ingezetene van dit dorp, die niet als gildebroeder in dit schuttersgilde is ingeschreven zal hij verbeuren 3 Rijnse guldens. De dekens en gildebroeders mogen hem onmiddellijk gevangen nemen en gevangen aan de heer brengen, alles tot voordeel van het gilde, behoudens het recht van den heer.
  7. Onder het schieten op de papegaai zal een ieder zijn kans wagen en zijn kunst tonen nadat de dekens vrij uitgeroepen hebben. Wie daar boven of buiten schiet, zal 7 stuivers boete betalen.
  8. Wie de papegaai met zijn eigen hand 3 jaar achter (elkaar) (hier ontbreekt een gedeelte van de regel, wat er heeft gestaan is tussen haakjes geplaatst) afschiet zal het zilver of de zilveren vogel (gewonnen) hebben onder de conditie, dat men het zilver weer mag inlossen met 30 stuivers.
  9. Wie de papegaai afschiet, hetzij een niet ingezetene, hetzij een ingezetene zal verplicht zijn de zilveren vogels aan de dekens weer te overleveren, als hij zijn eer daarmee bewaart heeft.
  10. Wie niet komt teren op de teerdagen, die door de dekens en in de kerk afgekondigd zijn geweest, en wie de uitgaven, door de dekens ten behoeve van het schuttersgilde gedaan, niet helpt betalen, diens goederen mogen door de dekens met behulp van de heer als pand in beslag worden genomen, en hij moet betalen de hoogste boete.
  11. Ieder gildelid zal verplicht en gehouden zijn, onder hieronder vermeldde straffe, op de dag der kermis te Deurne ieder jaar 'szZondags voor Pinksteren in de processie te komen met zijn geweer en paarsgewijs in de processie te gaan en daarin te blijven tot het einde der processie en te offeren op de bekende plaatsen telkens 1½ stuiver en hij mag niet uit de processie lopen, voor dat zij weer in de kerk is geweest. Wie het tegendeel doet, doet dit zonder toestemming en permissie der dekens en hij zal verbeuren een boete van 10 stuivers.
  12. Wie van de gildebroeders op de teerdagen een volksoploop of een vechtpartij met wapenen, met de vuist of met scheldwoorden veroorzaakt, zal voor de dekens gebracht worden, die met de koning en de gildebroeders de strijd zullen beëindigen. Degene of degenen die meegedaan hebben, zullen ieder drie tonnen bier verbeuren, behalve als er wonden geslagen zijn, die verbonden moeten worden en andere feiten zich voorgedaan hebben, die de heer aangaan en die de heer zich heeft voorbehouden te berechten. Gildebroeders die buitengewoon misdadig en muitziek zijn en altijd oploop veroorzaken, zullen ter bestraffing voor de dekenw, de koning en de gildebroeders te staan. De inkomsten hiervan zijn ten bate van alle gildebroeders.
  13. Op Sint-Antoniusdag zal iedere gildebroeder van dit gilde verplicht zijn naar de kerk te gaan en de gezongen heilige mis te horen, die de dekens ter ere van hun patroon Sint-Antonius te celebreren besteld hebben, onder straffe van ¼ vat bier.
  14. De dekens van dit gilde zullen jaarlijks voor twee teerdagen zorgen, een als men, zoals boven vermeld, de papegaai schiet, en de andere in de winter op de zondag na Sint-Antoniusdag. Deze zullen in de kerk afgekondigd worden. Wie dan niet komt teren op de plaats en in de herberg, waar de dekens de voorbereidingen hebben getroffen, zal de hoogste boete betalen.
  15. Als een lid van deze broederschap en gilde gestorven is, zal Sint-Antonius zijn beste hoed of 20 stuivers ontvangen en een pond was. Daarna zullen de dekens met de gildebroeders hem met een gezongen heilige mis de uitvaart doen, welke zij tevoren in de kerk zullen laten bekend maken, en dan zullen alle gildebroeders naar de kerk komen, en offeren volgens oud gebruik, het een en ander in eendracht voor de zielenrust van de overledene. Wie dit zonder wettige redenen nalaat, zal een boete betalen van zes stuivers.
  16. Als een gildebroeder ziek wordt en sterft en niemand hem wil begraven, dan zullen de dekens hem begraven op kosten der overledenen. Maar indien hij niet zoveel heeft nagelaten zullen de gildebroeders na oproeping door de dekens bij elkaar komen en zij zullen hem begraven of laten begraven op kosten van de gildebroeders. Wie in strijd hiermede handelt, zal ½ ton bier als boete betalen.
  17. Wie tot deken gekozen wordt, moet twee jaar achter elkaar het gilde dienen ten gerieve der gildebroeders. Aan het einde van die twee jaar mag hij afstand doen en met instemming van de gildebroeders zal men dan weer andere dekens kiezen en wel op de voorgeschreven teerdag in de winter.
  18. Indien de dekens uitgaven in het belang of voor het onderhoud van deze broederschap en gilde doen en zij de bewijsstukken kunnen overleggen, zullen de gildebroeders elkaar helpen en de kosten omslaan en teruggeven, onder straffe van drie tonnen bier en verwijdering uit het gilde voor wie dit niet wil doen. (hier achter is met latere hand geschreven. Deze boete is te verdelen (...) des heren als voren.)
  19. De dekens zullen ieder jaar eenmaal rekenschap afleggen over alle ontvangsten, opdat de gildebroeders weten wat binnengekomen en uitgegeven is. De rekenschap zal jaarlijks daags na de teerdag in de winter geschieden.
  20. Er wordt verboden met instemming der gildebroeders door het vendel te schieten, zoals ooit gebeurt is. Hierop staat als boete drie tonnen bier en herstel van het vendel in de oude toestand. ( hier met latere hand achtergevoegd:) zonder dat deze gildebroeder hiervan voordeel heeft.
  21. Deze punten en artikelen zijn door de gildebroeders opgesteld en voorgeschreven en zij willen, dat deze volgens oude gewoonten ten alle tijden onderhouden worden, zullen de schuldigen en overtreders beide gestraft worden, zoals hierboven vermeld.

Het volgende is hier later bijgeschreven.

  1. Als iemand drie jaar achter elkaar de papegaai afschiet met zijn eigen hand, zal hij keizer zijn en hij zal met zijn vrouw drie (....) hebben ieder jaar en dat zolang tot dat er een andere keizer komt, die de papegaai drie jaar achter elkaar met zijn eigen hand afschiet. Dan zal de eerste keizer niet langer in het bezit blijven van (...)
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Dit getypt reglement bevindt zich in de collectie Berdie van den Broek in de map "Pastoor Roes".