Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Kwestie Zeeland-De Rips: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (Digitaal Krantenarchief Deurne heeft pagina Tewerkstelling op vliegveld De Rips hernoemd naar Kwestie Zeeland-De Rips: Onder deze titel werd over over deze zaak geschreven en gesproken) |
Versie van 17 mrt 2021 13:16
De tewerkstelling op vliegveld De Rips in de zomermaanden van 1944 zorgde tijdens, maar vooral ook na de Tweede Wereldoorlog, voor veel commotie in Deurne.
Om het hoofd te bieden aan de steeds heftiger wordende luchtaanvallen door de geallieerden besloten in het voorjaar van 1944 de Duitsers om een vliegveld in De Rips aan te leggen ten noorden van en parallel aan de huidige Dr. De Quayweg, niet ver van de aansluiting met de Middenpeelweg. Burgemeester Lambooij werd gesommeerd om vanuit Deurne vijftig arbeidskrachten te leveren voor dit project.
Op 22 mei 1944 publiceerde burgemeester Lambooij een oproep daartoe en verklaarde daarbij dat hij de opdracht aanvaard had in het belang van gemeentenaren en teneinde zoo mogelijk arbeidsinzet elders te voorkomen. Hij ging daarbij uit van de veronderstelling dat geen arbeid zal behoeven te worden gepresteerd, die ik niet met mijn verantwoordelijkheid zou kunnen dekken. De oproep was gericht aan een 50-tal jongemannen uit de dorpen Deurne, Walsberg, Sint-Jozefparochie, Vlierden en Zeilberg die geboren waren in 1924. Op woensdagochtend 24 mei moesten ze zich om half acht melden bij het gemeentehuis en een schop bij zich hebben.
De opkomst was vrijwel nihil. Veel mannen van de geboortejaren 1922 tot en met 1924 waren volgens de burgemeester al in Duitsland werkzaam of in een voor de Duitse Wehrmacht werkend bedrijf tewerkgesteld. Daarom deed hij op 24 mei opnieuw een oproep, nu aan alle mannen van het geboortejaar 1921 en ouder. Zij moesten zich de volgende ochtend met schop melden aan het gemeentehuis. De tewerkstelling zou voor een week gelden. Slechts weinigen gaven gehoor aan deze tweede oproep.
Op zaterdag 10 juni volgde een derde oproep van de burgemeester, waarbij hij meldde dat het aantal gevorderde werkkrachten van 50 zou worden opgevoerd naar 120 mannen. Bovendien was het vertrekuur vervroegd naar 7 uur 's morgens. Ook op de daarop volgende dinsdagochtend 13 juni verschenen er maar weinig werkwilligen.
Ook op 20 juni 1944 verscheen weer een dergelijke oproep, waarbij echter werd meegedeeld dat er bij onvoldoende opkomst tegen de gemeente ernstige maatregelen getroffen dreigden te worden. Toen de opkomst weer laag was werd de burgemeester gevangen genomen. Hub van Doorne ging vervolgens in onderhandeling met de Duitsers. Hij wist gedaan te krijgen dat de burgemeester zou worden vrijgelaten als zich voldoende werkwilligen zouden melden. Hub van Doorne liet vervolgens de oproep om "vrijwillige" arbeidskrachten op een lindeboom aan de Markt bevestigen. Deze oproep zorgde voor voldoende vrijwilligers en de burgemeester werd uit zijn gevangenschap vrij gelaten.
De acties van burgemeester Lambooij en later van Hub van Doorne brachten in Deurne tijdens en na de oorlog mede een tweespalt teweeg tussen de rekkelijken die meenden dat terwille van de goede zaak handelen met de Duitsers geoorloofd was en de onverzettelijken die van mening waren dat onder geen beding moest worden toegegeven aan of meegewerkt met de Duitsers. Het laatstgenoemde kamp stond onder aanvoering van vooraanstaande Deurnenaren als Antoon Coolen, Hendrik Wiegersma en tandarts Berkvens. Met het verschijnen van de Deurnesche Courant had deze groep ook een podium in de pers. Met het weekblad Het Licht in handen van hun opponenten was de naoorlogse persstrijd in Deurne een feit.