Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Brand van 5 april 1924: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'De brand van 5 april 1924 trof een een bergplaats van Johannis van Horik aan het huidige Stationsplein. De Zuid-Willemsvaart gaf van die brand het volgende verslag. :''Deurne - Zaterdagmiddag ontstond brand in de bergplaats van J. van Horrik nabij het station, die in een paar minuten rondom in vlammen stond. Dc zich daarin bevindende hooge kar, ploeg en andere land; bouwwerktuigen, benevens een partij hooi en stroo...') |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
De brand van 5 april 1924 trof een een bergplaats van [[Johannis van Horik (1884-1950|Johannis van Horik]] aan | De brand van 5 april 1924 trof een een bergplaats van [[Johannis van Horik (1884-1950|Johannis van Horik]] aan de [[Stationslaan]]. | ||
Regel 8: | Regel 8: | ||
:''Ingezonden Stukken. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).<br>Deurne, 8 April 1924. Mijnheer de Redacteur. In het bericht uit Deurne in uw nr. van gisteren, over den Zaterdag l.l. plaats gehad hebbenden brand, lees ik: de gemeente-brandspuit schitterde weer door afwezigheid. Deze uiting, die bij vroegere branden al eens meer gebruikt is verdient wel eens nader besproken te worden. De honderden getuigen die bij den jongsten brand aanwezig waren, zullen eenparig erkennen, dat alleen door de krachtige medewerking van een tuinspuitje van een particulier een zeer groot onheil voorkomen is. Zonder die hulp was de stalling onherroepelijk ook verloren geweest en allerwaarschijnlijkst ook het woonhuis van Van Horrik, om niet te spreken van de in de onmiddellijke nabijheid liggende panden van andere eigenaars, zoodat dan de ramp niet te overzien zou zijn geweest. Voor 15 jaar schreef de Zuidwillemsvaart dat het toen reeds tijd was om de brandspuit aan Bram over te doen.<ref>In ''[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMRHCE01:000037556:mpeg21:p006 De Zuid-Willemsvaart van 23 april 1910]'' stond een kritische ingezonden brief over de niet-werkende brandweerspuit bij de [[Brand van 20 april 1910|branden van 20]] en [[Brand van 21 april 1910|21 april 1910]].</ref> Is de toestand daarvan nu zoodanig geworden dat men zich schaamt de antiquiteit op straat te vertoonen? Hoe 't zij, het is allerdringendst noodig dat in onze gemeente met bekwamen spoed een doelmatige nieuwe brandspuit wordt aangeschaft en daarbij een goed georganiseerde brandweer geformeerd wordt, want de toestand in deze is reeds sedert vele jaren allertreurigst en onverantwoordelijk.<br>U Mr. de Redacteur dankend voor de opname. EEN OOGGETUIGE.''<ref>Delpher: ''[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMRHCE01:000044855:mpeg21:p003 De Zuid-Willemsvaart van 8 april 1924]''</ref> | :''Ingezonden Stukken. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).<br>Deurne, 8 April 1924. Mijnheer de Redacteur. In het bericht uit Deurne in uw nr. van gisteren, over den Zaterdag l.l. plaats gehad hebbenden brand, lees ik: de gemeente-brandspuit schitterde weer door afwezigheid. Deze uiting, die bij vroegere branden al eens meer gebruikt is verdient wel eens nader besproken te worden. De honderden getuigen die bij den jongsten brand aanwezig waren, zullen eenparig erkennen, dat alleen door de krachtige medewerking van een tuinspuitje van een particulier een zeer groot onheil voorkomen is. Zonder die hulp was de stalling onherroepelijk ook verloren geweest en allerwaarschijnlijkst ook het woonhuis van Van Horrik, om niet te spreken van de in de onmiddellijke nabijheid liggende panden van andere eigenaars, zoodat dan de ramp niet te overzien zou zijn geweest. Voor 15 jaar schreef de Zuidwillemsvaart dat het toen reeds tijd was om de brandspuit aan Bram over te doen.<ref>In ''[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMRHCE01:000037556:mpeg21:p006 De Zuid-Willemsvaart van 23 april 1910]'' stond een kritische ingezonden brief over de niet-werkende brandweerspuit bij de [[Brand van 20 april 1910|branden van 20]] en [[Brand van 21 april 1910|21 april 1910]].</ref> Is de toestand daarvan nu zoodanig geworden dat men zich schaamt de antiquiteit op straat te vertoonen? Hoe 't zij, het is allerdringendst noodig dat in onze gemeente met bekwamen spoed een doelmatige nieuwe brandspuit wordt aangeschaft en daarbij een goed georganiseerde brandweer geformeerd wordt, want de toestand in deze is reeds sedert vele jaren allertreurigst en onverantwoordelijk.<br>U Mr. de Redacteur dankend voor de opname. EEN OOGGETUIGE.''<ref>Delpher: ''[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMRHCE01:000044855:mpeg21:p003 De Zuid-Willemsvaart van 8 april 1924]''</ref> | ||
[[Gps::{{#geocode:51. | [[Gps::{{#geocode:51.457253, 5.788074}}|]] | ||
{{appendix}} | {{appendix}} | ||
[[categorie:brand|1924 04 05]] | [[categorie:brand|1924 04 05]] |
Huidige versie van 21 dec 2023 om 18:27
De brand van 5 april 1924 trof een een bergplaats van Johannis van Horik aan de Stationslaan.
De Zuid-Willemsvaart gaf van die brand het volgende verslag.
- Deurne - Zaterdagmiddag ontstond brand in de bergplaats van J. van Horrik nabij het station, die in een paar minuten rondom in vlammen stond. Dc zich daarin bevindende hooge kar, ploeg en andere land; bouwwerktuigen, benevens een partij hooi en stroo werden een prooi der vlammen. De belendende stal, waarvan de met stroopoppen gedekte kap reeds eenige malen had vuur gevat, kon gered worden, doordat Notaris de Leeuw zijne handspuit liet aanrukken, waarmee het vuur kon bedwongen worden. Het paard en het vee konden met groote moeite in veiligheid gebracht worden, door bij het redden van het paard liep de eigenaar verschillende brandwonden op vooral aan hals en handen. De gemeentebrandspuit schitterde weer door afwezigheid. Alles is verzekerd; de oorzaak is waarschijnlijk te zoeken in het spelen met lucifers door kinderen. [1]
De opmerking van de verslaggever over de afwezigheid van de gemeentelijke brandspuit leidde tot de volgende ingezonden brief:
- Ingezonden Stukken. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
Deurne, 8 April 1924. Mijnheer de Redacteur. In het bericht uit Deurne in uw nr. van gisteren, over den Zaterdag l.l. plaats gehad hebbenden brand, lees ik: de gemeente-brandspuit schitterde weer door afwezigheid. Deze uiting, die bij vroegere branden al eens meer gebruikt is verdient wel eens nader besproken te worden. De honderden getuigen die bij den jongsten brand aanwezig waren, zullen eenparig erkennen, dat alleen door de krachtige medewerking van een tuinspuitje van een particulier een zeer groot onheil voorkomen is. Zonder die hulp was de stalling onherroepelijk ook verloren geweest en allerwaarschijnlijkst ook het woonhuis van Van Horrik, om niet te spreken van de in de onmiddellijke nabijheid liggende panden van andere eigenaars, zoodat dan de ramp niet te overzien zou zijn geweest. Voor 15 jaar schreef de Zuidwillemsvaart dat het toen reeds tijd was om de brandspuit aan Bram over te doen.[2] Is de toestand daarvan nu zoodanig geworden dat men zich schaamt de antiquiteit op straat te vertoonen? Hoe 't zij, het is allerdringendst noodig dat in onze gemeente met bekwamen spoed een doelmatige nieuwe brandspuit wordt aangeschaft en daarbij een goed georganiseerde brandweer geformeerd wordt, want de toestand in deze is reeds sedert vele jaren allertreurigst en onverantwoordelijk.
U Mr. de Redacteur dankend voor de opname. EEN OOGGETUIGE.[3]
Bronnen, noten en/of referenties
|