Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Haageind 3: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 14: | Regel 14: | ||
| status = | | status = | ||
| bouwstijl = | | bouwstijl = | ||
| bouwkosten = | | bouwkosten = | ||
| hoogte dak = | | hoogte dak = | ||
| monumentnummer= | | monumentnummer= |
Huidige versie van 11 mrt 2016 om 19:42
Langgevelboerderij | ||
Locatie | Haageind 3, Deurne | |
Gebruik | Als woonhuis in bebouwde kom | |
Start bouw | 1904 | |
Monument status | Gemeentelijk monument |
Het pand Haageind 3 kent een lange geschiedenis als herberg Die Verkeerde weereld en later als herberg-brouwerij De Prins.
Chronologie[bewerken | brontekst bewerken]
- Op 10 februari 1607 verkocht Jonker Everard van Doerne aan Gevard Frans Coolen een huis, hof, hofstad, schuur en erf in het Haageind.
- Op 24 september 1615 verkocht Everard Frans Coolen het huis aan Marcelis Frans van IJseren.
- Op 11 juli 1651 was Otto Theodorus de Visschere, de voormalige schout van Deurne, kastelein in zijn herberg "de Verkeerde Werelt". Hij kocht rond 1648 het oude pand van Marcelis van IJseren, liet het afbreken en bouwde er een nieuwe herberg. Op de gevel liet hij schilderen:
- Fide sed cui;
Siet wie dat ghij betrouwt
op dat u naemaels niet en berouwt,
anno 1651.
- Fide sed cui;
- Op 21 januari 1686 wilden de kinderen van wijlen Otto de Visschere, het woonhuis met de bijhorende brouwerij en toebehoren verkopen maar de verkoop werd opgehouden.
- Op 23 december 1686 verkochten zij alsnog het geheel aan de president-schepen Jacob Michiel Goloffs en zijn vrouw Jenneke Mattijs de Jong voor 630 gulden.
- In 1703 ging de herberg, die inmiddels de Prins van Orangien ook wel kortweg De Prins heette, bij een erfdeling naar dochter Maria Goloffs, gehuwd met Evert Seger Hurckmans.
- Op 7 november 1722 werd een inventaris opgemaakt van de in oktober overleden Maria Goloffs, weduwe Evert Seger Hurkmans. Daarbij hoorden ondermeer het brouw- en destilleergereedschap, huis, stal, schuur en brouwerij De Prins met het klein huisje daarachter gelegen.
- Op 6 augustus 1725 liet Maria Hurkmans, te Heeze overleden op 6 juli 1725, haar vierde deel van het huis, schuur, aangelag enz. na aan de kinderen Jenneke, Elisabeth en Margriet Hurckmans.
- In 1727 werd aan het kleine huisje een nieuw weefkamer gebouwd en bij De Prins werden vier noten- en twee appelbomen geplant.
- In 1728-1729 huurde Jan Willem van de Mortel De Prins voor 60 gulden per jaar.
- In de jaren 1733-1737 huurde Frans Elbers voor acht gulden en 20 cent per jaar het klein huisje dat bij De Prins hoorde. De herberg zelf werd in die periode door Adriaan van de Mortel gehuurd voor 60 gulden per jaar. Dit blijkt uit de voogdijrekening voor Jenneke, Elisabeth en Margriet, de minderjarige kinderen van wijlen Maria Goloffs, weduwe van Evert Seger Hurckmans.
- Op 11 april 1737 deelden de kinderen van Maria Goloffs en Evert Seger Hurckmans de erfenis. De eerste kavel ging daarbij naar Margaretha Hurckmans, die in den Bosch woonde. Ze kreeg het huis, hof en aangelag De Prins met de brouwketel en kuip, met daarbij 221 lopensen (37 hectaren) grond, uitgezonderd 2 roeden grond waarop het klein huisje stond.
- Op 11 maart 1740 verkocht ze De Prins met toebehoren aan Martinus Manders. Hij werd krankzinnig en werd na de dood van zijn vrouw in 1746 onder curatele gesteld.
- In 1746 huurde Jan Goossens, gehuwd met Elisabeth van den Boomen, voor fl. 37,50 per jaar de herberg met enige percelen grond.
- Op 11 april 1770 bleek uit de voogdijrekening van de krankzinnige molenaar Martinus Manders ondermeer dat voor huize De Prins naast dakstro ook 200 dakpannen voor de brouwerij werden aangeschaft.
- In september 1786 werden de bierbrouwerij en De Prins door de curateurs van Martinus Manders verhuurd aan Antonie Goossens.
- In 1791 werd het huis bewoond door Willem Antonie van de Mortel.
- Op 21 december 1792 verkochten de erfgenamen van Martinus Manders De prins aan Johannes de Veth voor 1300 gulden.
- Uit een inspectierapport van 23 mei 1793 blijkt dat van De Prins de brouwerij versleten was en dat van de moutkamer het raam en de vensters versleten waren.
- Op 2 augustus 1852 vond een boedeldeling plaats tussen de erfgenamen van Johannes de Veth en Maria Goossens. De eerste kavel, de brouwerij met het huis, ging naar de kinderen Nicolaas Antony en Maria Josepha de Veth, alsmede naar Johanna de Veth, de weduwe van Antonie Goossens en naar Helena de Veth, getrouwd met de bierbrouwer Jan Linders uit Meijel.<br.De totale waarde van deze boedeldeling bedroeg in 63 percelen 42.000 gulden, verder 6481 guldenaan gemunt geld, een koperen brouwketel, twee kuipen, koelbakken en tien koperen ketels. Voor de gelagkamer 32 stoelen, 25 tafels, 24 tafellakens, 62 servetten, 60 tinnen borden en schotels, 5 spiegels, 15 schilderijen enz. Voor de 7 bedden 46 beddelakens, 16 kussens, 30 dekens en peluwen. In de stal 3 koeien en 1 maal.
- In 1854 richtten de gezamelijke erven van het echtpaar Jan de Veth-Goossens de voormalige bierbrouwerij in tot boerenschuur, waarmee een einde kwam aan 200 jaar herberg en brouwerij.
- Op 7 maart 1873 ging een verdeling van de onverdeelde boedel de voormalige brouwerij naar Johannes Goossens (1824-1904).
- In 1874 splitste Johannes Goossens het perceel C 939, groot 1050 m2, in twee gedeelten:
C 1392 huis en erf groot 980 m2. huisnummer A 129 groot 90 m2.vl.opp.
C 1393 huis en erf groot 70 m2. huisnummer A 129a groot 20 m2.vl.opp.
- Op 14 mei 1904 berichtte de krant Zuidwillemsvaart dat het huis, inmiddels weer als herberg in bedrijf, was afgebrand. Naar mondelinge overlevering van een latere bewoner zou de kapitale herberg na een ruzie met kermisvolk zijn afgebrand. Het band werd opnieuw opgebouwd met de jaarankers 1904.
- In 1905 werden Eimericus Hubertus Goossens en zijn twee zusters Johanna Maria en Jacoba Catharina Goossens eigenaar.
- In 1906 werd het goed onder de genoemde eigenaars verdeeld.
- Tot 1939 werd het huis bewoond door Jacoba Anna Catharina Goossens (1861-1939) alias Vuile Koos.
- In 1939 werd slager Petrus Joseph Goossens (1875-1955) eigenaar van het goed.
- In 1954 werd zijn zoon, de controleur Johannes Antonius Josephus Goossens (1910-1995), eigenaar.
- In 1990 werd Gijsbert Tabor, zoon van Harm Tabor (1916-1996), eigenaar.
DeurneWiki TR Plekke: DeurneWiki_TR_Plekke_POI
De informatie die hier staat wordt gebruikt om over te hevelen naar WikiTude. Dit is onderdeel van het DeurneWiki TR Plekke project dat als doel heeft geselekteerde artikelen uit DeurneWiki over te brengen naar WikiTude, een nlwikipedia:Toegevoegde realiteit. Zie hier onder hoe WikiTude te installeren. Voor meer informatie, zie artikel DeurneWiki TR Plekke.
Installeren van WikiTude op uw android of iPhone mobiel
Installeer WikiTude voor uw android toestel: of WikiTude voor uw iPhone: door op de links te klikken of via de app-market van uw toestel.