Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Windmolen op het Heieind: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(7 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand: | [[Bestand:23.246.jpg|thumb|400px|De windmolen op het Heieind, een fantasietekening door Hendrik Ouwerling.]] | ||
[[Bestand:Heimolen Topografische Militaire Kaart 1840.jpg|thumb|400px|Op dit detail van de Topografische Militaire Kaart van 1840 is duidelijk herkenbaar waar de Heieindse molen stond. (zie [http://www.topotijdreis.nl/ Topotijdreis)]]] | |||
[[Bestand:Heimolen Topografische Militaire Kaart 1840.jpg|thumb| | [[Bestand:07.702.jpg|thumb|400px|Rakels molen aan de [[Liesselseweg]] hier nog in volle glorie. Foto ter beschikking gesteld door Frans Verheijen]] | ||
De '''Heimolen''' of ''Heieindse molen'' werd in of kort voor 1547 gebouwd op de [[Molenbergsche Heide]]. | De '''windmolen op het [[Heieind]]''', ook wel de '''Heimolen''' of '''Heieindse molen''' genoemd, werd in of kort voor 1547 gebouwd op de [[Molenbergsche Heide]] en stond daar tot 1869. | ||
[[Gps::51.437390, 5.791322| ]] <!-- voegt gps coordinaten aan de pagina toe --> | |||
De plaats waar deze standaardmolen gestaan heeft, moet gezocht worden pal ten noordwesten van de kruising van de [[Heimolenweg]] en de [[Molenweijerweg]]. Omdat ook de inwoners van [[Liessel]], [[Heitrak]] en [[Moosdijk]] aangewezen waren op deze molen, stond die toch redelijk centraal. | |||
De plaats waar deze | |||
[[Hendrik Ouwerling|Ouwerling]] opperde de mogelijkheid dat de voorganger van deze molen gestaan zou hebben bij de [[Rode Braak]]<ref>[[H.N. Ouwerling]] - [[Geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden]] blz. 81</ref>, maar bij het toponiemenonderzoek van [[Ton Spamer|Spamer]] kon daarvan geen bevestiging worden gevonden.<ref>Ton Spamer – ''[[Een karretje op den zandweg reed…]]'', Deurnese toponiemen uit de periode 721-1900, Deurne, 2010.</ref> | |||
De molen was steeds eigendom van de [[heer van Deurne]] en werd door hem verpacht. Een en ander werd vastgelegd in het ''Rekening boekie van de Coorn Wint en Watermolen, 1790 (tot 1800)'', een manuscript dat in particulier bezit bleef en in 2013 door een antiquariaat te koop wordt aangeboden. | |||
Bij de invoering van het kadaster in 1831 pachtte [[Antonius Truijens (1792-1867)|Antonie Truijen]] de molen voor 250 gulden per jaar van de heer van Deurne. | |||
Op 9 januari 1855 kocht de [[gemeente Deurne en Liessel]] zowel de heimolen als de [[kerkmolen]] aan de [[Molenstraat]] van de toenmalige heer van Deurne, baron [[Theodorus de Smeth (1779-1859)|Theodorus de Smeth]]. De gemeente betaalde voor de twee molens en alles wat daarbij hoorde 15.500 gulden. De 28-jarige [[Antonius Wilhelmus Truijen (1826-1857)|Antonie Truijen junior]], zoon van de molenaar, trad bij deze verkoop op als gemachtigde van de baron. Van de koopsom werd 9.000 gulden meteen betaald en het restant moest vóór 31 december 1856 zijn voldaan. | |||
In 1863 werden de beide molens in opdracht van de gemeente geverfd. | |||
Toen in april 1866 molenaar [[Johannes de Kinderen (1825-1876)|Jan de Kinderen]] een vergunningaanvraag indiende bij de gemeente om in [[Liessel]] een [[De oude molen van Liessel|windgraanmolen]] te bouwen, besefte men dat dit een grote bedreiging was voor de klandizie van de heimolen. Alle boeren uit Liessel en omgeving zouden immers snel de kortere weg naar de nieuwe molen vinden. Daarom werden er plannen ontwikkeld om de Heieindse molen te verplaatsen naar het [[Derp]] in de omgeving van [[Kriekenbeek]]. In de raadsvergadering van 18 oktober 1866 viel het definitieve besluit tot verplaatsing. | |||
[[ | In 1869 werd de molen verplaatst naar een plek nabij de [[Spoorweg|spoorlijn]] aan de (inmiddels Oude) [[Oude Liesselseweg|Liesselseweg]] in [[Deurne]]. De eerste molenaar van de verplaatste molen was [[Gerardus de Kinderen (1821-1884)|Gerard de Kinderen]], een broer van de Liesselse molenaar. | ||
Voor de latere geschiedenis zie [[Rakels molen]]. | |||
*[[Wim van Heugten|Wim]] en [[Wiro van Heugten]] - [[Molens in Peelland]], 1982 blz. 63-64 | {{Appendix|2= | ||
*[[Wim van Heugten|Wim]] en [[Wiro van Heugten]] - [[Molens in Peelland]], 1982 blz. 63-64. | |||
*[[Willy Crommentuijn|W.M. Crommentuijn]] - [[Molens in de Gemeente Deurne]], z.j. blz. 41-45 | *[[Willy Crommentuijn|W.M. Crommentuijn]] - [[Molens in de Gemeente Deurne]], z.j. blz. 41-45 | ||
*Jan Bakens - De oude heimolen te Liessel. Een chronologische verzameling gegevens met betrekking tot de heimolen. | |||
---- | |||
{{references}} | |||
}} | |||
[[categorie:windmolen]] | [[categorie:windmolen]] |
Huidige versie van 2 jan 2020 om 20:26
De windmolen op het Heieind, ook wel de Heimolen of Heieindse molen genoemd, werd in of kort voor 1547 gebouwd op de Molenbergsche Heide en stond daar tot 1869.
De plaats waar deze standaardmolen gestaan heeft, moet gezocht worden pal ten noordwesten van de kruising van de Heimolenweg en de Molenweijerweg. Omdat ook de inwoners van Liessel, Heitrak en Moosdijk aangewezen waren op deze molen, stond die toch redelijk centraal.
Ouwerling opperde de mogelijkheid dat de voorganger van deze molen gestaan zou hebben bij de Rode Braak[1], maar bij het toponiemenonderzoek van Spamer kon daarvan geen bevestiging worden gevonden.[2]
De molen was steeds eigendom van de heer van Deurne en werd door hem verpacht. Een en ander werd vastgelegd in het Rekening boekie van de Coorn Wint en Watermolen, 1790 (tot 1800), een manuscript dat in particulier bezit bleef en in 2013 door een antiquariaat te koop wordt aangeboden.
Bij de invoering van het kadaster in 1831 pachtte Antonie Truijen de molen voor 250 gulden per jaar van de heer van Deurne.
Op 9 januari 1855 kocht de gemeente Deurne en Liessel zowel de heimolen als de kerkmolen aan de Molenstraat van de toenmalige heer van Deurne, baron Theodorus de Smeth. De gemeente betaalde voor de twee molens en alles wat daarbij hoorde 15.500 gulden. De 28-jarige Antonie Truijen junior, zoon van de molenaar, trad bij deze verkoop op als gemachtigde van de baron. Van de koopsom werd 9.000 gulden meteen betaald en het restant moest vóór 31 december 1856 zijn voldaan.
In 1863 werden de beide molens in opdracht van de gemeente geverfd.
Toen in april 1866 molenaar Jan de Kinderen een vergunningaanvraag indiende bij de gemeente om in Liessel een windgraanmolen te bouwen, besefte men dat dit een grote bedreiging was voor de klandizie van de heimolen. Alle boeren uit Liessel en omgeving zouden immers snel de kortere weg naar de nieuwe molen vinden. Daarom werden er plannen ontwikkeld om de Heieindse molen te verplaatsen naar het Derp in de omgeving van Kriekenbeek. In de raadsvergadering van 18 oktober 1866 viel het definitieve besluit tot verplaatsing.
In 1869 werd de molen verplaatst naar een plek nabij de spoorlijn aan de (inmiddels Oude) Liesselseweg in Deurne. De eerste molenaar van de verplaatste molen was Gerard de Kinderen, een broer van de Liesselse molenaar.
Voor de latere geschiedenis zie Rakels molen.
Bronnen, noten en/of referenties
|