Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Molenstraat 30: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 10: | Regel 10: | ||
Het pand stond op een perceel grond dat bij de [[Windmolen aan de Molenstraat|windmolen]] hoorde en op 9 januari 1855 door de familie [[De Smeth]] aan de gemeente werd verkocht. Op 7 maart 1872 liet de gemeente de molen met de bijhorende grond, sectie E 194 en E 195, publiek veilen in de herberg van herbergier en molenaar [[Petrus Johannis Truijen (1832-1902)|Pieter Truijen]]. Bij de verkoop werd Truijen voor een bedrag van 5.175 gulden de nieuwe eigenaar van de molen met de grond. Inmiddels was bij de molen een loods gebouwd. In 1880 werd op perceel E 1522, het vroegere E 194, in opdracht van Truijen een gebouw gesticht dat als stoommolen dienst deed.<ref>De kadastrale hulpkaart 85, waarop het gebouw is ingetekend, is gedateerd 18 december 1880.</ref> Rond 1886 vond daaraan nog een verbouwing plaats. Daarbij werd het lange pand aan de oostzijde over de hele lengte verbreed. Mogelijk werd bij die gelegenheid aan de zijde van de Molenstraat de gemetselde gevel gebouwd, die als een enigszins wezensvreemd element tegen het gepleisterde pand is gebouwd. Het perceel kreeg hierbij E 1651 als kadastrale aanduiding.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 102</ref> In 1893 werd er aan de zuidzijde, aan de kant van de molen, een kleine aanbouw aan het pand gebouwd, en werd er naast het gebouw een klein bijgebouwtje geplaatst. Hierbij kreeg het perceel de nieuwe aanduiding E 1721.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 125</ref> Bij een hermeting in april 1929, toen aangrenzend [[Café-zaal Bekkers]] gebouwd werd, bleek de aanbouw aan de molenzijde weer verdwenen. Het gebouw stond nu op perceel E 2248.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 234</ref> | Het pand stond op een perceel grond dat bij de [[Windmolen aan de Molenstraat|windmolen]] hoorde en op 9 januari 1855 door de familie [[De Smeth]] aan de gemeente werd verkocht. Op 7 maart 1872 liet de gemeente de molen met de bijhorende grond, sectie E 194 en E 195, publiek veilen in de herberg van herbergier en molenaar [[Petrus Johannis Truijen (1832-1902)|Pieter Truijen]]. Bij de verkoop werd Truijen voor een bedrag van 5.175 gulden de nieuwe eigenaar van de molen met de grond. Inmiddels was bij de molen een loods gebouwd. In 1880 werd op perceel E 1522, het vroegere E 194, in opdracht van Truijen een gebouw gesticht dat als stoommolen dienst deed.<ref>De kadastrale hulpkaart 85, waarop het gebouw is ingetekend, is gedateerd 18 december 1880.</ref> Rond 1886 vond daaraan nog een verbouwing plaats. Daarbij werd het lange pand aan de oostzijde over de hele lengte verbreed. Mogelijk werd bij die gelegenheid aan de zijde van de Molenstraat de gemetselde gevel gebouwd, die als een enigszins wezensvreemd element tegen het gepleisterde pand is gebouwd. Het perceel kreeg hierbij E 1651 als kadastrale aanduiding.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 102</ref> In 1893 werd er aan de zuidzijde, aan de kant van de molen, een kleine aanbouw aan het pand gebouwd, en werd er naast het gebouw een klein bijgebouwtje geplaatst. Hierbij kreeg het perceel de nieuwe aanduiding E 1721.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 125</ref> Bij een hermeting in april 1929, toen aangrenzend [[Café-zaal Bekkers]] gebouwd werd, bleek de aanbouw aan de molenzijde weer verdwenen. Het gebouw stond nu op perceel E 2248.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 234</ref> | ||
Bij een boedelscheiding op 2 november 1905 werd zijn ongehuwde zoon | Bij een boedelscheiding op 2 november 1905 werd zijn ongehuwde zoon Johannes Truijen eigenaar van onder meer de windmolen en de stoommolen. Bij een publieke verkoop op 10 december 1907 werd de steenfabrikant [[Jacobus Goossens (1848-1933)|Jacobus Goossens]] de nieuwe eigenaar van de wind- en stoommolen. Hij verkocht beide molens op 9 december 1922 voor 4.100 gulden aan molenaar [[Jacobus Leonardus Alphonsus Veltmans (1898-1979)|Leo Veltmans]]. Op 10 november 1925 liet Veltmans onroerend goed veilen, waaronder een ''gebouw met schoorsteen en erf, sectie E nr. 1721 en noordelijk gedeelte van nr. 1722, groot ca. 0.05.70 hectare'': het stoommolengebouw. [[Wilhelmus Johannes Gerhardus Wessing (1872-1940)|Wilhelmus Wessing]] werd voor 1.700 gulden de nieuwe eigenaar. Hij liet dit gebouw tot twee woningen verbouwen, waarmee de oude industriele functie verdween. Het hele pand E 2248 bleef kadastraal eigendom van Wessing, en werd vervolgens na een eenmalige vermelding als ''2 huizen'' weer als ''huis'' geregistreerd. Wel afgesplitst werd het aangrenzend land E 2249, waar eertijds de molen had gestaan. Daar werd veel later, na de oorlog, op het land tussen dit huis en Bekkers een noodwoning gebouwd ([[Molenstraat 32]]), op een zeker moment nog eigendom van [[Caspar Peerbooms (1911-1992)]].<ref>Kadastrale veldwerkkaartjes Deurne, sectie E, nummer 186</ref> | ||
Het volledige huis van Wessing werd rond 1935 <ref>Dienstjaar 1936; kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 5359</ref> geveild, en kwam toe aan [[Hubertus Hermanus Wijnhoven (1882-1945)]]. Hij verkocht het huis al snel weer, rond 1940.<ref>Dienstjaar 1941, kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 6668</ref> Koper was de landbouwer Hendrikus Gerardus Johannes Maria Hendriks. Zijn erfgenamen scheidden de boedel rond 1955, waaronder het huis.<ref>Dienstjaar 1956, kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 7400</ref> Het pand werd verworven door [[Henricus Godefridus Josephus Maria Hendriks (1907-1978)|Harrie Hendriks]], in wiens tijd het de adresaanduiding Molenstraat 30 kreeg. Het was toen in gebruik als huis, winkel en pakhuis. Bij een hermeting kreeg het de nieuwe aanduiding L 987. Rond 1968 werd het door Hendriks in verband met de centrumplannen verkocht aan de gemeente Deurne.<ref>Dienstjaar 1969; kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 8809</ref> Niet lang daarna zal het zijn afgebroken. Een hele generatie Deurnenaren kende vervolgens het terrein waar de windmolen, stoommolen en Cafe-Zaal Bekkers hadden gestaan als braakliggend grasveld. | Het volledige huis van Wessing werd rond 1935 <ref>Dienstjaar 1936; kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 5359</ref> geveild, en kwam toe aan [[Hubertus Hermanus Wijnhoven (1882-1945)]]. Hij verkocht het huis al snel weer, rond 1940.<ref>Dienstjaar 1941, kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 6668</ref> Koper was de landbouwer Hendrikus Gerardus Johannes Maria Hendriks. Zijn erfgenamen scheidden de boedel rond 1955, waaronder het huis.<ref>Dienstjaar 1956, kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 7400</ref> Het pand werd verworven door [[Henricus Godefridus Josephus Maria Hendriks (1907-1978)|Harrie Hendriks]], in wiens tijd het de adresaanduiding Molenstraat 30 kreeg. Het was toen in gebruik als huis, winkel en pakhuis. Bij een hermeting kreeg het de nieuwe aanduiding L 987. Rond 1968 werd het door Hendriks in verband met de centrumplannen verkocht aan de gemeente Deurne.<ref>Dienstjaar 1969; kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 8809</ref> Niet lang daarna zal het zijn afgebroken. Een hele generatie Deurnenaren kende vervolgens het terrein waar de windmolen, stoommolen en Cafe-Zaal Bekkers hadden gestaan als braakliggend grasveld. |
Huidige versie van 13 apr 2024 om 09:13
De voormalige stoommolen op het adres Molenstraat 30, op de hoek met de vroegere Hogeweg (nu links van de toegang tot Achter de Molenberg), had voor de huisnummering 1950-1955 het adres F.29 . Het adres F.28, Hogeweg 1, bevond zich in hetzelfde pand.
Bouwgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Het pand stond op een perceel grond dat bij de windmolen hoorde en op 9 januari 1855 door de familie De Smeth aan de gemeente werd verkocht. Op 7 maart 1872 liet de gemeente de molen met de bijhorende grond, sectie E 194 en E 195, publiek veilen in de herberg van herbergier en molenaar Pieter Truijen. Bij de verkoop werd Truijen voor een bedrag van 5.175 gulden de nieuwe eigenaar van de molen met de grond. Inmiddels was bij de molen een loods gebouwd. In 1880 werd op perceel E 1522, het vroegere E 194, in opdracht van Truijen een gebouw gesticht dat als stoommolen dienst deed.[1] Rond 1886 vond daaraan nog een verbouwing plaats. Daarbij werd het lange pand aan de oostzijde over de hele lengte verbreed. Mogelijk werd bij die gelegenheid aan de zijde van de Molenstraat de gemetselde gevel gebouwd, die als een enigszins wezensvreemd element tegen het gepleisterde pand is gebouwd. Het perceel kreeg hierbij E 1651 als kadastrale aanduiding.[2] In 1893 werd er aan de zuidzijde, aan de kant van de molen, een kleine aanbouw aan het pand gebouwd, en werd er naast het gebouw een klein bijgebouwtje geplaatst. Hierbij kreeg het perceel de nieuwe aanduiding E 1721.[3] Bij een hermeting in april 1929, toen aangrenzend Café-zaal Bekkers gebouwd werd, bleek de aanbouw aan de molenzijde weer verdwenen. Het gebouw stond nu op perceel E 2248.[4]
Bij een boedelscheiding op 2 november 1905 werd zijn ongehuwde zoon Johannes Truijen eigenaar van onder meer de windmolen en de stoommolen. Bij een publieke verkoop op 10 december 1907 werd de steenfabrikant Jacobus Goossens de nieuwe eigenaar van de wind- en stoommolen. Hij verkocht beide molens op 9 december 1922 voor 4.100 gulden aan molenaar Leo Veltmans. Op 10 november 1925 liet Veltmans onroerend goed veilen, waaronder een gebouw met schoorsteen en erf, sectie E nr. 1721 en noordelijk gedeelte van nr. 1722, groot ca. 0.05.70 hectare: het stoommolengebouw. Wilhelmus Wessing werd voor 1.700 gulden de nieuwe eigenaar. Hij liet dit gebouw tot twee woningen verbouwen, waarmee de oude industriele functie verdween. Het hele pand E 2248 bleef kadastraal eigendom van Wessing, en werd vervolgens na een eenmalige vermelding als 2 huizen weer als huis geregistreerd. Wel afgesplitst werd het aangrenzend land E 2249, waar eertijds de molen had gestaan. Daar werd veel later, na de oorlog, op het land tussen dit huis en Bekkers een noodwoning gebouwd (Molenstraat 32), op een zeker moment nog eigendom van Caspar Peerbooms (1911-1992).[5]
Het volledige huis van Wessing werd rond 1935 [6] geveild, en kwam toe aan Hubertus Hermanus Wijnhoven (1882-1945). Hij verkocht het huis al snel weer, rond 1940.[7] Koper was de landbouwer Hendrikus Gerardus Johannes Maria Hendriks. Zijn erfgenamen scheidden de boedel rond 1955, waaronder het huis.[8] Het pand werd verworven door Harrie Hendriks, in wiens tijd het de adresaanduiding Molenstraat 30 kreeg. Het was toen in gebruik als huis, winkel en pakhuis. Bij een hermeting kreeg het de nieuwe aanduiding L 987. Rond 1968 werd het door Hendriks in verband met de centrumplannen verkocht aan de gemeente Deurne.[9] Niet lang daarna zal het zijn afgebroken. Een hele generatie Deurnenaren kende vervolgens het terrein waar de windmolen, stoommolen en Cafe-Zaal Bekkers hadden gestaan als braakliggend grasveld.
Huidige situatie[bewerken | brontekst bewerken]
Het begin van de Hogeweg wordt nu nog gemarkeerd door de ingang van de parkeerplaats Achter de Molenberg. Op de plek van de stoommolen bevond zich in 2006 en 2007 de tijdelijke huisvesting van de openbare bibliotheek. Nadat het pand een tijd had leeggestaan kwam in 2010 de Woonwinkel van Woningbouwvereniging Bergopwaarts erin. Vanaf 2017 was hier De Zevensprong enige jaren gevestigd. Rond 2021 werden de ruimtes tot appartementen verbouwd.
Opvallend is dat, gezien vanaf de hoek Molenstraat - Achter de Molenberg, het bouwvolume van de oude stoommolen nog deels (en vermoedelijk onopzettelijk) herkenbaar is in de nieuwbouw. Waar er tot de sloop sprake was van een hoge voorgevel, een lage achterbouw en een vierkante eindbouw met piramidedak, vinden we er ook nu een representatief bouwdeel aan de straat, een tussenlid met glas daarachter en een vierkant achterste deel met (laag) piramidedak. Zo is de oude situatie toch nog enigszins voorstelbaar.
Bronnen, noten en/of referenties
|