Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Tiende: verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 85: Regel 85:
# [[Theodorus Jegerings (1814-1894)|Dirk Jegerings]]
# [[Theodorus Jegerings (1814-1894)|Dirk Jegerings]]
# Arnoldus Verhees
# Arnoldus Verhees
# [[Peter Rakels (1831-1896)|Pieter Rakels[[
# [[Peter Rakels (1831-1896)|Pieter Rakels]]
# Petrus Nooijen
# Petrus Nooijen
# [[Adriaan van de Mortel (1841-1917)|Adriaan van de Mortel]]
# [[Adriaan van de Mortel (1841-1917)|Adriaan van de Mortel]]

Versie van 24 feb 2019 15:24

De tiende (het tiendrecht) was een vorm van winstbelasting, die ook in Deurne, Liessel en Vlierden werd geheven op bepaalde boerderijen of percelen grond, waarbij een tiende deel van de opbrengst diende te worden afgedragen aan degene die het tiendrecht bezat. Deze belastingvorm verdween eind 19e eeuw grotendeels door afkoping. Deze vorm van belasting stamde uit de middeleeuwen en diende oorspronkelijk ter financiering van de armenzorg en het onderhoud van priesters en kerkgebouwen en was dus een kerkelijke belasting. Veel tienden kwamen door verkoop of onrechtmatige toe-eigening in de loop van de tijd in handen van leken.

Soorten tienden

In Deurne waren, zowel qua aard als qua naamgeving, meerdere tienden. De korentiende, ook wel de grove tiende of grote tiende genoemd, was de belangrijkste tiende die werd geheven op nauwkeurig bepaalde percelen of perceelcomplexen, ook wel (tiend)klampen genoemd.

Sommige Deurnese tienden in particuliere handen waren leenroerig aan de abdij van Echternach, een vingerwijzing dat het recht oorspronkelijk aan de abdij zelf toekwam. Een voorbeeld van zo'n tiende was de zo geheten Colentiende.

Een rijdende tiende werd afwisselend door meerdere partijen geheven. Zo werd de zo geheten Bruggense tiende het ene jaar geheven door de abdij van Echternach en het andere jaar door de particuliere bezitters. Mogelijk dat deze tienden oorspronkelijk afwisselend geheven werden door de abdij en door de hertog van Brabant of diens rechtsvoorgangers.

De domeintiende of domaniale tiende behoorde toe aan de staat en de rentmeester der domeinen was de inner van deze tiende. De novale tiende was een bijzondere vorm hiervan en geheven op nieuw ontgonnen grond. In Deurne was het novale tiendrecht tot in de 19e eeuw in handen van de staat.

De smalle tiende werd geheven op tuinbouwprodukten als erwten, bonen en wortelen. Een bijzondere vorm hiervan was de vlas- en zaadtiende.

De krijtende tiende of lammertiende moest worden afgedragen over de pasgeboren dieren.

Veel tienden werden aangeduid met een naam die verwees naar de plaats waar die geheven werd. Zo had je in Vlierden de Kleine Zijdetiende, de Hoefakkerse tiende, de Hertbergse tiende, de Beersdonkse tiende, de Grote Zijdetiende en de Brouwhuise tiende.

Tiendheffers

De rentmeester der domeinen was, als vertegenwoordiger van de staat, tiendheffer van domaniale en novale tienden.

De abdij van Echternach was vanouds tiendheffer in Deurne. Nog tot na 1800 werden door de rentmeester van de abdij in Deurne tienden verpacht.

Ook de Latijnse school in Gemert bezat tiendrecht in Deurne. De tiende die deze instelling inde werd ook wel de schooltiende genoemd.

De heer van Deurne bezat ook aanzienlijke tienden in Deurne. Veel tienden waren in particuliere handen en dat kon in de loop van de tijd flink versnipperd raken.

Tiendheffing

Omdat het voor de eigena(a)r(en) van het tiendrecht, die dikwijls ver buiten het dorp woonde(n), vrijwel ondoenlijk was om zelf deze vorm van belasting te innen, werd het tiendrecht jaarlijks publiek verpacht aan kapitaalkrachtige personen in het dorp of de onmiddellijke omgeving. Omdat de verpachting meestal in de maand juli plaatsvond kon de pachter zich een goed beeld vormen van de te verwachten opbrengst. Risico bleef wel eventuele schade door storm of hagel.

Tiendheffing in Deurne ter discussie in de Tweede Kamer

Met de opkomst van de boekweitcultuur in de tweede helft van de 19e eeuw verplichtte de rentmeester van de domeinen de particuliere pachters van de percelen gemeentegrond om novale tienden af te dragen. Jan Marten Peereboom, een van de belangrijkste boekweittelers op gemeentegrond, protesteerde daartegen in 1861 bij de hoge overheid. Hij verwees in zijn klaagschrift naar de provincies Drenthe, Overijssel, Friesland, Groningen en Limburg waar bij de boekweitcultuur geen tiende geheven werd. Ook wees hij naar Asten waar in 1860 zonder tiendafdracht liefst 600 hectare boekweit geteeld werd.
In een uitgebreid exposé op 22 april 1862 toonde de minister van financiën aan dat de staat wel degelijk het tiendrecht mocht toepassen. In de door Peereboom genoemde provincies bezat de staat echter geen tiendrecht en het novale tiendrecht in Asten was in 1771 door de hoge overheid tegen betaling van eenmalig 1.200 gulden en een jaarlijkse recognitiecijns van drie gulden verkocht aan de heer van Asten.
Ook beargumenteerde hij dat de boekweitcultuur niet mocht worden beschouwd als het in (blijvende) cultuur brengen van de zogeheten woeste gronden.[1]

Afkoop in 1875

De wet van 12 februari 1872 maakte het mogelijk dat de grondbezitters de tiendplicht konden afkopen. In 1875 maakten eigenaren van de gronden die deel uitmaakten van de tiendklampen genaamd de Vloeiakker, de Meitakker, de Grote Middelklamp, de Hanenberg, de Vreekwijkse Middelklamp en tiendklamp de Vreekwijkse Heide- of Buitenklampen, van dat recht gebruik. Zij verenigden zich tot een vennootschap waarvan burgemeester Pieter Antonius van de Mortel, gemeentesecretaris Joseph Louis Janssens, wethouder Willem Arnoldus Goossens en de raadsleden Martinus van den Boomen, Gabriël Frederik de Martines en Francis Meulendijks het bestuur vormden en belast werden met de praktische uitvoering. Op 20 februari 1875 passeerde voor notaris Carel Lodewijk van Riet de oprichtingsakte. Dat het een gebeurtenis was die voor Deurne van groot belang was, blijkt wel uit de hieronder genoemde personen, daar daarbij betrokken waren.

Zij verplichtten zich om hun tienden in natura in te brengen om met de opbrengst daarvan en met te lenen kapitaal de afkoopsom te betalen.

Lijst van personen die betrokken waren bij de afkoop van hun tiendplicht in 1875.

  1. Johannes Bankers
  2. Johannes van Bommel
  3. Willem Huijbers
  4. Theodorus van Tilburg
  5. Johannes van den Berkmortel
  6. Andries van den Berkmortel
  7. Martinus van Berlo
  8. Jan Willem van Gog
  9. Jan Mathias van den Berkmortel
  10. Martinus Martens
  11. Martinus Goossens
  12. Francis Nooijen
  13. Johannes Kuijpers
  14. Lucas van Gog
  15. Willem van de Mortel
  16. Pieter Meulendijks
  17. Johannes van de Mortel Johanneszoon
  18. Pieter Johannes Truijen
  19. Martinus van de Mortel
  20. Wilhelmus Wouters
  21. Petrus Alphonsus Sauvé
  22. Antonius Wilhelmus Bernardus van Baars
  23. Jan Willem Laurense
  24. Jan Busscher
  25. Hendrik Melgers
  26. Jan Mathijs Goossens
  27. Willem Arnoldus Goossens
  28. Andries Wouters
  29. Hendricus Theodorus Alouisius van Baar
  30. Willem Nooijen Johanneszoon
  31. Joost Cornelissen
  32. Francis van Horik
  33. Hendrik van de Kerkhof Goordzoon
  34. Martinus van den Berkmortel
  35. Johannes van de Kerkhof Franciszoon
  36. Antoon Aarts
  37. Hendrik Bouwmans
  38. Pieter van Bommel
  39. Johannes Sleegers
  40. Christiaan Bouwmans
  41. Jan Bertrams
  42. Hendrik Goossens Evertzoon
  43. Dirk Jegerings
  44. Arnoldus Verhees
  45. Pieter Rakels
  46. Petrus Nooijen
  47. Adriaan van de Mortel
  48. Hendrik Adriaans
  49. Hendrik Munsters
  50. Goord van Kol
  51. Willem van Dinther
  52. Daniël van Lierop
  53. Jan Verstappen
  54. Francis Verbeek
  55. Johannes Roijakkers
  56. Pieter van den Eijnden
  57. Jan Dirks
  58. Johannes Beijers
  59. Pieter Munsters Janzoon
  60. Antonij Evers
  61. Hendrik Evers Hendrikzoon
  62. Willem Verhulst
  63. Hendrik Heezemans
  64. Jan Munsters
  65. Antoon Meulendijks
  66. Francis Munsters
  67. Hendrik Joosten
  68. Hendrik Geven
  69. Francis Jacobs
  70. Jan van den Heuvel
  71. Johannes van Neerven
  72. Theodorus van Heugten
  73. Mathijs van Bommel
  74. Jacobus van Bommel
  75. Martinus Bankers
  76. Jan Aarts
  77. Hendrik Bankers
  78. Adriaan van Weerde
  79. Jan Kanters
  80. Peter van Hoof
  81. Hendrik Kuunders
  82. Willem Kuunders
  83. Johanna Kuijpers, weduwe Arnoldus Roijens
  84. Johannes van den Eijnden
  85. Peter Aarts
  86. Antoon Jacobs
  87. Francis Aarts
  88. Johannes Aarts
  89. Simon Verstappen
  90. Johannes de Groot
  91. Martinus Aarts
  92. Willem Brouwers
  93. Marten Kuijpers
  94. Mathijs Meulendijks
  95. Peter Meulendijks
  96. Martinus van den Boomen
  97. Wilbrordus van den Boomen
  98. Theodorus van den Boomen
  99. Hendrik Timmermans
  100. Martinus Aldenzee, uit eigen hoofde en als lasthebber van Theodorus Aldenzee
  101. Evert van Gog, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Catharina van de Beek, weduwe Francis van den Eijnden
  102. Andries van Gog, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Willem Nooijen
  103. Lourens van Dijk, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Thomas Manders
  104. Gabriël Frederik de Martines, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Evert Bertrams en Johanna Bertrams
  105. Johannes van den Heuvel, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Adriaan van Gestel en Jan Heezemans
  106. Antonij van Bommel, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Martinus van Bommel
  107. Jan Lammers de zoon, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Jan Lammers de vader, Pieters Lammers en Lambert Verhoeven
  108. Gerrit Aarts, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Maria Manders, weduwe Jan Willem Heezemans
  109. Hendrik Lammers, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Johannes Janssen en Hendrina van den Eijnden, weduwe Pieter van den Heuvel
  110. Martinus Lammers, als gemachtigde van Francis Lammers
  111. Thomas Adriaans, als gemachtigde van Pieter Adriaans
  112. Johannes Seijkens, als gemachtigde van Joseph Seijkens
  113. Theodorus Janssen, als gemachtigde van Jan Koolen
  114. Andries Brouwers, als gemachtigde van Jan Seijkens
  115. Johannes van de Kerkhof, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Johanna van Doorne en Peter van de Kerkhof
  116. Arnoldus van de Kerkhof, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Francis van de Kerkhof en Jacobus van de Kerkhof
  117. Antonij Smits, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Ludovicus Smits
  118. Hendrik Wijnans, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Martinus Wijnans
  119. Hendrik Goossens, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Jan Goossens, Marianna Goossens en Maria Goossens
  120. Antoon Jacobs, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Hendrik Jacobs, Martinus Jacobs, Johanna Jacobs en Petronella Jacobs
  121. Johannes Aarts, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Johanna Aarts, Hendrina Aarts en Pieter van den Heuvel
  122. Antoon van Bommel, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Martinus van Lieshout en Theodorus van Bommel
  123. Francis van de Mortel, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Pieter van de Mortel, Johanna van de Mortel, Christina van de Mortel, Maria van de Mortel en Hendrica van de Mortel
  124. Joseph Louis Janssens, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Marianna Goossens, weduwe Wouter Antonius Janssens
  125. Francis van de Ven, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Catharina van de Ven
  126. Hendrik van Horik, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Jacobus van de Mortel, Maria van Horik, Jan van Horik, Jacoba van Horik, Andries van Horik en Antonius van Horik
  127. Gerard Coolen
  128. Arnoldus van Hombergh, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Antonij van Hombergh, Hendrik van Hombergh, Eimericus van Hombergh, Helena Maria van Hombergh, Elisabeth van Hombergh, Catharina van Hombergh en Johanna van Hombergh,
  129. Hermanus Joosten, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Catharina Joosten,
  130. Pieter Adriaans, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Hendrina van den Heuvel, Johannes Adriaans, Jacobus Adriaans en Catharina Adriaans
  131. Francis Meulendijks, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Wilhelmina Verhaag
  132. Lourens van den Heuvel, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Catharina Jacobs, Petronella Smits en Maria Smits
  133. Godefriedus Evers, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Helena Aarts
  134. Hendrik van den Berkmortel, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Allegonda van den Berkmortel,
  135. Jan Weerts, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Maria Verstappen, Hendrik Weerts, Johanna Weerts, Hendrina Weerts en Francis van den Berg
  136. Cornelis Manders, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Johannes Manders en Hendrica Corstiaans
  137. Antonij Manders, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Simon Manders en Hendrina Manders
  138. Willem van der Zanden, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Pieter Keunen
  139. Gerard de Louw, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Hendrik de Louw en Wilhelmus Verbakel gehuwd met Maria de Louw
  140. Hendrik Manders, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Petronella Munsters
  141. Martinus Manders, als gemachtigde van Johanna Maria Verstappen, Pieter Munsters, Hendrik Munsters, Helena Munsters, Francisca Munsters en Elisabeth Munsters
  142. Andries Koolen, als gemachtigde van Johannes Munsters
  143. Jan van Lierop, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Johannes Adriaans en Hendrik Kortooms
  144. Leonard van Wetten, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Wilhelmina Manders, Francis van Wetten en Arnoldus van Wetten
  145. Johannes Lammers, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Godefriedus Lammers, Martinus Lammers, Francis Lammers, Jan Lammers, Peter Lammers en Marianna Lammers
  146. Martinus van Bommel, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Allegonda van den Berkmortel, Peter van Bommel, Hendrina van Bommel en Maria van Bommel
  147. Martinus Seijkens, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Hendrina Kuunders, Hendrik van Bommel, Pieter van Bommel en Johanna van Bommel
  148. Jan Willem Michels, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Antonij Michels
  149. Arnoldus Jacobs, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Martinus Jacobs en Maria Jacobs
  150. Johannes van der Zanden, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Leonardus van der Zanden, Francis van der Zanden, Johanna van der Zanden en Maria van der Zanden,
  151. Francis Claus, als gemachtigde van Nicolaas Claus
  152. Martinus Kuunders, als gemachtigde van Maria van Haandel
  153. Jan Kuijpers, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Maria Goossens weduwe Peter de Veth
  154. Bernardus van Rijt, als gemachtigde van Antonij van Rijt en Maria van Rijt

    Voorschreven comparanten en hun lastgevers zijn alle grondeigenaren, wonende te Deurne

  155. Francis Althuizen, veldwachter, wonende te Deurne, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Johanna de Veth, grondeigenares, wonende te Deurne, Antonij de Veth, koopman, wonende te Helmond, Pieter Elzing, rijksambtenaar, wonende te Sint Oedenrode en Pieter van de Nieuwenhof, grondeigenaar, wonende te Gemert
  156. Johannes Goossens Antonijzoon, grondeigenaar, wonende te Deurne, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Anna Catharina Goossens, grondeigenares, wonende te Deurne, Hendrik Leenen, fabrikant, wonende te Asten, Johannes Adrianus Lenders, Marianna Lenders en Petrus Lenders, allen grondeigenaren, wonende te Meijel.
  157. Pieter Antonius van de Mortel, burgemeester, wonende te Deurne, uit eigen hoofde en als gemachtigde van Peter Gregorius van de Mortel en Helena Maria van de Mortel, grondeigenaren, wonende te Deurne en Jacobus Hubertus Spoorenbergh, koopman, wonende te Helmond
  158. Theodorus Franssen, landbouwer, wonende te Vlierden, als gemachtigde van jonkheer ridder Ferdinand Jacob de Maurissens grondeigenaar, wonende te Reuver, gemeente Beesel, Vrouwe Susanna Soulier douairière van jonkheer ridder Alexander Ignatius de Maurissens, grondeigenaresse, wonende te Eindhoven, jonkvrouwe Ernestina Allegonda de Maurissens, jonkvrouwe Johanna Theresia de Maurissens, beide laatste grondeigenaressen wonende te Vlierden, jonkheer Edmundus Henricus Josepha Ghislaina de Maurissens, Jonkheer Eduardus Carolus Louisa Ghislaina de Maurissens, jonkvrouwe Hedwige Maria Louisa Ghislaina de Maurissens, jonkvrouwe Edelina Maria Catharina Ghislaina de Maurissens en jonkvrouwe Eugenia Maria Christina Ghislaina de Maurissens, de vijf laatstgenoemde grondeigenaren, wonende te Thienen.
  159. Martinus Maas, landbouwer, wonende te Vlierden, als gemachtigde van Hendrik Maas, grondeigenaar, wonende te Vlierden.


Bronnen, noten en/of referenties
  1. Het betoog is online te lezen in het Kamerstuk Tweede Kamer 1861-1862 kamerstuknummer LXXI ondernummer 2 - Inlichtingen op het adres van J. M. Peereboom enz. op de website Staten-Generaal digitaal.