Hendricus Goossens (1815-1888)
| Hendricus Goossens | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Hendricus Goossens | |
| Roepnaam | Hendrik | |
| Geboorteplaats | Deurne | |
| Geboortedatum | 19 april 1815 | |
| Overl.plaats | Deurne | |
| Overl.datum | 4 juni 1888 | |
| Partner(s) | Joanna Maria van Rijt (1821-1894) | |
| Beroep(en) | landbouwer | |
Hendricus (Hendrik) Goossens (1815-1888) was landbouwer aan de Lagekerk, Derp B.37 en Stationsstraat A.430 in Deurne.
Hendrik was een zoon van Everardus Goossens (1776-1844) en Petronilla Noijen (1781-1844).
Hij huwde op 21 februari 1857 in Deurne met Joanna Maria van Rijt, (Deurne 2 mei 1821 - Deurne 12 januari 1894), dochter van Jacobus van Rijt (1775-1832) en Henrica van Bommel (1790-1870).
Dit huwelijk bleef kinderloos.
Huizen[bewerken | brontekst bewerken]
Lagekerk 6[bewerken | brontekst bewerken]
Op 26 maart en 2 april 1873 kocht hij bij een veiling in opdracht van de erfgenamen van de huisschilder Johannes van de Mortel voor 730 gulden diens huis aan de Lagekerk met daarbij 827 m² grond, kadastraal sectie F4 en F5. Waarschijnlijk stond dit huis op het perceel waarop vóór 1800 de schuurkerk stond.[1] Het huis van de weduwe aan de Lagekerk werd op 31 januari (provisioneel) en 14 februari 1894 (definitief), enkele weken na haar overlijden, geveild in opdracht van haar zwager de Liesselse landbouwer Hendrik Jacobs. Voor 895 gulden werd de koopman Petrus Johannes Borsten de nieuwe eigenaar.[2]
Liesselseweg 101[bewerken | brontekst bewerken]
In 1866 bouwde hij een boerderij op een perceel, kadastraal bekend als E 152, waar de Peelstraat uitkwam op de Liesselsedijk. Het huis kreeg later als adres Liesselseweg 101. Deze boerderij stond op het tracé van de huidige Liesselseweg, net ten zuiden van de spoorwegovergang, tegenover het tankstation. Deze boerderij kreeg als adres B.37. Zijn weduwe verkocht het geheel met 4.66.88 hectare grond op 17 mei 1892 voor 2.000 gulden aan Hendrik Vlemmix.
Overig[bewerken | brontekst bewerken]
Op 8 september 1873 liet Hendrik Goossens zijn testament opstellen en bepaalde daarin dat zijn echtgenote universeel erfgenaam van zijn nalatenschap was. Mocht zijn echtgenote eerder overlijden dan hij zelf dan moest zijn nalatenschap voor de ene helft worden genoten door zijn wettige erfgenamen en voor de andere helft die van zijn echtgenote. Daags daarop maakte ook zijn vrouw haar testament.[3]
Hendrik was in februari 1875 een van de deelnemers in een maatschap die tot doel had om de tiendrechten af te kopen.
Op 23 februari 1876 kocht hij bij een openbare verkoop van de weduwe en kinderen van Francis Keijzers voor 120 gulden een perceel bouwland aan de molen, sectie E 153, groot 0.24.00 hectare.[4]
| Bronnen, noten en/of referenties |