Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Linnenindustrie: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(2 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
De '''linnenindustie''' floreerde in Deurne vroeger vooral als thuisweverij. | De '''linnenindustie''' floreerde in [[Deurne]] vroeger vooral als thuisweverij. | ||
Regel 8: | Regel 8: | ||
Rond 1807 stonden 21 wevers en vier weversknechten geregistreerd in Deurne. Het schijnt dat hier voornamelijk linnen werd geweven en bijna uitsluitend in opdracht voor Helmond, dat weer werkte voor de grote handelshuizen in Vlaanderen en Holland. | Rond 1807 stonden 21 wevers en vier weversknechten geregistreerd in Deurne. Het schijnt dat hier voornamelijk linnen werd geweven en bijna uitsluitend in opdracht voor Helmond, dat weer werkte voor de grote handelshuizen in Vlaanderen en Holland. | ||
Het Deurnese linnen en pellen moet zelfs een goede reputatie gehad hebben tot in het buitenland. Aanvankelijk gingen de voortbrengselen van onze huisindustrie via Helmond naar Antwerpen, geruime tijd de grootste en voornaamste havenstad van Europa. Helmond had toen niet minder dan 700 getouwen in bedrijf. De | Het Deurnese linnen en pellen moet zelfs een goede reputatie gehad hebben tot in het buitenland. Aanvankelijk gingen de voortbrengselen van onze huisindustrie via Helmond naar Antwerpen, geruime tijd de grootste en voornaamste havenstad van Europa. Helmond had toen niet minder dan 700 getouwen in bedrijf. De ''Tachtigjarige Oorlog'' bracht daar evenwel verandering in en werd Haarlem na de val van Antwerpen en ’s-Hertogenbosch de grote afnemer. Een aantal Meierijse wevers vestigde zich toen in Holland. | ||
Ook in Deurne hebben verscheidene kleine linnenfabriekjes bestaan. Aan het begin van de 19e eeuw bestond in Deurne de [[damast- en pellenweverij]] van [[Jan Willem van de Mortel (1751-1840)|Jan-Willem van de Mortel]], die vijf knechten aan het werk had. Daarnaast was er nog een bedrijfje gevestigd in de voormalige pastorie [[Landzicht (Stationsstraat)|Landzicht]]. In 1723 zag het er even naar uit, dat de Haarlemse linnenfabrikant Cornelis Ingenham (gedoopt in de gereformeerde gemeente op 17 november 1723 te Deurne) zich in Deurne zou vestigen en de raad deed er ook heel wat moeite voor om hem hier te krijgen, maar uiteindelijk vestigde hij zich als fabrikant en koopman in Helmond. | |||
{{appendix|2= | |||
* [[Hendrik Nicolaas Ouwerling (1861-1932)|H.N. Ouwerling]] - [[Geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden]] bladzijden 181-182. | |||
{{references}} | |||
}} | |||
[[categorie:textielfabriek| ]] | [[categorie:textielfabriek| ]] |
Huidige versie van 30 mei 2016 om 10:11
De linnenindustie floreerde in Deurne vroeger vooral als thuisweverij.
Vroeger moesten de boerenzonen, die op het ouderlijke bedrijfje te veel waren op een ander terrein werk vinden en gewoonlijk ook een bestaan opbouwen. Zij vonden vaak bezigheid in de linnenindustrie als thuiswerkers. Tot op het einde van de 19e eeuw waren er hier boeren die tevens wever waren. Daarnaast waren er in Deurne eeuwenlang mensen, die zich uitsluitend met het weven bezighielden.
In 1760 telde men een kleine vijftig wevers, waarvan de meeste in het Haageind (5), het Kerkeind (24) en het Derp (14) woonden.
Rond 1807 stonden 21 wevers en vier weversknechten geregistreerd in Deurne. Het schijnt dat hier voornamelijk linnen werd geweven en bijna uitsluitend in opdracht voor Helmond, dat weer werkte voor de grote handelshuizen in Vlaanderen en Holland.
Het Deurnese linnen en pellen moet zelfs een goede reputatie gehad hebben tot in het buitenland. Aanvankelijk gingen de voortbrengselen van onze huisindustrie via Helmond naar Antwerpen, geruime tijd de grootste en voornaamste havenstad van Europa. Helmond had toen niet minder dan 700 getouwen in bedrijf. De Tachtigjarige Oorlog bracht daar evenwel verandering in en werd Haarlem na de val van Antwerpen en ’s-Hertogenbosch de grote afnemer. Een aantal Meierijse wevers vestigde zich toen in Holland.
Ook in Deurne hebben verscheidene kleine linnenfabriekjes bestaan. Aan het begin van de 19e eeuw bestond in Deurne de damast- en pellenweverij van Jan-Willem van de Mortel, die vijf knechten aan het werk had. Daarnaast was er nog een bedrijfje gevestigd in de voormalige pastorie Landzicht. In 1723 zag het er even naar uit, dat de Haarlemse linnenfabrikant Cornelis Ingenham (gedoopt in de gereformeerde gemeente op 17 november 1723 te Deurne) zich in Deurne zou vestigen en de raad deed er ook heel wat moeite voor om hem hier te krijgen, maar uiteindelijk vestigde hij zich als fabrikant en koopman in Helmond.
Bronnen, noten en/of referenties
|