Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Woonwagenkamp De Zandschel

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De woonwagen van Toon Barends
Bezig met het laden van de kaart...

Het woonwagenkamp De Zandschel aan de Langstraat was tenminste vanaf 1933 als zodanig in gebruik op een perceel heide, dat eigendom was van de gemeente.


In een brief van 19 juli 1933 maakte opzichter Johannes Bellemakers van de Heidemij melding van drie putringen van 1 meter x 1 meter diameter, die met de veentram moesten worden aangevoerd voor gebruik bij het woonwagenkamp.[1]Rond die tijd had de raad een excursie gemaakt naar de Peel en een bepaald terrein op de Zandschel aangewezen als ideaal voor een woonwagenkamp. Toen op 17 augustus het woonwagenbesluit formeel door de raad werd vastgesteld, zaten de putringen al in de grond. Er was in de raadsvergadering nog wel enige discussie over de vraag of het Zandschel of Zandschil moest zijn, die werd gesloten met een opmerking van de voorzitter dat schel in elk geval goed Brabants is.

Ook in de raadsvergadering van 29 oktober 1940 werd deze plek, een perceel van 1.330 m², kadastraal sectie H 5602, formeel aangeduid als woonwagenkamp. Rond 1966 werd het perceel verkleind tot 1.000 m² en kreeg het kadastraal sectie H 6895, nog steeds met bestemming woonwagenkamp. Tegenwoordig is het perceel als landbouwgrond in gebruik is.

Ook op het Venrayse gedeelte van de Langstraat was rond 1957 een woonwagenkamp.[2] In genoemd jaar was er in ieder geval nog een kamp als zodanig in gebruik toen er in augustus een ernstige verkeersongeval met vier zwaargewonden ongeveer ter hoogte van het kamp op de Langstraat plaatsvond.[3]

Dat ook lang voor 1933 al woonwagenbewoners neerstreken in de omgeving van de Langstraat blijkt wel uit onderstaand ingezonden stuk in De Zuid-Willemsvaart:

Mr. de Redacteur.
Beleefd verzoek ik plaatsing voor onderstaande regels. Men vraagt zich momenteel reeds af — en misschien niet ten onrechte — of onze tegenwoordige raadsleden zoo georiënteerd zijn in gemeentezaken, dat ze niet weten, als ze ja knikken of neen schudden, waarover het gaat. De jongste raadsvergadering biedt ons daarvan het dubbele bewijs. Een voorstel Wijnen om loonsverhooging wordt door meerdere raadsleden gesteund tegen een ander voorstel van B. en W. in. Onmiddellijk daarna wordt het voorstel van B. en W. (geen verhooging) in stemming gebracht en met alle stemmen (behalve Wijnen) aangenomen. Het door zeer velen zoo lang gewenschte woonwagenkamp, waarop jaren lang door verschillende raadsleden in ontelbare vergaderingen is aangedrongen, doch welk onderwerp telkens stuitte op het feit dat nóch Voorzitter, noch Raad een kamp wilde of durfde aanwijzen, ditzelfde onderwerp kwam in de jongste raadsvergadering andermaal ter sprake en scheen eindelijk opgelost, daar de Voorz. nu ongevraagd een woonwagenkamp aanwees. Het urgente voorstel wordt in stemming gebracht en verworpen met 10 tegen 5 stemmen! De minder aangename gevolgen van laatstgenoemd besluit zijn reeds merkbaar. Althans dat nomaden-volk schijnt zich al te verbeelden, dat het daardoor een soort autoritair recht in onze gemeente verkregen heeft. Volgens ooggetuigen drijven die ongewenschte gasten de vrijheid reeds zoover, dat ze, met eenige wagens aan de Langstraat alhier vertoevende, Donderdag l.l. met eenige zakken en Zondag met een kar gras van het Riet kwamen en deze naar hunne wagens vervoerden.
Het mag wel een wonder genoemd worden dat onze ijverige politie zoo iets'nooit opmerkt; 't komt ons voor dat zulke feiten minstens zoo strafbaar en zoo strijdig met de Wet zijn als het afsnijden van één of twee wisschen (teenen), die nog geen halven cent waarde hebben, ofwel dat een boer op den als feestdag vervallen tweeden Paaschdag zich met een riek in het veld 'bevindt, of dat iemand zonder klemmen aan z'n broekspijpen durft te wielrijden. Dankend! voor de plaatsing, Deurne, 11 Mei, 1926 X.


Bronnen, noten en/of referenties
  1. Brievenboek Johannis Bellemakers 19 juli 1933
  2. Peter Vink maakte daarvan melding in zijn artikel Ik was op de Grotenberg in de Helmondse Courant van 9 februari 1957 in zijn rubriek Zwerftochten door de Peel.
  3. Helmondse Courant van 1 augustus 1957 - collectie Hans van Dreumel