Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Wiemel 20

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Onder de letters -me- van Wiemel herkennen we het dubbele blok Wiemel 14-16, en rechts daarvan de twee andere huisjes met wie Wiemel 14-16 uit het bouwproject van 1838 voortkwamen, later aangeduid als Wiemel 20.
Direct na de moord op Pietje Munsters werd deze foto van het interieur van de grote westelijke woning genomen. Op de grond is nog de plas bloed zichtbaar.
Het pand van Nol van der Zanden en Maria Berkelmans met aanduidingen.
Foto: collectie Anja Tabor-Knol
Situatieschets rond de plaats van het delict. Bewerkt naar het origineel dat zich bij de processtukken in Den Bosch bevindt.
Rechts in beeld nog het dubbele huis van Wiemel 20, met direct daarnaast het huis dat pas eind 2008 werd afgebroken.
Op de achtergrond zijn de twee huizen De Wever 20 en De Wever 16 heel goed zichtbaar.
Na de nieuwbouw van rond 1960. Vóór De Martinet zien we links het oude blok met De Wever 22-24, daarna de vrijstaande huizen De Wever 20 en De Wever 16.

Wiemel 20 is een voormalig adres in Deurne. Het was ooit een blok van twee huizen, en later één pand, en moet gezocht worden ter plaatse van het huidige pand De Wever 20.


Wiemel 20 komt voort uit een bouwproject op het bouwland van diverse Deurnenaren in 1838. Toen werd een viertal huizen opgeleverd, te weten de latere adressen Wiemel 14-16 en een dubbel woonhuis ten oosten daarvan (later Wiemel 20), in totaal 4 woningen dus. Deze percelen kregen de nummers E 1030, E 1033, E 1036 en E 1037 mee. De nummers E 1031, E 1032, E 1034, E 1035 en E 1038 waren de bijbehorende erven en tuinen.[1]

Na de bouw kwam het dubbele woonhuis E 1036-E 1037 in handen van Johannes van Dijk (1779-1852), bakker. Zijn zoon Joannes Wilhelmus van Dijk (1804-1875) cum suis was de vruchtgebruiker van diens bezittingen, inclusief van het huis C 668 elders in het dorp. Rond 1845 (dj. 1846) zou er bij het dubbele woonhuis nog een huis gebouwd zijn, alhoewel de kadastrale registratie daarover wat schimmig is. Mogelijk gaat de vermelding over het aflopen van de vrijdom van grondbelasting. Bij de boedelscheiding na de dood van vader in 1852 ging het bezit naar dochter Wilhelmina, vrouw van de huisschilder Martinus Berkelmans (1806-1855).[2]

Martinus, en later diens zoon Jan Willem Berkelmans (1840-1883), waren vruchtgebruikers van het bezit van hun vrouw resp. moeder. Rond 1870 (dj. 1871) werd het bezit van hun al lang overleden vrouw en moeder verdeeld.[3] Beide huizen kwamen in handen van Maria Berkelmans, samen met haar zussen Marianna en Johanna Maria. Het ooit zo omvangrijke bezit van Van Dijk was inmiddels verdund; de zussen bezaten alleen nog beide huizen en het aangrenzende bouwland E 1038. Rond 1881 (dj. 1882) werd bijgebouwd bij het westelijke van de twee huizen, die inmiddels als huisnummers A 205 en A 204a hadden gekregen. Kadastraal waren ze na de bijbouw bekend als E 1524 (eerder 1036) en E 1523 (eerder 1037). Het bouwland was nu tuin geworden, E 1525. Zo bleef het, tot de drie percelen rond 1924 (dj. 1925) verkocht werden.[4]

Het dubbele pand kende zoals aangegeven twee woningen, een grotere in het westen en een kleinere in het oosten. Het grotere huis werd bewoond door de familie Berkelmans. In 1914 had dit pand als adres A.302, bewoond door de kinderen van Martinus Berkelmans en daarna Maria Berkelmans. De eigenaren bewoonden het huis dus toen ook al zelf. We kennen het huis vooral van de Moord op Pietje Munsters in 1910. Maria Antonia Berkelmans (1839-1924) bewoonde toen het grotere huis na de dood van haar zus Maria, de kleinere woning werd bewoond door de goede moordenaar Arnoldus van der Zanden (1876-1950).

Voor het eerst in bijna 100 jaar raakten de huizen uit de handen van de familie van de eerste eigenaren. Koper was de winkelbediende Lambertus Johannes Janssen (1873-1955), die hier, op Korte Schoolstraat F.16, zelf ging wonen na zijn immigratie vanuit Oberhausen. Hij bezat de panden samen met koopman Francis Koppens (1878-1933). Vrijwel direct na de koop werd het bezit onder hen verdeeld. Janssen kreeg beide huizen en een stuk van de tuin voor 5/9, waarbij 8 andere personen, kinderen en schoonkinderen van Janssen, allemaal 1/18 bezaten.[5] In 1930 was het huisnummer A.187 en daarna Korte Schoolstraat F.16, zelf bewooond door Janssen.

Waarschijnlijk rond 1926 (dj. 1927) werd het huis E 1523, de vroegere woning van Nol van der Zanden, veranderd in een bergplaats, terwijl E 1524 als huis in gebruik bleef. Dat markeert dus het punt dat nog maar één van beide huizen bewoond was. Rond 1956 (dj. 1957), na de dood van Janssen, werd het bezit geveild. Inmiddels had de tuin als kadastrale aanduiding E 2181 gekregen.[6] Koper van de bergplaats en huis was Albertus Johannes Olde Scheper (1910), een koopman c.q. steenfabrikant die aan de Bakelsedijk woonde.[7] Vrijwel direct na de koop bracht hij de bezittingen in een N.V. onder.[8]

Dat was de Handel-Maatschappij Osbo, later een B.V. Huis, bergplaats en tuin werden hermeten en kregen als nieuwe kadastrale aanduiding L 978, met het adres Wiemel 20. Op dat moment werd het geheel als 'huis en tuin' omschreven. Rond 1959 (dj. 1960) verkocht Osbo het perceel, waarbij een klein deel naar het buurpand Wiemel 22 ging en de rest als bouwterrein beschikbaar kwam. In 1959 of 1960 moet het oude huis dus afgebroken zijn.[9] Rond 1960 (dj. 1961) werd door de nieuwe eigenaar, Maria Cornelia Clasina Janssen (1926), echtgenote van Leo Cornelia Smeulders, een nieuw huis met twee garages gebouwd. Het perceel had toen L 1194 als nieuwe aanduiding gekregen. Rond 1966 (dj. 1967) werd er een werkplaats bijgebouwd, en veranderde de kadastrale aanduiding naar L 1346. Ook rond 1967 (dj. 1968) werd er bijgebouwd. Later veranderde door verkoop van een rand van het perceel de aanduiding in L 2016. Het adres was toen inmiddels De Wever 20 geworden. Rond 1986 (dj. 1987) volgde tenslotte de finale verkoop.[10] Koper was de zoon van Smeulders met zijn vrouw, het echtpaar Smeulders-Lenssen. Zij kochten ook een garage in de onmiddellijke nabijheid van het huis.[11]

In 1977 woonde volgens het telefoonboek de genoemde L.C. Smeulders ook zelf op dit adres, terwijl in 1953/1955 de genoemde Janssen zelf het huis op F.16 bewoonde. Opvallend genoeg was er in 1914, 1930 en 1953/1955 ook nog een adres Wiemel 18 (eerder A.303, A.186 en Korte Schoolstraat F.15), achtereenvolgens bewoond door Johannes Gielen-van Doorn en Antonia/Antonetta van der Zanden), dat we wellicht op dat moment als onderdeel van het pand Wiemel 16 moeten beschouwen. Dat pand had korte tijd een dubbel huisnummer, blijkt uit de kadastrale administratie.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie E, nummer 13
  2. Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 157
  3. Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 1448
  4. Kadastrale leggers Deurne, reeks 1 en 3, artikel 2287
  5. Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 6001
  6. Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 6014
  7. Hij was afkomstig uit Gronau en was in 1941 in Helmond getrouwd met Helena Maria Smulders uit Roermond. Al in 1945 stierf zijn vrouw daar, de vader met een klein kind achterlatend. Zij woonden toen aan de Molenstraat in Helmond.
  8. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 8168
  9. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 8904
  10. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 9361
  11. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 9361