Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Thomas Werts (1834-1890)
Thomas Werts | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Thomas Werts | |
Geboorteplaats | Bakel-Milhheze | |
Geboortedatum | 6 februari 1834 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 6 mei 1890 | |
Partner(s) | Catharina van Dinter (1842-1931) | |
Beroep(en) | landbouwer | |
Bidprentje | vrouw |
Thomas Werts (Wertz) (1834-1890) uit Milheeze was vanaf 1885 landbouwer in Deurne aan de Langstraat.
Hij was een zoon van de landbouwer Thomas Werts (Bakel 1796-1872 Bakel) en Wilhelmina van Moorsel (Lierop 1799-1869 Bakel).
Thomas huwde op 10 januari 1873 in Bakel met Catharina van Dinter (van Dinther), (Bakel 29 november 1842 - Deurne 1 augustus 1931), dochter van Adrianus van Dinter (1809-1874) en Ida van de Mortel (1818-1898).
Dit huwelijk bleef kinderloos.
Zijn weduwe huwde op 4 april 1891 in Deurne met de weduwnaar Francis van Berlo (1842-1917)
Op 22 januari 1885 vestigden Thomas Werts en zijn vrouw zich in Deurne op het adres Langstraat A.104. later gewijzigd in A.106.
Gevecht met schot uit jachtgeweer[bewerken | brontekst bewerken]
Op 9 augustus 1886 ontmoette hij 's morgens om acht uur zijn zwager, de voormalige zoeaaf Martinus van Dint(h)er, met wie hij klaarblijkelijk een niet erg vriendschappelijke relatie had. Hij mishandelde Martinus en schoot hem met zijn dubbelloops jachtgeweer een schot hagel in zijn benen. Het schot werd gehoord door H. Dorstmans, die het slachtoffer later hevig bloedend aantrof, op zijn kar laadde en thuis bracht. De vrouw van Martinus, die op dat moment naar een kerkdienst was, trof rond half tien haar man thuis aan met meerdere hagelkorrels in beide benen, vooral het rechter. Van Dinter was meer dan drie weken niet in staat om te werken.
Op 4 januari 1887 moest Werts zich voor zijn vergrijp verantwoorden voor de rechtbank in Roermond. Daar verscheen naast Dorstmans ook de getuige J. Manders, die het gebeuren niet gezien had, maar wel het geweerschot had gehoord. De rechtbank veroordeelde Thomas tot acht maanden celstraf, verbeurdverklaring van het in beslag genomen het geweer en betaling van de gerechtskosten. [1]
Thomas ging in beroep bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch die de zaak op 2 maart 1887 behandelde. Deze rechtbank veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van 15 maanden.[2]
Dit was niet de eerste keer dat Thomas Werts met justitie in aanraking kwam. In januari 1876, toen hij nog in Milheeze woonde, werd hij ervan beschuldigd een hoeveelheid baggerturf van de Helmondse gebroeders Rooijakkers te hebben gestolen. De rechtbank in Eindhoven sprak hem op 26 september 1876 vrij wegens gebrek aan bewijs.[3]
Op 21 juli 1885 bracht hij na een licht vergrijp een dag in de gevangenis door.[4]
Bronnen, noten en/of referenties
|