Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Stationsgebouw van Deurne
Sinds de bouw in 1864 heeft het stationsgebouw van Deurne diverse veranderingen ondergaan waarbij het uiterlijk telkens aanzienlijk veranderde. In 1976 werd het 112 jaar oude gebouw gesloopt en verrees er op een andere plek een nieuw stationsgebouw. Het gebouw diende als treinstation voor treinreizigers uit Deurne en omgeving.
Locatie[bewerken | brontekst bewerken]In 1861 waren de plannen voor het definitieve tracé bekend. Op aandringen van het Deurnese gemeentebestuur werd de spoorlijn dichter naar de kom van het dorp verplaatst. In die tijd telde Deurne maar 4.128 zielen. Mede omdat de omliggende gemeenten Asten, Bakel en Vlierden een gezamenlijk potentieel kon bieden van 10.000 inwoners had het gemeentebestuur er alles aan gedaan om de treinen ook in Deurne te laten stoppen. Omtrent de plaats van het stationsgebouw heerste er enig verschil van mening tussen de spoorwegen en de gemeente Deurne en Liessel. De drie potentiële locaties waren:
Het gemeentebestuur was van mening dat het stationsgebouw in alle drie gevallen te ver van het centrum gelegen zou zijn. Hoewel niet helemaal naar de zin van het gemeentebestuur werd de navolgende locatie overeengekomen:
In dat gebied was in die tijd nog nauwelijks van enige bebouwing sprake. De gemeenteraad van Deurne en Liessel besloot op 7 februari 1866 voor het stationsgebouw een pleintje te creëren en de toegangsweg vanuit het centrum naar het station, 1.054 meter lang, te bestraten met mopklinkers. Gaandeweg ontstond er in het stationskwartier een kleine concentratie van winkeltjes. Op 1 oktober 1866 werd de spoorlijn, toen nog enkelspoor, Eindhoven-Venlo officieel in gebruik genomen. Het nieuwe stationsgebouw werd in 1976, circa 40 meter verderop richting Venlo, opgetrokken. |
|
1864-1892[bewerken | brontekst bewerken]In Deurne werd, evenals in Horst-Sevenum, Reuver en nog 35 andere plaatsen in Nederland, een stationsgebouw geplaatst dat in spoorwegtermen een haltegebouw genoemd werd. Het was een gebouw van het zogenaamde SS vijfde klasse en werd geopend op 10 oktober 1866. De bestekken hiervoor waren afkomstig van het ministerie van binnenlandse zaken afdeling Waterstaat en ontworpen door architect K.H. van Brederode. Het standaardstation SS vijfde klasse bestond uit een middendeel met twee korte maar hoge vleugels. Zowel het middendeel als de vleugels hadden een puntgevel. De beide vleugels sprongen aan de straatzijde enigszins en aan de perronzijde sterk terug. Op de eerste verdieping was een dienstwoning voor de stationschef. Van het oorspronkelijke stationsgebouw van Deurne, dat zo’n 26 jaar ongewijzigd dienst deed, zijn helaas tot op heden (nog) geen foto’s teruggevonden. | |
1892-1913[bewerken | brontekst bewerken]Het oorspronkelijke stationsgebouw van Deurne was slechts voorzien van één wachtkamer voor alle reizigers en de stationschef had maar een beperkte ruimte voor zijn bureau. In 1892 werd het stationsgebouw aan weerszijde met een lage vleugel uitgebreid. Na de verbouwing was er in de ene aangebouwde vleugel een wachtkamer voor de reizigers derde klas, en in de vleugel aan de zijde van de Vlierdense overweg een wachtkamer voor de eerste en tweede klas reizigers. De oorspronkelijke wachtkamer werd toen ingericht als werkruimte voor de stationschef. | |
1913-1965[bewerken | brontekst bewerken]Journalist en historicus H.N. Ouwerling was kennelijk niet zo bijster enthousiast over het Deurnese stationsgebouw. In zijn krant De Zuidwillemsvaart van september 1901 schreef hij onder meer:
en
Op 14 augustus 1912 verstrekte de gemeente Deurne en Liessel een vergunning voor het het uitbreiden van het stationsgebouw met twee slaapkamers, een gang en zolderverdieping, het verhogen van de muren van het middengedeelte en het maken van dakkapellen en kasten in het gebouw. Door deze verbouwing, die onder leiding van de gemeentearchitect Cor Roffelsen is uitgevoerd, werd de dienstwoning beter bewoonbaar voor de stationschef en zijn gezin. | |
1965-1976[bewerken | brontekst bewerken]De functie van stationschef kwam te vervallen toen de spoorwegen de rayons invoerde en de zaken in Deurne vanuit Eindhoven door een rayonchef lieten regelen. De boven de dienstvertrekken gelegen dienstwoning raakte daardoor zijn functie kwijt en het besluit viel om dit gedeelte van het gebouw te verwijderen. Wat overbleef was een nogal vreemd laag langwerpig gebouw dat in weinig opzichten meer deed denken aan het oorspronkelijke stationsgebouw. Leo van Ooij was de laatste stationschef en bewoner van het stationsgebouw. | |
1976-heden[bewerken | brontekst bewerken]Vooruitlopend op de bouw van een geheel nieuw stationsgebouw werd door de gemeente Deurne, ten koste van het Pastoor Roesplein, het Stationsplein aangelegd. Het pastoor Roes-monument kreeg een plaats midden op het nieuwe Stationsplein. Hotel Goossens werd afgebroken en enkele tientallen meters verderop verscheen een heel vernieuwd hotel. In 1976 werd, circa 39 meter verder richting Venlo, een nieuw standaard stationsgebouw van ir. C. Douma geopend.[1] Het stationsgebouw kwam tot stand door aannemer Nieuwenhuijzen uit Venlo. De totale bouwkosten waren circa 450.000 gulden. De Nederlandse Spoorwegen kregen hiervan een groot deel vergoed in de vorm van een DACW-subsidie (Dienst Aanvullende Cultuurtechnische Werken). Het gebouw werd op 13 februari 1976 officieel voor het publiek opengesteld en het staat nog steeds op die plek. Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]Op de lijst van objecten aan de spoorweg in de gemeente Deurne is meer gedetailleerd te zien welke objecten en (bij)gebouwen langs de spoorlijn op Deurnes grondgebied gesitueerd zijn/waren. De stationschefs waren tot circa 1965 verplicht met hun gezin boven het station te wonen zodat ze te allen tijde beschikbaar waren. De dienstwoning had het adres Station B.30c.
|