Henricus Joannes van Will (1905-1994)
Henricus Joannes (Harrie) van Will (1905-1994) was koetsier, chauffeur en beheerder in Liessel.
Harrie was een zoon van koetsier Wilhelmus Christianus van Will (Aarle-Rixtel 1870-1936 Helmond) en Maria van den Eijnde (Gemert 1872-1958 Helmond).
Hij huwde op 21 oktober 1939 in Helmond met Catharina Francisca (Toos) van Griensven, (Helmond 29 september 1913 - 26 september 1995), dochter van Petrus Hubertus van Griensven (Helmond 1874-1954 Helmond) en Francisca Johanna Donkers (Helmond 1875-1958 Helmond).
De volgende vier kinderen werden uit dit huwelijk geboren:
- Chris,
- Frans,
- Peter,
- Harrie.
Op 6-jarige leeftijd verhuisde het ouderlijk gezin van Veghel naar Helmond.
Na de lagere school werkte Harrie nog twee jaar op een katoenfabriek in Helmond, maar daarna kwam hij in dienst van de stalhouderij van Piet de Rooij. Hij werd koetsier, verzorgde de transporten en toen ook dit bedrijf overging tot de aanschaffing van gemotoriseerde voertuigen werd hij vrachtwagen- en taxichauffeur.
De mobilisatie in 1939 maakte een eind aan deze carrière. De oorlog brak uit, Harrie moest in dienst en kwam terecht in een krijgsgevangenenkamp. Sinds hij als militair werd opgeroepen is hij nooit meer uit dienst van de overheid geweest, want op 14 september 1945 kreeg hij werk bij de Dienst Directie Arbeidsvoorziening als beheerder van werkkampen.
Hij startte als kampbeheerder in Blerick, werd tijdens de watersnoodramp in Zeeland overgeplaatst naar Kruiningen, kwam terug naar Venlo, weer terug naar plaatsen als Aagterkerke, Hansweert en opnieuw Blerick.
Toen hij 59 jaar was geworden volgde zijn laatste overplaatsing. Hij werd benoemd tot beheerder, kok en kantinebeheerder van het oefenkamp Zuid in Helenaveen. Als zodanig ging hij in 1970 met pensioen, verhuisde naar een nieuwe huurwoning in de Nieuwstraat in Liessel, maar bleef om nog wat omhanden te hebben samen met zijn echtgenote de kantine van dit kamp beheren.
Bij zijn definitieve afscheid werd Harrie door de koningin onderscheiden met de zilveren eremedaille verbonden aan de Orde van Oranje Nassau. Bij die gelegenheid omschreven zijn vroegere superieuren hem als een sociaal werker, een jeugdherbergvader, een goed psycholoog en bovenal een fijn mens. In zijn loopbaan werd hij eerder al door het ministerie van Verkeer en Waterstaat benoemd tot ere-instructeur van oefenkampen.
Harrie werd op 5 oktober 1981 benoemd tot erelid van RKSV Liessel, daarnaast was hij lid van de veteranen van deze vereniging, lid van KBO afdeling Liessel en commissaris van harmonie Sint-Cecilia.