Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Hendricus Johannes van de Westerlo (1908-2009)
Hendricus Johannes (Driek) van de Westerlo (1908-2009) dreef in het pand aan de Sint Jozefstraat 49 tot op 97-jarige leeftijd een winkeltje in huishoudelijke artikelen en borstels.
Familie en gezin[bewerken | brontekst bewerken]
Driek was een zoon van Johannes van de Westerlo (1865-1948) en Johanna Maria de Smit (Asten 1868-1945 Deurne).
Hij huwde op 24 april 1935 te Bakel met Johanna van den Heuvel, (Bakel 6 januari 1912 - Deurne 5 september 1983), dochter van Gerardus van den Heuvel (Gemert 1885-1972 Bakel) en Martha Reijnders (Bakel 1888-1960 Deurne).
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren;
- Johanna Martina (Annie), (Deurne 5 juni 1937). Zij huwde met Antonius Karel (Toon) Kusters (1933-2009).
- Gerardus Martinus (Gerrit), (Deurne 19 april 1940 - 7 augustus 2018). Hij huwde met Carla Boerenkamp (1946-2019).
- Tiny. Hij huwde met Jo Thielen (1943).
- Henri. Hij huwde met Gerrie Munsters (1946).
Woonhuis[bewerken | brontekst bewerken]
Ter hoogte van het huidige adres Heieindseweg 8 woonde hij met zijn grote ouderlijke gezin aan het Heieind.
Op Heieindseweg 10 woonde zijn kinderloze oom Piet en daarnaast weer de familie Nouwen. Verder woonden er toen in deze buurt de familie Van Bree, Verhagen, den Huvender met 5 koeien. Het Heieind was een groot heidegebied met wat bos, dat zich uitstrekte tot aan de huidige kerk. In die tijd waren er Deurnenaren genoeg die de huizen op het Heieind niet wisten te liggen. Over diverse beken en lopen kon men er vaak, weliswaar via wat klunen, schaatsen tot aan het Derp. Volgens Driek waren de winters toen veel kouder.
Arbeid[bewerken | brontekst bewerken]
De kost werd onder meer verdiend in de steenfabriek, het strokoord- en strohulzenfabriek Lohe (nu rijwielzaak Manders aan de Stationsstraat) waar redelijk werd verdiend, als turfsteker of als ontginner van heidegrond. Driek had daarnaast nog geiten, hield bijen, was stroper, verkocht huishoudelijke artikelen, bezems enz. en bracht kranten rond. Het leemgraven gebeurde met speciale spiekers. Hub van Doorne wist voor tientallen leemwinners, allen mensen uit regio Deurne, onder wie Driek, een speciale Ausweis te regelen waarmee voorkomen werd dat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Duitsland moesten gaan werken.
Ouderlijk huis[bewerken | brontekst bewerken]
Van het ouderlijk huis op het Heieind waren de raampjes en deur op het zuiden gericht. Het had een strooien dak en één meter hoge zijmuren. Het werd gekocht voor 400 gulden, met een bunder heidegrond (deze werd tussentijds per voor ontgonnen). Men sliep 's nachts bij een open vuur en aan de haal hing altijd wel een ketel water of kookte moeder snert. Men sliep op zakken met kaf van eve (een soort haver). Het voordeel was dat de zaadjes daarvan minder stekelig waren dan die van haver.
Waterput[bewerken | brontekst bewerken]
Tussen de huizen van de Van de Westerlo’s werd op een zomerdag een put gegraven. Op die plek was een spring waar meestal water stond. Men maakte er trapsgewijs een gat tot 3 meter diepte.
Vervolgens maakte de timmerman een ronde eiken bodem. Hierop werden extra grote turven gelegd van grauwveen. Tussen iedere turflaag kwam een laagje zand.
We hadden toen al Bavaria, volgens Driek, hartstikke zuiver bruin water, dat voor het drinken niet werd gekookt. Als de put in een warme zomer droog stond, dan werd er water gehaald uit een naburig ven.
Stropen[bewerken | brontekst bewerken]
Van de ongeveer elf gezinnen van het Heieind stroopten er acht, waaronder Van de Kerkhof, Van der Horst en Willem en Driek van de Westerlo. Het geschoten wild werd verkocht aan de poelier Bet of Bep (Kwek) van Horsen. Deze op zijn beurt ging er een keer per week mee naar Venlo markt.
Volgens Driek moest een geweer "branden", d.w.z. het afschot moest geen groot gat worden, door de hagel veroorzaakt. Dit werd nagegaan door de hagel vanaf 30 meter op een plank te schieten en de inslag te bekijken of het hoekig en plat uiteen was geslagen.[1]
Stoppen met de winkel[bewerken | brontekst bewerken]
Driek woonde al van vóór de oorlog in een typisch huis aan de Sint Jozefstraat 49 waarin een winkeltje met allerlei huishoudelijke artikelen was. Het huis huurde hij van Jan Munsters.
Ondanks dat hij aangaf met de komst van de euro te stoppen bleef zijn uitverkoop maar duren omdat hij de voorraad toch steeds weer aanvulde. Bij een val over een van z'n bezems brak hij zijn heup en moest noodgedwongen door een opname in het verpleegtehuis met zijn nering stoppen. Hij heeft de mooie leeftijd van 100 jaar vol mogen maken.
Bronnen, noten en/of referenties
|