Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Vreemdelingen in Deurne

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
(Doorverwezen vanaf Deurnese immigranten)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

In de loop der eeuwen hebben zich talloze vreemdelingen in Deurne gevestigd.

Definitie[bewerken | brontekst bewerken]

Het begrip vreemdeling is natuurlijk voor velerlei uitleg vatbaar. In de tijd voordat de landen bestonden zoals we ze nu kennen kon iemand uit een aangrenzend gewest (Gelderland, Pruissen) al een vreemdeling zijn. Niet iedere nieuwkomer werd bovendien als vreemdeling gezien.

vóór 1800[bewerken | brontekst bewerken]

Vóór de negentiende eeuw hebben we over het algemeen te maken met vreemdelingen die als individu naar Deurne kwamen. We denken dan bijvoorbeeld aan de familie Lutters uit het hertogdom Gulik. Ook vele ambtsdragers, zoals (kasteel)heren (families Van Leeffdael, Sulyard, Coijmans, familie De Smeth), schouten (Otto de Visschere, Louis Caesteker, Antonie La Forme (1683-1775), Lodewijk Wijchel (1725-1798)) en dominees, waren geen autochtone Deurnenaren of zelfs maar geboortig in Brabant. De familie Martinet stamde zelfs af van vluchtelingen uit Frankrijk. Van Franse herkomst waren eveneens de families d'Aumerie en De Maurissens. Een opvallende groep immigranten waren militairen, zoals de familie De Girard de Mielet van Coehoorn, afstammelingen van Victor de Girard de Mielet uit Frankrijk en Aldegonda Petronella van Coehoorn, die te Deurne woonden.[1]

Ook ambachtslieden deden Deurne aan op hun internationale reizen. Engelbert, Joost en Anna Maria Guij kwamen in de vroege achttiende eeuw vanuit de omgeving van Keulen naar Deurne. De eerste trouwde met een dame uit Mechelen, de tweede met een Deurnese. Joannes Lambertus Honings (1774-1854) kwam uit het Gulikse dorp Höngen en trouwde met een Deurnese dame met gemengd Deurnes-Gelderse wortels.

Negentiende eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

In de negentiende eeuw kwamen er heel andere migraties op gang. Zo vestigden vele protestanten, gesteund door de Maatschappij van Welstandm zich in onze contreien. De families Huizing, Rijken en Nelemans zijn goed voorbeelden. Soms kwamen ook katholieken uit andere streken zonder aanwijsbare reden naar Brabant, zoals de familie De Corte.

Een belangrijke reden voor immigratie in de negentiende en vroege twintigste eeuw was bovendien de ontwikkeling van de veenderij Helenaveen en het latere tuinbouwgebied hier. Onder meer protestantse families uit Drenthe, Overijssel, Gelderland en Utrecht (zoals Van Esselveldt, Van de Bovenkamp, Buis, Tabor, Ugen, Schonewille, Spang en Derks) en katholieke families uit de omgeving van Appeltern en uit Zuid-Holland (zoals Van Mullekom, Van Teeffelen en Van der Werf) kwamen naar dat dorp. Anderzijds vertrokken juist ook veel Deurnenaren naar veengebieden elders, zoals in Noord-Duitsland, Engeland en Schotland.

Aan het eind van de negentiende eeuw kreeg Deurne haar eerste 'allochtone' burgemeester (van buiten de eigen regio), in de persoon van Klaas Laan (1862-1932) uit het West-Brabantse Putte. Hij was gehuwd met een dame met Antwerpse wortels. In de negentiende eeuw waren er ook talrijke dominees van buiten, zoals Wibrandus Gerardus Reddingius (1841-1875) uit Friesland.

1900-1945[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen Belgische vluchtelingen naar Deurne, waarvan een enkeling zich hier blijvend vestigde. Tijdens die oorlog vestigden zich een miljoen vluchtelingen op zes miljoen Nederlanders zich in ons land, een prestatie vergelijkbaar met alle inspanningen in landen als Libanon op dit moment. Van hen kwam een half miljoen naar Brabant.[2]

In de twintigste eeuw vestigden zich voor kortere of langere tijd kunstenaars in Deurne, of waren van elders afkomstige Deurnenaren als kunstenaar actief. Hierbij denken we aan Otto van Rees (1884-1957) en Hendrik Wiegersma (1891-1969).

1945-heden[bewerken | brontekst bewerken]

Arie Reeuwijk en zijn vrouw, Indische immigranten. Hun kinderen hadden twee Nederlandse grootvaders en twee inlandse grootmoeders.

Na de Tweede Wereldoorlog veranderde de migratie. In toenemende mate kwamen vreemdelingen van niet-Europese komaf naar Deurne en omgeving. Dat betrof bijvoorbeeld voormalige inwoners van Nederlands-Indië, die vaak (ten dele) wel Europese voorouders hadden, maar Deurne nog nooit bezocht hadden. Een grote familie die zich toen in Deurne vestigde, is de familie Reeuwijk. Ook Molukkers vestigden zich in Deurne.

Later volgden, op uitnodiging van de Nederlandse regering, gastarbeiders. Aanvankelijk waren dat Europeanen uit het Middellandse Zeegebied, zoals Spanje, Italië en Griekenland. Zij gingen ten dele op in de Deurnese bevolking. Zo trouwde de weduwe van Wilhelmus Jacobus van Loenhout (1919-1962) met een Italiaan, die werkzaam was in de steenindustrie.

Later volgden gastarbeiders uit landen aan de zuid- en oostzijde van de Middellandse Zee (Marokko, Turkije). Relatief geruisloos ging de komst van een aantal Chinese families, die vooral in de horeca gingen werken. Zo kreeg Deurne meerdere Chinese restaurants, namelijk aan de Markt (China Garden, 1987), Stationsstraat (Peking), Heuvelstraat (Azië) en Sint Jozefstraat (Ho-Wah). Op China Garden na bestaan deze Chinese restaurants nog altijd.

In de jaren '90 volgden vluchtelingen uit het voormalig Joegoslavië. Aan het einde van dat decennium deden seizoensarbeiders uit de agrarische sector uit Oost-Europa hier hun intrede. In het tweede decennium van de twintigste eeuw zette die trend versneld voort.

In 2015 werden er reeds maatregelen in Deurne getroffen voor de komst van vluchtelingen uit het Midden-Oosten.[3]De meest recente ontwikkeling op dit vlak is de verwachte komst van 300 vluchtelingen naar het voormalige Missiehuis St. Willibrord.[4] De komst van de vluchtelingen valt in een periode dat het maatschappelijk klimaat op basis van al dan niet terechte angsten in veel gemeenten negatief is over de komst van niet-Europese vreemdelingen. In Deurne zijn meerdere organisaties te vinden die zich in de eerste plaats op vluchtelingen richten, zoals Vluchtelingenwerk Deurne en de Stichting Opvang Vluchtelingen en Asielzoekers Deurne. In de Deurnese kerken is inmiddels aandacht besteed aan het thema vooroordelen tegenover vluchtelingen.[5]

Vanaf het laatste kwart van de twintigste eeuw kwamen ook meerdere adoptiekinderen uit andere werelddelen naar Deurne.

Ruimere wereldblik[bewerken | brontekst bewerken]

Naast de al dan niet Europese vreemdelingen van de laatste decennia heeft Deurne, en dat wordt nog wel eens vergeten, een plek geboden aan een groot aantal Nederlanders uit andere delen van Nederland. Ook zij hebben ervoor gezorgd dat Deurne in de laatste tientallen jaren zich continu heeft veranderd, zoals dat ook in het verleden al het geval was. Daarbij moet ook gedacht worden aan het feit dat het begrip vreemdeling steeds verandert. Was vroeger iemand uit Venray al een vreemdeling, nu hebben veel 'autochtone' Deurnenaren zelf al familiebanden met bijvoorbeeld inwoners van Engeland, Duitsland of België. De vroegere Deurnenaar zal iemand uit Gelderland al een vreemdeling van ver gevonden hebben, terwijl we daar nu niet meer van opkijken. Onze wereldblik is door televisie en internet deels met de herkomstlanden van de migranten meegegroeid.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Deze later adellijke familie stierf in 1994 in mannelijke lijn uit.
  2. BN De Stem, 14 maart 2016
  3. Eindhovens Dagblad, 15 januari 2016
  4. Eindhovens Dagblad, 13 juni 2016
  5. Overweging: vooroordeel