Steun ons daarom en stem (t/m 24 september) bij de Rabo Club Support op heemkundekring H.N. Ouwerling Deurne |
Derpsestraat 21, 23b, 25, 27 en 27a
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Derpsestraat 21, 23b, 25 en 27 zijn vier adressen in Deurne. Op deze percelen stonden tot in de jaren zestig twee oude boerderijen, die op het laatst de adressen Derpsestraat 23 en 25 hadden.
Chronologie Derpsestraat 25
- Op 8 juni 1741 werd door de voogden over de minderjarige Cornelia Dirk Oldenzee de voogdijrekening opgemaakt. Tot haar bezittingen hoorden ondermeer een huis naast het kerkenhuis (waarschijnlijk is hiermee de kerkschuur aan de Lagekerk bedoeld) en nog een huisje dat eerst Willem Gommans en later Hermanus Nabben huurden voor vijf gulden per jaar.[1]
- In 1745 verkocht Cornelia Dirk Oldenzee een huis op het Derp aan Gevard Mennen (1703-1780).
- Op 29 oktober 1745 liet Gevard Mennen door de schepenen van Deurne een verslag maken van de reparaties die nodig waren aan een huis op het Derp, dat hij kort daarvoor gekocht had.[2]
- Op 1 mei 1780 overleed Gevard Mennen en liet zijn bezittingen na aan zijn kinderen.
- Bij de boedeldeling op 26 mei 1785 tussen Petrus (Peter) Nooijen (1758-1795), de zoon van wijlen Johanna Mennen (1734-1765), en Peter Hoeijmakers, de man van Petronella Mennen (1737), van de goederen van Gevard Mennen ontvangt eerstgenoemde het huis met een kleine huisje op het Derp.[3]
- Op 2 februari 1788 verkocht Peter Hermanus Nooijen aan Antoni Huibers een huis met een klein huisje en de bijhorende landerijen op het Derp voor 1075 gulden.[4]
- Op 21 april 1813 verkochten de ongehuwde broers Antoni en Lambert Huibers hun erfdeel in twee boerderijen op het Derp aan hun zuster Maria Huibers (1739-1814), de weduwe van Hermanus Manders.[5]
- Bij de invoering van het kadaster in 1832 was de boerderij eigendom van Andreas Manders (1784-1864) en Huberdina Manders (1790-1860), de kinderen van Hermanus Manders.
- Op 21 augustus 1864 overleed Andreas Manders (1784-1864) en kwam de boerderij geheel aan Hermanus Joosten en Anna Catharina Joosten (1831-1894), de kinderen van zijn inmiddels overleden zuster Huberdina Manders (1790-1860) gehuwd met Joannes (Jan) Joosten (1792-1858).
- Op 14 april 1892 vond de boedeldeling plaats tussen Hermanus Joosten (1822-1892) en zijn zuster Anna Catharina Joosten (1831-1894). Anna Catharina ontving daarbij de boerderij met ruim 7 hectaren grond en betaalde aan haar broer 1200 gulden.[6]
- Op 15 december 1893 maakte Anna Catharina Joosten (1831-1894) haar testament en legateerde daarin enige geldbedragen aan familieleden, voorts benoemde ze haar zwager Jan Mattijs van den Berkmortel en haar neef Petrus Johannes (Jan) Joosten (1852-1942) tot haar erfgenamen. Ook legde ze haar wens vast dat het goed niet publiek verkocht zou worden. Op 2 juli 1894 overleed ze.[7]
- In september 1894 werd Petrus Johannes (Jan) Joosten (1852-1942) eigenaar van de boerderij en nam daarop een hypotheek van 1000 gulden.[8]
- Voor zijn vertrek naar de Philippijnen maakte de missionaris Joseph Joosten (1884-1918) zijn testament waarin hij bepaalde dat zijn broer Martinus levenslang het vruchtgebruik mocht hebben van zijn erfdeel en dat de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus te Tilburg erfgenaam waren.[9]
- Na het overlijden van Petrus Johannes (Jan) Joosten (1852-1942) in 1942 kwam de boerderij aan zijn zoon Martinus (Tinus) Joosten (1887-1971).
- In 1953 werd huisnummer A.37 van Martinus (Tinus) Joosten (1887-1971) hernummerd tot Derpsestraat 25.
De boerderij is inmiddels afgebroken, alleen de bomen herinneren nog aan het lange verleden van deze boerderij.
Literatuur
Theo Meulendijks - Het Derp, ene zijde Kerkeind, andere zijde Vreekwijk 1997.
Bronnen, noten en/of referenties
|