Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Brand van 9 oktober 1926
De brand van 9 oktober 1926 legde een boerderij van Jozef Bouts op het adres Weijer B.36 onder Brouwhuis in as.
De vrouw van Jozef was die ochtend naar de zaterdagse markt in Helmond en hun negentienjarige zoon Willem was aan het ploegen. Jozef zelf was met zijn twaalfjarige dochter Wies thuis, had zelf koffie gezet en wat spek gebraden en op tafel gezet. Wies had een ketel varkensvoer gekookt en beiden wilden rond half tien net aan tafel gaan om koffie te drinken toen Wies zei: Vader, wat brandt het toch hard. Jozef keek in de schouw, zag dat die in brand stond en riep, met Limburgse tongval: Lieve hemel, het ruut is aan 't borren![1] Hij stuurde zijn dochter weg om hulp van de buren te vragen. Jozef liep zelf ook naar buiten, zag dat het grotendeels strooien dak al brandde en besefte meteen dat het huis niet meer was te redden. Hij liep weer naar binnen om van de huisraad nog te redden wat er te redden viel. Hij kreeg daarbij steun van de gealarmeerde buren.
Het huis was voor 3000 gulden verzekerd bij de Onderlinge Verzekering Maatschappij De Jongh en Cie te Amsterdam. Van het huis bleef niet meer over dan herbruikbare stenen ter waarde van 100 gulden. De waarde van de huiselijke inboedel werd door Bouts geschat op 800 gulden en hij meende zo'n 500 à 600 gulden nodig te hebben om die weer aan te vullen. De koeien liepen in de wei maar de waarde van de verbrande landbouwgereedschappen en de geheel verloren gegane oogst werd geschat op 1.200 gulden.[2]
Van de brand werd in De Zuid-Willemsvaart als volgt verslag gedaan:
- VLIERDEN. — Brand. — Zaterdagmorgen ongeveer 9 uur is alhier brand ontstaan bij den landbouwer J. Bouts in de Weijer, nabij Brouwhuis. Daar de vlammen direct volop voedsel vonden aan het stroo van stal en schuur, was er aan redden niet meer te denken. De woning met de aangebouwde stal en schuur is met den heelen inboedel, oogst en landbouwgereedschappen totaal verbrand. Een 20-tal kippen vonden mede den dood in het vuur. Het vee bevond zich op de weide. Enkel de schop en de varkenskooi zijn blijven staan. De brandweer van Brouwhuis was wel aanwezig, doch er was geen kans om iets voor verbranding te redden. Naar wij vernemen is alles laag verzekerd. De vrouw des huizes was naar de markt te Helmond, waar zij het treurig bericht ontving. Bij hare thuiskomst vond zij haar heele woning in vlammen opgegaan.[3]
Bronnen, noten en/of referenties
|