Botermijn

De botermijn in Deurne kwam voor het eerst ter sprake in februari 1870, toen door het gemeentebestuur de woensdag werd aangewezen als de dag waarop kon worden gehandeld op deze botermijn.

Waarschijnlijk was deze botermijn een particuliere onderneming van de herbergier en molenaar Pieter Truijen en de handelsactiviteiten vonden ook plaats in zijn herberg en hotel De Zwaan. Over de omvang van deze botermijn worden we een enkele keer ingelicht door krantenberichten. Zo werd begin november 1881 gemeld dan in een week 2180 pond boter werd verhandeld tegen een gemiddelde prijs van 61 cent en het jaar daarop in een bepaalde week 2422 pond tegen 64 cent.

In 1888 werd ene J.P., houder van de botermijn in Deurne, gearresteerd omdat hij bedrog had gepleegd bij het wegen van de boter. De balans en de gewichten waarvan hij gebruik maakte werden daarbij in beslag genomen.

Op 1 mei 1905 startte Jos Tielens in Aarle-Rixtel een boterhandel en zette deze in 1908 in Deurne, op de hoek Heuvelstraat-Helmondseweg, het huidige adres Heuvelstraat 29, voort. Dit was was geen officiële botermijn maar een particuliere onderneming.