Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Sebregt Adriaan Rijken (1897-1969)
| Sebregt Adriaan Rijken | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Sebregt Adriaan Rijken | |
| Roepnaam | Sip | |
| Geboorteplaats | Boxmeer | |
| Geboortedatum | 10 november 1897 | |
| Overl.plaats | Deurne | |
| Overl.datum | 23 september 1969 | |
| Partner(s) | Adriana Huizing (1903-1978) | |
| Beroep(en) | tuinman, chauffeur, apothekershulp | |
Sebregt Adriaan (Sip) Rijken (1897-1969) was tuinman, later chauffeur en apothekershulp.
Sip was het eerste kind uit het gezin van Cornelis Rijken (1871-1947) en Clasina van Kampen (1875-1949).
Hij huwde op 28 juni 1923 in Deurne met Adriana (Jaan) Huizing, (Deurne 28 maart 1903 - 12 juni 1978), dochter van landbouwer en organist Adrianus Huizing (1863-1949) en Catharina Everdina van Kampen (1870-1954).
Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren:
- Cornelis Adrianus Sebregt (Cees), (Deurne 26 augustus 1924 - Helmond 13 februari 2008). Hij huwde met Neeltje de Rover (1925-2008).
- Adrianus Cornelus Sebregt (Janus), (Deurne 28 november 1926 - 24 augustus 1996). Hij huwde met (1) Lucia Margarita (Luus) Anjema (1923-1989), (2) Sjieuwke (Sjoek) Kraaijeveld (1937).
- Clasina Catharina Adriana (Zus), (Deurne 24 november 1928). Zij huwde met Jan van Aalderen.
De vader van Sip verhuisde in 1909 van Sint-Michielsgestel naar Deurne. Hij betrok een woning aan de Molenstraat A.272. Na het beëindigen van de lagere school werd Sip boerenknechtje bij zijn oom Evert van Kampen (1882-1957). Enige jaren later trad hij in dienst bij Theodore baron de Smeth op het Groot Kasteel in Deurne op een dagloon van 65 cent. Hij leerde onderwijl van zijn vader tuinieren.
Als volleerde maar nog jeugdige tuinman begon hij op 17 november 1913 bij Arnoldus van Loon (1861-1939), de voorlaatste heer van Vlierden, die in villa Sonneweelde in de Stationslaan woonde. Na het vervullen van zijn militaire diensttijd in 1917-1918 ging hij opnieuw bij Van Loon werken. Toen deze in 1921 naar Nederlands-Indië vertrok trad Sip in dienst van de gemeente Deurne en Liessel. Zijn collega's van de plantsoenendienst beschouwden hem als indringer, omdat hij protestant was. Overplaatsing naar het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf werd evenmin een succes.
Op 2 oktober 1922 werd hij aangesteld als tuinman bij dokter Wiegersma en betrok hij de dienstwoning aan de Liesselseweg 34. Wiegersma schakelde hem spoedig in als chauffeur en zelfs als apotheekhulp. Hij moest de medicamenten voor de uitgebreide patiëntenkring inpakken en bezorgen of verzenden.
Toen Wiegersma in 1923 op het Klein Kasteel de kunstschilder Otto van Rees ontmoette zei hij: "Wat die vent kan, kan ik ook!" Hij verzocht Sip schildersbenodigdheden voor hem aan te schaffen en begon te schilderen. Maar daarbij bleef het niet, want hij ging ook beeldhouwen, boetseren, etsen, houtsnijden, enz. Sip kocht en verzorgde het materiaal, zorgde voor verzending van schilderijen en beeldhouwwerken, vooral naar en van exposities. In die tijd bood het grote huize De Wieger aan vele schrijvers en kunstenaars gastvrijheid en onderdak. Het vervoer van deze gasten van en naar het station of woonplaats, soms bij nacht en ontij, was de taak van chauffeur Sip Rijken. Sip stond soms ook model voor Wiegersma en kreeg wel eens een schilderij mee naar huis van Hendrik Wiegersma. In zijn boekwerkje "Een kind ziet het dorp" uit 1998 beschreef Piet (Pieter) Wiegersma (1920-2009) zijn ervaring met de stoomtram op de Tramlijn Deurne-Roermond toen hij samen met Sip en de keukenmaagd de reis met de tram naar Roermond maakte.
Op 15 maart 1937 nam Sip afscheid van dokter Wiegersma en betrok een 8 hectare groot, verwaarloosd boerderijtje aan de Helmondseweg C.36 (huidige huisnummers 42-44) te Deurne, voorheen bewoond door Evert Huizing (1871-1958) en eigendom van de Maatschappij van Welstand.
Sip Rijken maakte zich ook verdienstelijk bij de Hervormde Gemeente. Op 22 november 1922 werd hij diaken en in 1947 ouderling. Als zodanig bleef hij in functie tot 1959 en vertegenwoordigde hij in het breed moderamen van de classis Eindhoven. Vele jaren was hij bestuurslid van de christelijke Koningin Wilhelminaschool.
Jarenlang leidde hij de Hervormde Jongelingsvereniging "Immanuel" dat culmineerde in zijn benoeming tot erelid op 13 november 1936. Als voorzitter van de afdeling Deurne van het Nederlands Jongelingsverbond was hij in september 1938 afgevaardigde te Amsterdam, om in het defilé als drager van de gemeentevlag deel te nemen aan de hulde door de Nederlandse jeugd gebracht aan koningin Wilhelmina, ter gelegenheid van haar 40-jarig regeringsjubileum. In 1948 was hij te Amsterdam vertegenwoordiger op het oecumenisch congres van de Wereldraad van kerken. Op 28 september 1962 beëindigde hij om gezondheidsredenen zijn landbouwwerk.
Toen dominee Pelink ter Haseborg in een kerkdienst te Deurne eens preekte over de tekst "Gij hebt ons een blik in de eeuwen gegund" werd dit voor Sip Rijken de aanleiding om een onderzoek naar zijn voorouders in te stellen en werd hij een ijverig lid van het Genealogisch Genootschap.
Sip overleed na een langdurig ziekbed op 71-jarige leeftijd op vrijdag 23 september 1969. Hij ligt begraven op de protestantse begraafplaats aan de Helmondseweg.