Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Antonius Verstraten (1896-1993)
Antonius (Toon) Verstraten (1896-1993) was gedurende dertien jaar conciërge van Sancta Maria en verzorgde als doodgraver, in dienst van de Sint-Willibrordusparochie in Deurne, op het kerkhof voor heel veel Deurnese mensen de laatste rustplaats.
Toon Verstraten was een zoon van Hendrikus Verstraten (1866-1950) en zijn eerste vrouw Everdina van der Heiden (Zeeland 1864-1897 Wanroij).
Hij huwde op 28 april 1923 in Deurne met Theodora (Doortje) Aarts[1], (Deurne 8 maart 1894 - Deurne 6 april 1978), dochter van Lambertus Aarts (1856-1940) en Johanna Hendrika van de Ven (1865-1933).
Uit dit huwelijk werden tenminste vier kinderen geboren:
- Everdina Hendrica (Diny) (tweeling), (Deurne 3 januari 1924 - 8 februari 2021).
- Johanna Alberta (Annie) (tweeling), (Deurne 3 januari 1924 - Hazerswoude-Dorp 2017). Zij huwde met Antonius Albertus van Setten (Gouda 1909-1999 Gouda).
- Hendrica Maria (Riek), (Deurne 22 augustus 1926 - Bakel 17 december 2008). Zij huwde met Franciscus Henricus Cruijsen (1920-1977).
- Maria Arnolda (Mia), (Deurne 20 februari 1929 - Roermond 10 maart 2015). Zij huwde met Johannes Knapen (Someren 1920-1987 Swalmen).
Op 30 april 1923 kwam hij van Wanroij naar Deurne en ging in de Visser B.212 wonen en werkte aanvankelijk als landbouwer in de Peel. Later trad hij als tuinman en manusje-van-alles in dienst bij pastoor Roes .
Nadat de zusters Franciscanessen in december 1925 huize Sint-Joseph aan de Visser hadden verlaten, werd Toon ook als conciërge van dit oude klooster aangesteld en ging het echtpaar Verstraten er zelf ook wonen. De (dienst)woning bestond uit vijf vertrekken: een ruime huiskamer, een keuken, twee slaapkamers en een bergplaats die hij gratis kon gebruiken. Kosten van water en licht waren voor rekening van de parochie en hij kreeg de beschikking over een flink stuk land voor zijn gezin in gebruik. Daarnaast ontving hij een weekloon van zestien gulden dat grotendeels door de pastoor zelf werd betaald. Zijn vroegere adres was Sancta Maria D.116.
Tijdens de mobilisatie werden er in het oude klooster, dat ondertussen Sancta Maria was gaan heten, 125 militairen van het 27e Regiment Infanterie gehuisvest. Het gezin ondervond veel overlast van de militairen die het nodig achtte om de buitendeur dag en nacht open te laten hetgeen koude en tocht veroorzaakte. Er was tot tien à elf uur ’s avonds veel en luide orkestmuziek boven de slaapkamer.
Kennelijk kreeg Toon onvoldoende gehoor voor zijn problemen bij zijn werkgever en zag hij zich genoodzaakt zich rechtstreeks tot bisschop Diepen in ’s-Hertogenbosch te wenden. Na een venijnige briefwisseling, waaraan ook de kapelaans Lam en Spanjers hun bijdrage leverden, kon Toon Verstraten in 1940 zijn intrek nemen in het kort daarvoor door het kerkbestuur verworven pand Visser 31.
Tussen 1926 en 1963 diende hij onder drie pastoors: Roes, Witlox en Van Dinter. In die periode groef hij honderden graven en bedekte de houten kisten weer met zand. Hij wiedde het onkruid, snoeide de struiken, ook in de tuin van de pastorie aan de Kerkstraat, en deed boodschappen voor de pastoors. Bij het spitten stuitte hij meermaals op botten en schedels van oudere graven welke grafresten hij telkens opnieuw begroef.
Toen het pand Visser 31 in 1973 in verband met reconstructiewerkzaamheden van het nabijgelegen kruispunt moest verdwijnen, verhuisde hij naar een bejaardenwoning aan het Crobachplantsoen. Op dinsdag 1 mei 1973 vierde het echtpaar het feit dat ze een halve eeuw getrouwd waren.
Bronnen, noten en/of referenties
|